Formule 1

Max en zijn 14 voorgangers in de Formule 1

De hoop op Nederlands succes in de Formule 1 is hooggespannen. En dat is niet zo gek: de hele autosportwereld is ervan overtuigd dat Max Verstappen van de buitencategorie is en alleen mag worden vergeleken met de briljante Braziliaan Ayrton Senna da Silva. De Limburger is de 15e Nederlander die zijn opwachting maakt in de koningsklasse van de autosport.

Het kampioenschap in de hoogste klasse van de autosport, de Formule 1, wordt sinds 1950 georganiseerd. Het woord formule in Formule 1 staat voor een reeks strenge voorschriften waaraan een Formule 1-bolide moet voldoen. Er zijn relatief maar weinig Nederlanders die zich Formule 1-coureur mogen noemen. Auto- en motorsport mogen zich verheugen op grote belangstelling in Nederland: naast het aantal fans (op elk circuit ter wereld zijn wel Nederlandse vlaggen te zien), heeft Nederland een aantal prachtige circuits zoals Circuit Park Zandvoort en TT-Circuit Assen dat oorspronkelijk voor motoren is aangelegd.

Formule 1 dure aangelegenheid

Dat er weinig Nederlanders in de koningsklasse van de autosport hebben gereden, heeft voornamelijk te maken met het gebrek aan geld. Talent genoeg, maar Formule 1 is een dure aangelegenheid. Mede daarom is het optreden in een Formule 1-race voor een aantal Nederlandse autocoureurs beperkt gebleven tot 1 of een aantal races. Daarnaast heeft een aantal van hen qua team niet altijd de beste keuze gemaakt.

De 1e landgenoten die hun opwachting maken in de Formule 1 zijn Jan Flinterman en Dries van der Lof in 1952. Het is de Koninklijke Nederlandse Automobielclub die in 1952 2000 gulden betaalt om 2 Nederlanders te laten debuteren tijdens de Grote Prijs van Nederland op het circuit van Zandvoort.

Dries van der Lof

Dries van der Lof rijdt 1 GP en dat is voor Hersham and Walton Motors. Hij weet zich als beste Nederlander op de 14e positie te kwalificeren. Van der Lof rijdt 70 van de 90 ronden en valt uit. Na zijn autosportcarrière wordt Van der Lof voorzitter van de Nederlandse Ferrari Club.

Jan Flinterman

Jan Flinterman is 20 als de Duitsers ons land binnenvallen. De luchtmachtpiloot wijkt uit naar Engeland en wordt piloot in een Spitfire. Hij krijgt de bijnaam Crazy Flint. Flinterman ontvangt meerdere hoge onderscheidingen. Onder andere door een zwaar luchtgevecht boven Parijs in zijn voordeel te beslechten.

Flinterman begint in 1950 te racen in de Formule 3 in een Cooper-BSA. In 1952 zijn hij en Dries van der Lof de eerste Nederlanders in de Formule 1. Flinterman start als 16e. Hij rijdt in een Maserati A6GCM van Escuderia Baneirantes en moet de Italiaanse bolide naar de pits sturen met een probleem aan de achteras. Hij neemt, dat mag dan nog, de racewagen van zijn Braziliaanse teamgenoot Chico Landi over en wordt 9e op 7 ronden achterstand van winnaar Alberto Ascari. Hij neemt later in zijn bestaan zitting in de raad van bestuur van Martinair.

Jonkheer Carel Godin de Beaufort

Met zijn rijzige gestalte en zijn 118 kilo krijgt jonkheer Carel Godin de Beaufort de bijnaam Careltje. Hij wordt in de wereld van de autosport zeer gewaardeerd, omdat hij het als amateur opneemt tegen de grote fabrieksteams. De kasteelheer rijdt met de naam van zijn eigen team, Ecurie Maarsbergen, in zijn eigen, voornamelijk bij Porsche ingekochte, bolides. Godin de Beaufort rijdt nog 2 races in een Maserati en 1 in een Cooper.

Zijn lengte en gewicht spelen hem parten tijdens zijn gehele autosportcarrière. Vanwege dat gewicht en de daarmee ongunstige gewicht-motorkracht-verhouding, probeert de jonkheer af te vallen, hetgeen betekent dat het hele team moet lijnen.

Hij start voor het eerst in de Formule 1 in Duitsland in 1957. Hij kwalificeert zich als 20e en eindigt de race op de 14e plaats. Godin de Beaufort baart opzien door zich in 1958 met een sportwagen, een Porsche RSK, in te schrijven voor de GP van Nederland. Hij start als 17e en eindigt als 11e.

Tijdens een sportwagenrace in 1959 in Berlijn maakt hij een enorme klapper: hij vliegt over de steile wand van de AVUS-ring. Bomen breken zijn val en tot stomme verbazing van iedereen wil de Nederlander even later weer de baan op. Hij krijgt de zwarte vlag en moet daarom opgeven.

Godin de Beaufort rijdt in totaal 31 races in de Formule 1. Zijn eerste opwachting maakt hij in 1957, zijn laatste in 1964. Hij weet als eerste Nederlander punten te scoren in de hoogste klasse van de autosport. Hij wordt in 1963 uitgeroepen tot beste privécoureur in de Formule 1.

Godin de Beaufort probeert zich op 1 augustus 1964 te kwalificeren voor de GP van Duitsland op de beruchte Nürburgring. Hij rijdt in een verouderde voormalige Formule 2-Porsche 718. Hij vliegt tijdens de zaterdagtraining van de baan en raakt zwaar gewond. Jonkheer Carel Godin de Beaufort bezwijkt op 2 augustus in een ziekenhuis in Keulen aan zijn verwondingen. Hij is 30 jaar geworden.

Carel Godin de Beaufort

Carel Godin de Beaufort in zijn rode Cooper.

Ben Pon

Ben Pon is zoon van Volkswagenimporteur Ben Pon. Voor het Ecurie Maasbergen van Carel Godin de Beaufort rijdt hij zijn enige Formule 1-race in een Porsche 787 4-cilinder. Op 20 mei 1962 start hij tijdens de GP van Nederland. Al in de 2e ronde is het voor Pon einde oefening: hij komt in een plas olie terecht, spint en wordt uit de bolide geslingerd. Wonder boven wonder is hij ongedeerd. Hij zweert nooit meer in een singleseater (een open racewagen voor 1 persoon) te stappen. In 1972 vertegenwoordigt Ben Pon Nederland op de Olympische Spelen in Duitsland op het onderdeel kleiduivenschieten.

Formule 1

Ben Pon in actie.

Jonkheer Gijs van Lennep

Een vakjury roept in 1999 de 2e jonkheer in dit rijtje uit tot beste Nederlandse coureur van de 20e eeuw: jonkheer Gijs van Lennep. De betaalde fabriekscoureur voor onder meer Porsche doet het beter in sportwagens dan in singleseaters. In 1973 wint hij met de Zwitser Herbert Müller de levensgevaarlijke Targa Florio op Sicilië in een Porsche 911 Carrera RSR. In 1971 wint hij met de Oostenrijkse jurist Helmut Marko voor Porsche de 24 uur van Le Mans in de hoogste klasse. In 1976 is hij wederom winnaar met Porsche van de zwaarste langeafstandsrace op de autosportkalender. Ditmaal zegeviert hij met de Belg Jackie Ickx op Le Mans.

In 1971 schrijft de Stichting Autoraces Nederland hem in met een Surtees-Ford voor de GP van Nederland. Gijs van Lennep: “In 1971 was ik net met de 24 uur van Le Mans klaar of ik moest naar Zandvoort voor mijn eerste Formule 1-race. Ik had nog nooit een meter in een Formule 1-wagen gereden en stapte op vrijdagmiddag in de bolide. Ja, het was wel wat vermoeiend zo kort na Le Mans. Ik was blij dat het regende, want ik kan goed regen-rijden en de krachten zijn dan minder groot omdat je 10 seconden langzamer gaat. Je moet je alleen niet vergissen.’’ In de regen pakt de debutant de wereldkampioenen Graham Hill (wereldkampioen in 1962 en in 1968) en Jackie Stewart de (de wereldkampioen van dat jaar). “Ik werd uiteindelijk achtste (start als 21e), niet gek voor een eerste race,’’ aldus Van Lennep in de Gooi- en Eemlander.

Gijs van Lennep rijdt in totaal 9 races in 4 jaar Formule 1. Hij behaalt op Zandvoort het eerste punt voor het team van Frank Williams dat later menig wereldkampioenschap voor coureurs als voor teams in de wacht weet te slepen. Van Lennep behaalt in die 4 jaar 2 WK-punten. In 1975 rijdt hij 3 races voor het Ensign-team. In die bolide rijdt hij zijn laatste Formule 1-race op de Nürburgring in Duitsland waar hij 1 punt in de wacht weet te slepen. Van Lennep over de Ensign in het boek Dwars door de Tarzanbocht: “Dat ik notabene op de Nürburgring een punt met die schijtbak haalde, was eigenlijk een wonder. Die auto was gewoon niet te besturen.”

Na de 2e legendarische overwinning van Gijs van Lennep tijdens de 24 uur van Le Mans in 1976 hangt hij zijn helm aan de wilgen en racet hij alleen nog maar als amateur.

Gijs van Lennep

Gijs Van Lennep wisselt van banden op Zandvoort.

Roelof Wunderink

In 1975 rijdt Roelof Wunderink 6 officiële Formule1-races voor het Ensign-team met geld van sponsor HB Bewaking. Hij rijdt met verouderd materiaal en weet zich niet altijd te kwalificeren voor de race of valt uit met problemen aan de auto. Zijn eerste race rijdt hij in Spanje, zijn laatste in de Verenigde Staten. Hij behaalt geen punten voor het WK. Aan het eind van het seizoen houdt Wunderink het voor gezien.

Johan ‘Boy’ Hayje

Boy Hayje is in 1976 en 1977 actief in de Formule 1. In 1976 rijdt hij voor het Amerikaanse Penske en in 1977 voor het Britse March. Hij schrijft zich 7 keer in voor een Formule 1-race en weet zich 3 maal te kwalificeren. Hij valt 2 keer uit en de keer dat hij de finish haalt is de achterstand te groot om in de einduitslag te worden opgenomen. Hayje behaalt geen punten.

Michael Bleekemolen

Michael Bleekemolen probeert zich voor het Formule 1-team van March in 1977 te kwalificeren voor de GP van Nederland hetgeen niet lukt. Het jaar daarop rijdt hij voor het team van ATS. Van de 4 kwalificaties weet hij er 1 te verzilveren in een start. Hij racet op Watkins Glen in de Verenigde Staten maar moet de race in ronde 43 staken wegens een olielek. Hij keert verdienstelijk terug naar het Europese Formule 3-kampioenschap waar hij in het eindklassement eindigt als 2e achter de latere Franse wereldkampioen Formule 1 Alain Prost. Michaels zonen Sebastiaan en Jeroen zijn eveneens coureur.

Formule 1

Michael Bleekemolen op het circuit.

Jan Lammers

Jan Lammers is een geboren coureur. Als protegé van slipexpert Rob Slotemaker haalt hij de meest fantastische capriolen uit in een Simca. Als Slotemaker de stunts doet voor de film Le Mans uit 1971 met Steve McQueen in de hoofdrol, is Lammers van de partij. Hij toont zijn pirouetjes aan de acteur en ontvangt een foto met een handtekening. Het is de eerste kennismaking met Le Mans, de langeafstandsrace die hij in 1988 met Andy Wallace en Johnny Dumfries op zijn naam weet te zetten.

Lammers maakt zijn debuut in de koningsklasse in 1979 in een Shadow, een bolide die zich absoluut niet kan meten met de besten. In zijn eerste jaar is de 9e plaats in Canada de hoogste klassering. Van de 15 pogingen in 1979 weet hij slechts 3 maal te kwalificeren.

Hij rijdt in 1980 in een ATS. Hij weet zich in de eerste 3 races niet te kwalificeren en wordt vervangen om later in dat jaar weer terug te keren bij ATS. Hij weet zich tot stomme verbazing van velen voor de GP van de Verenigde Staten te kwalificeren als 4e! Na de start is het na 100 meter al weer voorbij voor de Zandvoorter: met een gebroken as moet hij opgeven. Lammers wordt vervangen. Jan Lammers maakt de rest van het seizoen af bij Ensign en weet één 10e plaats in de wacht te slepen.

Lammers krijgt in 1981 een uitnodiging om bij de latere wereldkampioensteam Brabham te rijden dat in handen is van Bernie Ecclestone. Vanwege gebrek aan geld gaat de overstap niet door.

In 1981 rijdt hij 4 races voor ATS en wordt wederom vervangen (door de drummer van popgroep ABBA), ditmaal vanwege geldgebrek van het team en zijn slechte verstandhouding met de teamleiding. In 1982 rijdt hij een aantal races voor Theodore Racing.

Daarna volgt het langste ‘sabbatical’ uit de geschiedenis van de Formule 1. Na 10 jaar keert Lammers terug in de Formule 1. In 1992 rijdt hij 2 races voor March en laat hij zien dat hij het nog kan. In de regen in zijn voorlaatste race behoort hij in training tot de snelsten en in zijn laatste race eindigt hij als 12e. Lammers zou het volgende jaar voor March rijden, maar het team gaat failliet.

Jan Lammers heeft door pech en geldgebrek nooit helemaal kunnen laten zien wat hij kan in een goede Formule 1-bolide. Zo zou hij de geblesseerde Alain Prost bij Renault vervangen. Hij breekt zelf zijn duim waardoor deze kans onbenut blijft. Jan Lammers behaalt geen WK-punten.

Jan Lammers

Jan Lammers.

Huub Rothengatter

Huub Rothengatter rijdt 30 races in de Formule 1 voor teams die weinig kans maken op een goede klassering. Hij rijdt in 1984 voor Spirit-Honda en in 1985 voor Osella. Voor dat laatste team zal hij zijn beste prestatie uit zijn loopbaan halen: hij wordt 7e in Australië. Hij rijdt in 1986 voor het laatst in de hoogste klasse van de autosport voor Zakspeed. Huub Rothengatter behaalt in 30 races geen punten. Na zijn carrière als coureur wordt hij manager van Jos Verstappen.

Huub Rothengatter

Huub Rothengatter.

Jos Verstappen

De zeer getalenteerde Jos Verstappen begint met karten op zijn 8e. Hij wint vele internationale races en 2 Europese titels. In 1991 maakt hij de overstap naar de autosport en belandt uiteindelijk in de Formule 3. Daar wint hij de prestigieuze Marlboro Masters of Formula 3 en wint het Duits Formule 3-kampioenschap.

In 1994 wordt de Limburger testcoureur bij het Formule 1-team van Benneton. Hij moet de geblesseerde JJ Lehto vervangen in de door Michael Schumacher ontwikkelde auto. Schumacher heeft een geheel eigen afstelling en het is voor iedere coureur in de Benneton moeilijk een voor die rijder juiste afstelling van de wagen te bewerkstelligen. Hij behaalt als eerste Nederlander het podium: een 3e plaats in Hongarije en eveneens een 3e plaats in België.

Tijdens de GP van Duitsland van dat jaar gaat het tijdens een pitstop helemaal fout: er komt benzine op hete onderdelen waardoor de wagen in de fik vliegt. Verstappen weet de bolide te verlaten, maar houdt er verbrandingen aan over. Voor de laatste 2 races wordt hij vervangen door Johnny Herbert.

Het jaar daarop rijdt Verstappen voor Simtek, een noodlijdende renstal. Het team gaat na de GP van Monaco failliet. In 1996 rijdt hij voor Arrows. Maar door geldgebrek kan de auto niet worden doorontwikkeld. Verstappen mag blij zijn dat hij een enorme klapper tijdens de GP van België kan navertellen. Hij houdt er een langdurige nekblessure aan over.

In 1997 bestuurt Verstappen de Tyrrell Ford, de enige auto met een 8 cilindermotor. De Tyrrell kan tegen de 10 cilinders van de andere teams geen potten breken. Tyrrell wordt aan het eind van het seizoen verkocht en de nieuwe eigenaar kiest voor geld in plaats van voor het talent van Verstappen. In 1998 rijdt hij een paar races voor het Team van oud-wereldkampioen Jackie Stewart. De auto is niet betrouwbaar. Ook krijgt zijn teamgenoot betere onderdelen waardoor aan het eind van het seizoen Verstappen en Stewart uit elkaar gaan.

In 1999 wordt hij testcoureur bij Honda. Het team zou in 2000 gaan racen en Verstappen wordt een stoeltje beloofd. Als ontwerper Harvey Postlethwaite plotseling overlijdt, is deze mogelijkheid te rijden voor een topteam voorbij.

In 2001 en 2002 rijdt Verstappen voor Arrows en hij behaalt af en toe hoge top-10 noteringen. Tijdens de GP van Maleisië start hij als 18e. Na een wereldstart rijdt hij 6e en als het begint te regenen rijdt hij op de 2e plek vlak achter leider Michael Schumacher. De baan droogt op en Verstappen eindigt als 7e. “Jos was flying”, complimenteert wereldkampioen Schumacher zijn vriend en collega Verstappen.

Geldgebrek van het team zorgt ervoor dat Verstappen voor het seizoen 2002 wordt vervangen. De Limburger rijdt in 2003 voor het Italiaanse achterhoede team Minardi. Ook al bewijst hij in de regen nog steeds 1 van de snelste en dapperste coureurs van het veld te zijn, de auto heeft geen potentie. Teleurgesteld zegt Verstappen niet meer in de achterhoede te willen rijden. Verstappen rijdt 107 races, bereikt 2 maal het podium en haalt 17 punten.

Na de Formule 1 is Verstappen redelijk succesvol in de A1 GP. Hij wint in 2008 samen met Jeroen Bleekemolen en Peter van Merksteyn sr. de LMP 2-klasse van de 24 uur van Le Mans. Jos Verstappen richt zich daarna op het coachen van zijn zoon, supertalent Max Verstappen.

Jos Verstappen

Jos Verstappen.

Christijan Albers

Christijan Albers wordt in 2003 2e in het Deutsche Tourenwagen-Masters-kampioenschap. Hij maakt zijn debuut in 2005 voor Minardi en haalt daar zijn enige punten. Het is tijdens de GP van de Verenigde Staten dat de coureurs die op Michelinbanden rijden niet mogen starten vanwege het gebrek aan veiligheid van die banden bij hoge snelheid. Maar 6 auto’s komen aan de start en Albers eindigt als 5e en haalt 4 punten voor het WK binnen.

In 2006 rijdt hij voor Midland dat later wordt overgenomen door het Nederlandse Spyker F1. Vanwege de kosten wordt de auto niet doorontwikkeld hetgeen in de Formule 1 achteruitgang betekent. Hetzelfde geldt voor het seizoen 2007. Christijan Albers behaalt in 46 races 4 punten. Na de Formule 1 wordt hij onder andere teambaas bij Catherham F1.

Christijan Albers

Christijan Albers, Grand Prix in Melbourne.

Robert Doornbos

Robert Doornbos is van oorsprong een talentvol tennisser als hij in 1998 de GP van België bezoekt. Hij is meteen verslaafd en begint met autosport. Hij rijdt Opel Lotus, Formule Ford en Formule 3. Door zijn goede resultaten in de Formule 3000 wordt hij gekozen als testrijder voor het Formule 1-team van Jordan. Hij debuteert in 2005 voor Minardi tijdens de GP van Duitsland als teamgenoot van Christijan Albers.

Hij rijdt in 2006 voor Red Bull Racing als testrijder, maar mag de laatste 3 races voor het team starten tijdens de race. In China eindigt Doornbos als 12e, in Japan als 13e en in zijn laatste optreden in de Formule 1 in Brazilië als 12e. Robert Doornbos weet geen punten te scoren. Na de Formule 1 rijdt hij onder andere in de VS in de Champcars.

Formule 1

Robert Doornbos voor de race in Spanje.

Guido van der Garde

Guido van der Garde is jarenlang testcoureur voor verschillende teams. Hij maakt zijn racedebuut voor het Formule 1-team van Catherham in 2013. Hij rijdt het hele seizoen in de achterhoede vanwege de slechte prestaties van de auto. In 2014 is hij testrijder bij het Zwitserse Sauber. Hij tekent een contract met het team om te racen voor het seizoen 2015. Het team heeft echter geldproblemen en wil voor de eerste race in Australië een andere coureur inzetten. Van der Garde gaat naar de rechter en haalt zijn gelijk. De 2 partijen komen tot een miljoenenovereenkomst. Maar zijn carrière als Formule 1-rijder is voorbij.

Guido van der Garde

Guido Van Der Garde op Silverstone.

Max Verstappen

Max verstappen wordt vergeleken met de grootste talenten die de autosport heeft voortgebracht en dan met name met de legendarische Ayrton Senna da Silva. Hij wint in de karts zo ongeveer elke belangrijke race. Hij maakt in 2014 de overstap naar de autosport. Verstappen rijdt Formule 3 voor Frits van Amersfoort Racing en maakt direct grote indruk. Tevens wint hij in dat jaar, net als zijn vader, de Masters of Formula 3 op Zandvoort.

Verstappens vader en moeder tekenen in 2014 een formule 1-contract bij Red Bull Racing. Dit omdat hij dan pas 17 jaar is. Op die leeftijd maakt hij in 2015 zijn debuut voor satellietteam Toro Rosso. Verstappen haalt als 17-jarige punten in de Formule 1. In 2016 begint het seizoen wederom bij Toro Rosso. Vanwege tegenvallende prestaties van Red Bull-coureur Daniil Kvyat vervangt Verstappen hem voor de GP van Spanje.

Het ongelofelijke geschiedt: Max Verstappen wint zijn 1e race voor Red Bull en is de 1e Nederlander die een Grote Prijs voor Formule 1-bolides op zijn naam mag schrijven.

Superlatieven tekort voor Max Verstappen. Zeker als hij in de stromende regen tijdens de GP van Brazilië van achteraan het veld uiteindelijk als 3e weet te eindigen. De 1 na de ander weet hij te passeren alsof ze stilstaan. De Brazilianen juichen tijdens de race zo hard voor de jonge Nederlander dat die dat over zijn boordradio, ondanks het geschreeuw van zijn motor, kan horen. De Brazilianen vergelijken hem met hun Senna. Coureurs, onder wie oud-wereldkampioenen, noemen de prestatie van Verstappen 1 van de grootste ooit vertoond in de Formule 1.

Formule 1

Max Verstappen na de winst in Frankrijk in 2021.

(Bron: grandprix.com, Historic Racing, Autorensportvrienden, Gooi- en Eemlander, Hans van der Klis-Dwars door de Tarzanbocht, ANP)

Geef een reactie