Rutte langstzittende premier, maar hoe verging het zijn voorgangers?
Publicatiedatum: 3 augustus 2022
Niet Ruud Lubbers, maar Mark Rutte is nu de langstzittende minister-president van Nederland ooit. Na de Tweede Wereldoorlog zijn er nog meer premiers geweest die het jarenlang hebben uitgehouden in het Torentje, als leider van meerdere kabinetten. Hoe verging het hen? 77 jaar parlementaire geschiedenis in vogelvlucht.
Willem Drees (PvdA, 1945-1946 en 1948-1958)
Het eerste naoorlogse kabinet wordt benoemd door koningin Wilhelmina. Drees leidt samen met Wim Schermerhorn de regering die de wederopbouw van het land gestalte moet geven. Tussen 1946 en 1948 is Louis Beel de minister-president, daarna volgen het kabinet Drees-Van Schaik (1948-1951) en 3 ‘eigen’ kabinetten van Drees. De PvdA-voorman is na zijn regeringsperiode alom geroemd als de ontwerper van de verzorgingsstaat.
Dries van Agt (CDA, 1977-1982)
Tussen 1958 en 1977 passeren 8 premiers de revue, van Beel en Jan de Quay tot Barend Biesheuvel en Joop den Uyl. Met Van Agt komt er weer een minister-president die leiding geeft aan meerdere kabinetten. Zijn tweede en derde kabinet stranden wel binnen 1 jaar. Van Agt II kenmerkt zich door een moeizame verhouding tussen het CDA en de PvdA van Den Uyl, Daarna komt er een tijdelijke coalitie tussen het CDA en D66. Van Agt, voor zijn premierschap fungerend als minister van Justitie, geldt als welbespraakte bon vivant. Ooit heeft hij een kabinetsformatie onderbroken om de wielerronde van Boxmeer bij te wonen.
Ruud Lubbers (CDA, 1982-1994)
Na de periode-Van Agt is het Torentje 12 jaar lang het domein van Lubbers, voorheen minister van Economische Zaken. Hij leidt 3 kabinetten, eerst in samenwerking met de VVD, in zijn laatste termijn met de PvdA. Crisismanager Lubbers krijgt tijdens zijn regeerperiode vaak te maken met sociale onrust en economische tegenwind, maar in zijn kabinetten blijft het relatief rustig. Alleen Lubbers II maakt de termijn van 4 jaar niet vol.
Wim Kok (PvdA, 1994-2002)
Na de verkiezingen van 1994 valt het CDA echter buiten de boot. De PvdA van Kok vormt samen met D66 en de VVD 2 zogeheten paarse kabinetten. Voor het eerst in 76 jaar zitten er geen katholieke partijen in de coalitie. Tijdens de 2 ambtstermijnen, in een tijd waarin de economie juist weer aantrekt, neemt het kabinet een aantal progressieve besluiten. Zo komt het recht op euthanasie in de wet en voert Nederland als eerste land ter wereld het homohuwelijk in. Vlak voor het einde van de ambtstermijn valt Kok II, na publicatie van het rapport over de val van Srebrenica.
Jan Peter Balkenende (CDA, 2002-2010)
Na de eeuwwisseling wordt de politiek opgeschud door Pim Fortuyn, die vlak voor de verkiezingen van 2002 wordt doodgeschoten na een interview. Zijn LPF debuteert met liefst 26 zetels in de Tweede Kamer, maar het CDA wint de verkiezingen. De partij van Balkenende wordt zo weer de grootste partij van Nederland. De coalitie met de LPF en de VVD strandt al snel, daarna volgen nog 3 Balkenende-regeringen. Terwijl Nederland te maken krijgt met een economische recessie, stranden al deze kabinetten voortijdig.
Mark Rutte (VVD, 2010-heden)
Na jarenlang stuivertje wisselen tussen PvdA en CDA wordt de VVD in 2010 de grootste partij van Nederland. Rutte wordt de eerste liberale premier. Nu is hij dus de langstzittende minister-president in de Nederlandse geschiedenis. Zijn eerste kabinet met CDA en gedoogpartner PVV valt na anderhalf jaar. Rutte II (VVD-PvdA) haalt wél de eindstreep en Rutte III strandt in de nasleep van de toeslagenaffaire. In januari 2022 treedt het vierde Rutte-kabinet aan.
(Bronnen: Centrum voor Parlementaire Geschiedenis, Staten-Generaal, Parlement.com. Foto: Shutterstock)