Luilak, het uitstervende kwajongensfeest?
’s Ochtends vroeg belletje trekken en herrie maken: het mag allemaal op Luilak. Op de zaterdag voor Pinksteren gaan kinderen de straat op om langslapers en laatkomers te wekken en te bespotten. Luilak wordt echter steeds minder gevierd. Over de oorsprong van dit ‘kwajongensfeest’ bestaan verschillende verhalen.
Belletje trekken
Eén keer per jaar, met Luilak, mag je in de vroege ochtend belletje trekken, met je fiets door de buurt met blikjes aan je bagagedrager gebonden, fikkie stoken en die vervelende buurman uit zijn bed zingen. En dan naar de bakker voor luilakbollen. Als kind kijk je uit naar dit feest: de buurt behoort één keer per jaar toe aan herrie makende jongeren, hetgeen een machtig gevoel geeft! Hoewel de bedoeling van Luilak onschuldig is, heeft de politie in de loop der jaren heel wat overwerk tijdens het feest. Sommige winkeliers spijkeren beschermende platen voor het raam en zijn blij als “de ellende” er weer voor een jaar op zit.
Het is dus zaak dat als je op Luilak wilt uitslapen, je op vrijdagavond al je bel uitzet, je brievenbus dichtplakt en je fiets en je vuilnisbak binnen zet. Anders vraag je er gewoon om, om op Luilak je bed te worden uit getrommeld! Dit gaat gepaard met het zingen van een eeuwenoud lied:
Luilak
Beddezak
Kermispop
Staat om negen uren op
Negen uren, hallef tien
Dan kan men die luilak zien
Er bestaan ook variaties op het spotlied die in de loop der tijd zijn aangepast. Tevens verschilt de viering in dorpen en steden van elkaar.
Herkomst
Over de herkomst van Luilak bestaan uiteenlopende versies. Het zou te maken hebben met andere spotfeesten als 1 april. Volgens een andere overlevering zijn er overeenkomsten met Germaanse vruchtbaarheidsfeesten die van oudsher in Noordwest-Europa aan het begin van de lente worden gevierd. Het lawaai is bedoeld om de lente uit de winterslaap te wekken en de winterdemonen te verdrijven.
Weer anderen zien een verbinding van Luilak met het joodse Leilach. Leilach betekent ‘gift van God’. Tijdens het feest bedankt men God voor de oogst en brengt men offers. Mannen lezen de hele nacht de Thora omdat men zich volgens de overlevering tijdens het feest in het joodse jaar 3308 zou hebben verslapen.
Piet Lak
Volgens weer een andere lezing hebben we aan Piet Lak het kwajongensfeest te danken. In het Rampjaar 1672 vallen Engeland, Frankrijk en de Bisdommen van Münster en Keulen de Republiek der zeven verenigde Nederlanden aan. Franse troepen trekken op naar Amsterdam en zijn de stad tot op 35 kilometer genaderd. De nachtwacht van het stadhuis op de Dam, later het paleis op de Dam, Piet Lak, moet voor de naderende troepen waarschuwen. Maar hij is in slaap gevallen! De Franse troepen bereiken Amsterdam overigens nooit.
Piet Lak wordt vanaf dat moment ‘Luie Lak’ genoemd, hetgeen later Luilak zou zijn geworden. De herrie tijdens Luilak zou Piet Lak wakker moeten houden. De bevestiging voor dit verhaal is op te maken uit de klucht De besteedster van meisjes en minnemoers of School voor dienstmeiden van Jacob de Rijk uit 1728. ‘Luie Lak’ komt hier regelmatig in voor.
Ook kan het zijn dat het woord Luilak is afgeleid van het woord luizak wat al in 1635 in het Nederlandse taalgebied wordt gebruikt.
Luilak en Pinksterblom
We vieren Luilak als de winter definitief voorbij is en de natuur weer in bloei staat. Mensen maken in het verleden dan hun huis schoon tijdens de grote schoonmaak en de handen moeten uit de mouwen. Voor langslapers en laatkomers is daarom geen tijd. Degenen die niet vroeg opstaan, krijgen de spot van de jeugd over zich heen, worden luid gewekt en moeten trakteren. Een jongen, vaak een langslaper of laatkomer, wordt met een kroon van brandnetels tot Luilak gekroond.
Daar tegenover staat de Pinksterblom of Pinksterbruid. Een meisje wordt getooid met groene takken. In sommige gebieden ontstaat zo een verbinding tussen de Luilak en de Pinksterblom. De winterdemonen worden verjaagd en de zomergeest wordt feestelijk verwelkomd.
Veranderend karakter
In de loop der eeuwen verandert het karakter van Luilak. Allereerst is het, volgens de 19e eeuwse onderwijzer en geschiedkundig schrijver Jan ter Gouw, een kinderfeest. Later geeft Luilak in de 17e eeuw nog aanleiding voor grote vechtpartijen tussen mannen over wie de langslaper is. In de 19e eeuw moet de arbeider, de koopman of de dienstmaagd die het laatste op het werk verschijnt, een borrel schenken of op een glas lavas of anijs trakteren. In die tijd kan dus een volwassene de Luilak zijn. Die kan ook luilakbollen weggeven, speciaal vervaardigde bollen met rozijnen en stroop. Daarna verdwijnt de individuele Luilak en wordt het meer het feest dat we nu kennen.
Al heel lang zijn overheden bezig Luilak wat te reguleren. Het kan er hard aan toe gaan, met grote vechtpartijen als gevolg. In Haarlem bestaat vanaf 1890 tijdens Luilak een Luilakbloemennacht die nog steeds wordt gehouden. Overal organiseert de overheid vuren, optochten en muziekuitvoeringen. In Zaandam organiseert de gemeente korriewedstrijden, wedstrijden met lage karren. Het is bedoeld om ongeregeldheden te voorkomen hetgeen aardig lukt. Is het in het verleden nog gewoon om bij het opstaan nog een dode kat aan je deur te vinden, na het reguleren van overheden van Luilak staat er hooguit nog Luilak op de deur gekalkt.
Gevolg is wel dat het feest aan populariteit inboet. In steeds minder gemeenten vieren we Luilak. Wordt in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw Luilak gevierd in de hele kuststrook tussen Texel en Delft, na 1945 viert men het langslaperfeest voornamelijk in Noord-Holland.
Vechten met de Politie
Na de Tweede Wereldoorlog komt het tijdens Luilak regelmatig tot vechtpartijen tussen verschillende buurten in de grote steden. Jongeren plegen baldadigheden: tot in de jaren 50 gaat het om dichtgemaakte huisdeuren, brand in de brievenbus, kapotte ruiten en in brand gestoken autobanden.
In de jaren 60, als de autoriteit van ambtsdragers ter discussie wordt gesteld, verandert het ‘buurtje pesten’ in confrontaties met de politie. De overheden bieden gratis filmvoorstellingen aan in de nacht van Luilak. Ze organiseren voetbaltoernooien en popconcerten om de jongeren van het vechten af te houden.
Het einde van Luilak?
De folkloristische betekenis van Luilak is meer en meer naar de achtergrond gedrongen. In de meeste gemeenten wordt Luilak niet meer gevierd en veel kinderen kennen het feest niet meer. Wat jammer is, want het is de enige dag van het jaar dat je als kind weg kan komen met streken die je op andere dagen niet mag doen. Misschien is de jeugd van tegenwoordig veranderd en hebben de jongens en meisjes geen zin om ’s ochtends vroeg op te staan.
Ondanks de tanende aandacht staat Luilak op de 11e plaats in de lijst van 100 belangrijke Nederlandse tradities. Hoe lang het kwajongensfeest deze plek nog kan vasthouden, valt nog te bezien. Maar er is nog hoop op een verstoorde nachtrust in de toekomst: in de afgelopen eeuwen is het feest meerdere keren verdwenen, om dan plotsklaps weer aan populariteit te winnen.
Meer beelden van vroeger zien? Neem eens een kijkje in het online archief van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.
(Bron: euronet.nl, historiek.net, Uitkrant, beleven.org, jefdejager.nl, onsamsterdam.nl, onh.nl, Jan ter Gouw, Wikipedia)