Olympische vaandeldragers 1908- 1948
Publicatiedatum: 5 augustus 2016
De openingsceremonie van de Olympische Spelen heeft als hoogtepunt de presentatie van de deelnemende landen en hun olympiërs. Vooral de vlaggendragers, met de Grieken als eerste, mogen zich voor korte tijd verheugen in wereldwijde belangstelling. Maar wie zijn de Nederlandse vlaggendragers door de jaren heen en wat zijn hun prestaties om met onze nationale driekleur onze olympische ploeg voor de wereld te mogen presenteren?
Tijdens de 1e 3 Olympische Spelen in de moderne tijd vanaf 1896 is Nederland of niet vertegenwoordigd of is er geen openingsceremonie. De 1e keer dat iemand vooruitlopend op de olympiërs met de vlag mag zwaaien, is tijdens de Olympische Spelen in Londen in 1908.
1908, Londen: Jan de Boer, leider Nederlandse olympische gymnastiekploeg
Over Jan de Boer bestaat weinig of geen informatie met betrekking tot de openingsceremonie. Wel is bekend dat hij deelneemt met de Nederlandse gymnastiekploeg en dat ze de 7e plek behalen. Wim Winkelman, die uitkomt op het onderdeel snelwandelen, herinnert zich in Elsevier de openingsceremonie: “De openingsparade stelde, vergeleken met nu, heel weinig voor. Je liep een rondje op een sintelbaan, trok langs de Engelse koning (een enorme gestalte had die man) en dat was het.” Ook de Spelen zelf zijn voor de olympiërs een sof: ze eindigen bijna allemaal laatste. De oogst is 2 bronzen medailles: 1 bij het voetbaltoernooi (de 1e Nederlandse medaille) en 1 bij het roeien.
1912, Stockholm: C. Ploeger, krachtsportbestuurder
Ook over deze man is niets bekend, behalve dat hij de vlag draagt tijdens de openingsceremonie en dat hij bestuurder is bij de krachtsportbond. Voor het eerst wordt gebruik gemaakt van elektronische tijdwaarneming en worden atleten aangekondigd via een geluidsversterker. In Zweden is boksen verboden, waardoor de sport niet op het programma staat. Na deze Spelen is niet het organiserende land maar het IOC verantwoordelijk voor het programma. Een opmerkelijk feit is dat Pierre de Coubertin, 1 van de oprichters van het IOC, kunstwedstrijden als olympische discipline introduceert. Onder het pseudoniem Hohrod-Eschbach wint hij goud op het onderdeel literatuur.
De Amerikaanse Indiaan Jim Thorpe (pseudoniem voor Wa-Tho-Huck hetgeen Lichtend Pad betekent) wint met grote overmacht de vijf- en de tienkamp. De Zweedse koning noemt hem ‘de grootste atleet ter wereld’ en bij thuiskomst wordt Thorpe onthaald als een held. Hij moet zijn medailles echter inleveren als bekend wordt dat hij ooit op school 25 dollar per week heeft verdiend met honkbal. De meerkamper blijft dit tot zijn dood in 1953 aanvechten. Als blijkt dat bij het ontnemen van zijn records en medailles regels zijn overtreden (onder andere dat dit binnen 30 dagen na afloop van de Spelen moet zijn gebeurd), komt in de jaren 40 een beweging op gang voor eerherstel, hetgeen pas in 1982, lang na Thorpe’s dood, geschiedt.
Over dit drama is een film getiteld Jim Thorpe-All-American met in de hoofdrol Burt Lancaster gemaakt. Thorpe is adviseur bij het draaien van de film. Het levert hem echter geen cent op, aangezien hij in 1931 al de filmrechten heeft verkocht aan filmmaatschappij MGM.
1920, Antwerpen en 1924 Parijs: J.H. van Dijk, sportleraar en bestuurder
Wederom is er over deze Nederlandse vlaggendrager weinig bekend. Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog vinden de Spelen van 1916 in Berlijn geen doorgang. De openingsceremonie in Antwerpen wordt afgenomen door koning Albert I in het stadion van voetbalclub Beerschot. Voor het eerst is de vlag van de Olympische Spelen te zien en Nederland behaalt voor de 1e keer goud: bij het onderdeel zeilen. In Antwerpen leggen atleten voor het eerst de olympische eed af en maakt het olympisch motto Citius, Altius, Fortius (sneller, hoger, sterker) zijn debuut. Er is tevens een wintersportweek, waarin de onderdelen kunstrijden en ijshockey plaatsvinden.
In Parijs bouwen de organisatoren het 1e olympische dorp. Tevens klinkt het volkslied voor de winnaar voor het eerst tijdens een Olympische Spelen.
De Amerikaan Johnny Weissmuller, later bekend als Tarzan, wint 2 maal goud bij het zwemmen en 1 maal brons bij het waterpolo.
1928, Amsterdam: Sam Olij, bokser
Het is in Amsterdam voor het eerst dat de olympische vlam wordt ontstoken tijdens de openingsceremonie. Niet door een wereldberoemde sporter, maar gewoon door een medewerker van het gemeentelijk gasbedrijf. Het is niet het enige nieuwtje dat zijn introductie kent in Amsterdam in 1928. Zo is voor het eerst het nu wereldberoemde blauwe verkeersbord met een P (parkeren) erop te zien. Daarnaast kan men voor de 1e maal een Coca Cola bestellen in Europa. De frisdrankfabrikant is sponsor en bij het Olympisch Stadion is een kiosk die de cola verkoopt.
De Landsmeerder Sam Olij is de 1e Nederlandse sporter die de vlag mag dragen tijdens de openingsceremonie. Zwaargewicht Olij verliest in de kwartfinale van een Argentijn. Olij wordt in 1928 politieagent. Hij is een overtuigd nationaalsocialist en arresteert in de Tweede Wereldoorlog vele Joden. Na de oorlog wordt hij ter dood veroordeeld, een straf die later is omgezet tot 15 jaar gevangenisstraf.
1932, Los Angeles: Charles Pahud de Mortanges, ruiter
De legerofficier Charles Pahud de Mortanges wint tijdens 3 Olympische Spelen viermaal goud en eenmaal zilver. In Los Angeles verovert hij met zijn paard Macroix goud individueel en zilver met het team. De lange reis naar Los Angeles gaat per schip. Om zijn paard te trainen, laat hij een tredmolen ontwerpen zodat de viervoeter fit kan blijven tijdens de overtocht.
Na de bevrijding stopt hij als ruiter en wordt hij voorzitter van het Nederlands Olympisch Comité. De olympisch historicus Ton Bijkerk roemt hem als een zeer vriendelijk mens met een grote liefde voor paarden. Hij noemt Pahud dan ook “de 1e Nederlandse paardenfluisteraar”.
1936, Berlijn: Rein de Waal, hockeyer
De nazi’s misbruiken de Olympische Spelen om propaganda te verspreiden voor hun systeem en de superioriteit van hun ras. Het indrukwekkende stadion biedt plaats aan meer dan 100.000 mensen. Onder toeziend oog van Adolf Hitler en de partijtop van de nazi’s vindt tijdens de openingsceremonie de presentatie van de landen plaats. Onder aanvoering van Rein de Waal presenteert het Nederlands olympisch team zich aan de wereld.
Hockeyer en aanvoerder Rein de Waal verliest in 1932 met Nederland de finale van Brits-Indië met 0-3 en verovert daarmee het zilver. Tijdens de Spelen van Berlijn is er voor hem en het Nederlands hockeyteam brons weggelegd. De Tweede Wereldoorlog maakt een einde aan zijn hockeycarrière.
De Waal wordt bondscoach en behaalt in 1952 tijdens de Olympisch Spelen brons. Nederland boycot in 1956 de Spelen in Melbourne wegens de inval van de Sovjet-Unie in Hongarije. Verbitterd neemt De Waal afscheid van het hockey om daarna bijna of nooit meer een wedstrijd te bezoeken.
1 van De Waals spelers, Jan-Willem van Erven Dorens, herinnert zich de autoriteit van de bondscoach. Van Erven Dorens: “Het was een man waar iedereen een beetje angstig voor was; waar iedereen beleefd tegen was.”
Rein de Waal heeft het Nederlandse hockey uit een internationaal isolement gehaald. Tot 1925 heeft Nederland haar eigen regels: zo hockeyt men met een bal ter grote van een sinaasappel en kent men geen slagcirkel. Door De Waal past Nederland de regels aan naar internationale standaard en heeft het Nederlandse hockey veel succes gekend.
1948, Londen: Wim Landman, voetballer
Vanwege de Tweede Wereldoorlog vinden de Spelen van 1940 en 1944 geen doorgang. Voor de 2e maal is Londen in 1948 de organiserende stad van de Olympische Spelen. De Spelen zijn een groot succes voor onder anderen Fanny Blankers-Koen. Zij wint 4 keer goud en is daarmee de snelste huisvrouw ter wereld. Fanny Blankers-Koen wordt aan het einde van de 20e eeuw uitgeroepen tot Atlete van de Eeuw.
Vlaggendrager in Londen is de keeper Wim Landman. Hij doet tweemaal mee aan de Spelen: Londen, 1948 en Helsinki, 1952. Op beide Spelen zijn de Nederlandse voetballers niet succesvol en komen ze thuis met lege handen. Interessant detail is dat Landman de enige sporter is die de vlag draagt, maar die tijdens de Spelen niet in actie komt.
Wim Landman keept voor Neptunus, Sparta, Holland Sport en het Nederlands Elftal. De KNVB beschuldigt hem van omkoping en schorst hem. Na het uitzitten van zijn schorsing keert hij terug in het voetbal om zijn carrière in 1962 te beëindigen. Later blijkt dat de omkoping niet is bewezen. Wim Landman pleegt in 1975 zelfmoord.
(Bron: NOC*NSF, Elsevier, Trouw, NRC Handelsblad, Omroep Brabant, Wikipedia.)
Bekijk ook de olympische vaandeldragers van de periode 1952 – 1984 en de periode 1988 – 2012.