Waar komen tradities als de Kerstman vandaan en meer weetjes over Kerstmis
Publicatiedatum: 13 december 2024
Waar komt de Kerstman vandaan en wie heeft de eerste kerstkaart verstuurd? Het is vaak niet duidelijk waar onze kersttradities vandaan komen. Veel van de gebruiken tijdens het feest zijn via overleveringen tot ons gekomen, waardoor het niet altijd mogelijk is om na te gaan of die verhalen kloppen. We bekijken verschillende weetjes en tradities over Kerstmis en proberen de oorsprong daarvan te duiden.
Waar komt de Kerstman vandaan?
Volgens de overlevering komt de Kerstman uit het hoge noorden, uit Finland of Groenland of woont hij op de Noordpool? De oorsprong van de Kerstman ligt opmerkelijk genoeg een stuk zuidelijker dan verwacht. De Kerstman is namelijk geïnspireerd op onze eigen Sint-Nicolaas, oftewel Sinterklaas. Nicolaas wordt omstreeks 280 AD geboren in het zuiden van Turkije. Het is een bijzonder kind, want hij weet op jeugdige leeftijd al wonderen te verrichten. Nicolaas is op zijn 19e priester. Hij wordt bekend vanwege zijn gulheid en door anoniem zijn geschenken achter te laten. Zo laat hij bijvoorbeeld munten achter in de schoenen van arme mensen, waar de traditie van het schoenen zetten vandaan komt tijdens de Sinterklaasviering. Hij overlijdt op 6 december 343 AD.
Na zijn dood wordt hij heilig verklaard en ontstaat een mythevorming rond Sint-Nicolaas, die ook ons land aandoet. Hij wordt beschermheilige van onder andere Amsterdam. De Oude Kerk in Amsterdam is één van de kerken in de stad die in 1304 aan hem is gewijd. Nederlanders die in de 19e eeuw naar de Verenigde Staten emigreren, nemen de traditie van Sinterklaas mee naar hun nieuwe vaderland. Daar verandert langzamerhand Sinterklaas in Santa Claus en zijn schimmel in een aantal rendieren.
Tijdens de tijd van de Kruisvaarders nemen Italianen een deel van de restanten van de bisschop mee naar het Italiaanse Bari, waar hij opnieuw wordt begraven in de Sint-Nicolaasbasiliek. In de jaren 50 van de vorige eeuw wordt zijn graf geopend en worden zijn botten bestudeerd. Hij blijkt een kleine, magere man te zijn geweest van ongeveer 1.50 meter en hij lijkt zeker niet op de goedlachse dikzak die de Amerikanen van hem hebben gemaakt.
Sinterklaas en de Kerstman
Tussen 1200 en 1500 is Sinterklaas de heilige die cadeautjes voor kinderen komt brengen. Hij krijgt meer en meer een Noord-Europees uiterlijk en zorgt ervoor dat de kinderen braaf hun gebeden zeggen en zich goed gedragen. Na de reformatie raakt de katholieke Sinterklaas in grote delen van Europa uit de gratie. Het brengen van cadeautjes wordt in die tijd overgenomen door Jezus en de feestdag van Sinterklaas wordt verplaatst naar Kerstmis. Maar een kind kan geen pakjes dragen en is niet angstaanjagend, waardoor Jezus wordt bijgestaan door helpers die kinderen bang maken, hetgeen niet past bij Jezus. Deze enge Duitse figuren zien erop toe dat kinderen zich braaf gedragen en straffen stoute kinderen met zweepslagen of zelfs ontvoering.
In Nederland echter geeft men de traditie van Sinterklaas niet op. Als veel Nederlanders naar de Nieuwe Wereld emigreren, nemen zij zoals gezegd die traditie mee. Duitse emigranten nemen verhalen mee naar Amerika over een harige en enge cadeautjesbrenger. In het koloniale Amerika lijkt Kerstmis weinig op het feest dat we nu vieren. Kerstmis is een soort woeste en plaatselijke braderie in de openlucht, met veel alcohol en vechtpartijen en er is geen figuur die geschenken komt brengen.
Kerstmis wordt weer een familieaangelegenheid
In het begin van de 19e eeuw verandert dat, omdat een aantal dichters en schrijvers van Kerstmis weer een familieaangelegenheid willen maken. Dat doen ze door het verhaal van Sinterklaas nieuw leven in te blazen. De schrijver Washington Irvine voert in 1809 in het boek Knickerbocker’s History of New York een pijp rokende Sinterklaas op, die in een koets over de daken vliegt en aan zoete kinderen cadeautjes geef en de roe aan stoute kinderen. In 1821 wordt het moderne beeld van de Kerstman verder gevormd in het anonieme geïllustreerde gedicht De Kindervriend. In het gedicht en op de illustraties wordt Sinterklaas als uitgangspunt genomen, die ontdaan is van alle religieuze kenmerken. Ook draagt hij een bontjas, die lijkt op het kostuum van de Duitse harige helpers. Daarnaast draagt hij een roede van berkenhout voor stoute kinderen en de koets wordt getrokken door 1 rendier.
Verschillende verschijningen
In 1822 schrijft Clement Clark Moore het gedicht A visit from St. Nicholas, ook bekend als The Night Before Christmas, voor zijn 6 kinderen. De Kerstman wordt in het gedicht omschreven als een dikke man die rijdt in een arrenslee, die wordt getrokken door 8 rendieren. Het gedicht wordt een jaar later anoniem gepubliceerd en wordt een enorm succes. De Kerstman wordt in die tijd nog verschillend uitgebeeld: zo lijkt hij tijdens de Amerikaanse burgeroorlog van 1861 tot 1865 op een elfachtig mannetje.
Pas in de 20e eeuw krijgt de Kerstman het uiterlijk van tegenwoordig, met een rood pak en een witte bontkraag. Het is het merk Coca-Cola dat de Kerstman voor hun reclamecampagne van 1931 op die manier uitdost. De Amerikaanse tekenaar Haddon Sundblom krijgt van Coca-Cola begin jaren 30 van de vorige eeuw de opdracht voor het maken van tekeningen voor de kerstreclamecampagne van het cola-merk. Hij tekent de Kerstman, geïnspireerd op zijn dikke, bejaarde buurman, zoals wij die nu kennen: een gezette, vrolijke goedzak die gekleed gaat in de kleuren van Coca-Cola.
Kerststal en kerstboom
Om Kerstmis aan ongeletterden uit te leggen, bedenkt de heilige Franciscus van Assisi in 1223 de eerste levende kerststal. Hij stelt in dat jaar die kerststal op in de Italiaanse gemeente Greccio. In de 16e eeuw wordt de kerststal populair. In de 19e eeuw halen rijke mensen een kerststal in huis. Die zetten na Sinterklaas een stal met poppetjes neer. Pas met Kerstmis wordt het kindeke Jezus in de kribbe gelegd.
Waar komt de traditie van de kerstboom vandaan?
Waar de traditie van de kerstboom vandaan komt, is niet helemaal duidelijk. Waarschijnlijk komt die traditie uit Duistland en uit landen langs de Oostzee. Daar komen namelijk veel sparren voor. En ondanks dat de dennenboom in een aantal kerstliedjes een centrale plaats inneemt, zijn de meeste kerstbomen sparren. De heilige Bonifatius, ca. 672-754 AD, komt uit een welvarend Angelsaksisch geslacht. Hij wordt monnik en ziet het als zijn taak om het christendom in Duitsland te verspreiden.
Volgens de overlevering kapt hij veel sparren in de bossen van Thüringen, om de driehoekige vorm van de boom te gebruiken: zo legt hij de heilige drie-eenheid uit aan de mensen. Hij wordt bekend om en succesvol in het bekeren van mensen. In Thüringen vindt de kerstboom dus waarschijnlijk zijn oorsprong. Het is in die tijd gebruikelijk om een spar in huis te halen en die omgekeerd aan het plafond op te hangen. Pas later zal de boom worden opgetuigd.
De Duitsers zijn enthousiaste kerstboomkappers waardoor in de 19e eeuw een probleem ontstaat. Men zaagt de top af van een grote boom die het vervolgens wel overleeft maar niet meer kan groeien. Ze zijn daarom niet meer te gebruiken voor de houtindustrie. Daardoor ontstaan onbruikbare bossen en is er houtgebrek. Vervolgens wordt het in een aantal Duitse staten verboden om meer dan 1 boom in huis te halen. Dat helpt, maar zo rond 1845 komt er een alternatief voor een echte boom, namelijk een boom van ganzenveren. De veren worden op ijzerdraad geplaatst en worden bevestigd aan een stam. Als het geheel groen is geschilderd, lijkt het net een echte kerstboom. Zo is de kunstboom ontstaan.
Kerstverlichting en kerstdecoraties rond Kerstmis
In de 17e eeuw begint men in Duitsland kaarsjes in de boom de plaatsen. Eind 19e eeuw wordt de gloeilamp uitgevonden. Thomas Alva Edison is niet de uitvinder van de gloeilamp, maar weet eind 19e eeuw een goed werkende lamp te maken. Eén van zijn vrienden krijgt 3 jaar later na het patent van Edison van de gloeilamp een lumineus idee. Die vriend is de vicepresident van de Edison Electric Light Company genaamd Edward Hibberd Johnson. Hij plaats met kerst 1882 een boom in zijn huis met 80 rode, blauwe en witte elektrische peertjes. De kranten doen het vrijwel allemaal af als een publiciteitsstunt, maar een krant uit Detroit stuurt een journalist naar New York om de verlichte boom te aanschouwen.
Hij schrijft dat hij nog nooit zoiets heeft gezien en dat de peertjes zo groot zijn als walnoten. Zijn stuk krijgt veel aandacht, maar vanwege de nieuwe technologie komt de kerstverlichting pas in 1890 op de markt. Kerstverlichting wordt 5 jaar later nog meer bekend als de president van de Verenigde Staten, Grover Cleveland, een boom in het Witte Huis laat optuigen met meer dan 100 elektrische lichtjes. De prijs is schrikbarend hoog voor de verlichting en bedraagt omgerekend naar nu zo’n 2.000 euro. In 1930 komt kerstverlichting op de markt die voor iedereen betaalbaar is.
Decoraties als voorloper van de kerstboom
Al honderden jaren geleden begint men in Duitsland en in delen van Zuid-Europa met het maken van decoraties, die als de voorloper van de kerstboom kunnen worden beschouwd. Deze worden vervaardigd van ronde of achthoekige lagen, zoals een taart. Op elke verdieping staan Bijbelse figuren. Ook plaats men er een kribbe op. In de loop der tijd worden die decoraties uitgebreid met kaarsen. Na 1815, als Napoleon is verslagen, keren Franse troepen naar huis. Die nemen tekeningen mee van de piramides in Egypte. Deze worden gekopieerd en komen in Duitsland terecht, waar de tekeningen van de piramides doen denken aan de kerstdecoraties die ook smal zijn bovenaan. Die Egyptische piramides worden in die tijd ook wel kerstpiramides genoemd.
Kerstballen en kerstkaarten
Het is een oud volksgeloof dat blinkende voorwerpen onheil buiten de deur houden. Vóór de kerstbal zijn intrede in de boom doet, doet een soortgelijke bal dienst als heksenverjager. Daarom hangen mensen in de 18e eeuw glimmende koperen ballen boven deuren, ramen en schoorstenen. Van hun eigen spiegelbeeld zouden kwade geesten zich doodschrikken. De heksenverschrikkers zijn waarschijnlijk de voorloper van de kerstbal. Dankzij de glasvlam kunnen glasblazers vanaf ongeveer 1850 kerstballen blazen. Voor de Eerste Wereldoorlog zijn de kerstbomen klein en zijn ze versierd met kerstkransjes en kaarsjes en een paar kerstballen. In de jaren 50 wordt de kerstbal populair. De glimmende piek in de boom staat symbool voor de ster die de weg naar de kribbe van Jezus aangeeft.
Sir Henry Cole hervormt onder andere de Engelse Posterijen. Tevens verkoopt hij artikelen voor mensen om hun huizen te verfraaien. Hij kent veel mensen en vindt het bijna onmogelijk om iedereen met Kerstmis een persoonlijke groet te schrijven. Er bestaan dan al getekende kerstkaarten, maar die zijn erg duur. Hij laat daarom in 1843 de kunstenaar John Callcott Horsley een kerstkaart ontwerpen die hij 1.000 maal laat drukken. De kerstkaart wordt een groot succes. In ons land worden in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw zo’n 200 miljoen kerstkaarten verstuurd.
Als het digitale tijdperk zijn intrede doet, sturen we met z’n allen veel minder kaarten. In 2017 zijn dat nog maar zo’n 87 miljoen kerstkaarten. Vanwege de coronacrisis maakt de kaart een comeback: producenten van kaarten melden dat, in vergelijking met 2019, in dit jaar de verkoop tientallen procenten hoger zal uitpakken. In een tijd waarin we minder met elkaar samen kunnen zijn, is het sturen van een kerstkaart met Kerstmis een mooie manier om aan mensen te laten weten dat we aan ze denken.
Lees ook: de kerstmaaltijd, van oudsher een eetfeest.
200 jaar het kerst- en vredeslied Stille Nacht! Heilige Nacht!
Kerstmis tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Dit artikel is eerder gepubliceerd en is door de redactie aangepast op 13 december 2024.
(Bron: National Geographic, Amsterdam.nl, RD.com, NOS, Quest, Historia.net, Wikipedia. Foto’s ANP en Shutterstock)