Het Rampjaar 1672, het einde van de Gouden Eeuw
Publicatiedatum: 23 maart 2022
Het jaar 1672, in 2022 350 jaar geleden, is de geschiedenis ingegaan als het Rampjaar. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden wordt aangevallen door Frankrijk, Engeland en de bisdommen Münster en Keulen. Het Rampjaar begint met een militair incident in het Kanaal op 23 maart 1672. “Het volk is redeloos, de regering radeloos en het land reddeloos”, zo luidt een Nederlands gezegde dat de toestand in die tijd van ons land beschrijft. Het Rampjaar 1672 betekent het einde van de Gouden Eeuw.
In 1651 overlijdt stadhouder prins Willem II en breekt het Eerste Stadhouderloze Tijdperk aan. In dat tijdperk ontwikkelt de heerschappij van de regenten, een uit de koopliedenstand ontstane groep van voornamelijk stedelijke bestuurders, die zich in de 2e helft van de 17e eeuw in sociaal opzicht losmaken van de burgerij en een nagenoeg gesloten eigen maatschappelijke stand vormen. Ook breken buitenlandse handelsoorlogen uit. Tijdens deze heerschappij, die ook wel de ‘Ware Vrijheid’ wordt genoemd, zijn de regenten heersers over eigen grond en stad. De Republiek betstaat uit 7 semi-soevereine provincies, waarvan het gewest Holland het machtigste is.
Politieke tegenstellingen
Johan de Witt is sinds 1653 raadspensionaris. De Staten van Holland beslissen dat een stadhouder niet langer noodzakelijk is en ook de andere gewesten, op Groningen en Friesland na, zijn hiervan overtuigd. De graaf van Nassau blijft in die gewesten de stadhouder. De Staatsgezinden, zij die zonder stadhouder wensen verder te gaan, vinden dat het staatbelang altijd voorrang verdient boven het eigenbelang van de vorst. De Prinsgezinden zien liever dat Willem III, de postuum geboren zoon van Willem II en de Engelse prinses Maria Stuart, stadhouder zal worden als hij volwassen is. Er ontstaan politieke tegenstellingen.
De Republiek is welvarend vanwege de handel en scheepvaart en het kleinste land in Europa neemt een belangrijke en machtige positie in. De Republiek beschermt de handelsbetrekkingen door afzijdigheid en onthoudingspolitiek. Hetgeen niet lang stand houdt. Deze defensieve allianties van Johan de Witt kunnen de vijand niet buiten houden. Na de Vrede van Munster in 1648, hetgeen het einde van de Tachtigjarige Oorlog betekent, gaan de Fransen en de Engelsen over tot een nieuwe politiek. Waarin hun handel en nijverheid wordt beschermd en bevorderd. Hierdoor moet De Witt steeds meer compromissen met de Fransen en de Engelsen sluiten.
Akte van Navigatie
In 1651 stelt Engeland de Akte van Navigatie op, waardoor de scheepvaart van niet-Engelse schepen van en naar Engeland en zijn koloniën worden ingeperkt. Met deze akte willen de Engelsen de Nederlandse zeehandel frustreren. Dat leidt tot de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog van 1652 tot 1654. De schepen van de Republiek blijken voor de moderne Engelse marine geen partij. De koopvaardij en de visserij komen tot stilstand en zorgen voor onrust tegen de Staatsgezinden. Het zorgt voor een roep om de terugkeer van de Oranjes. De Engelse Lord Protector Oliver Cromwell, die Engeland op dat moment bestuurt, heeft geen zin in die terugkeer. De Oranjes zijn familie van de onder anderen door Cromwell afgezette en onthoofde Engelse koning Karel I.
In 1654 tekenen beide landen de Vrede van Westminster, waarbij de Engelsen de Aktie van Navigatie handhaven. De Engelsen eisen dat nooit meer een Oranje het stadhouderschap bekleedt. De Republiek weigert dit. Toch sluit de provincie Holland dit verdrag met Engeland in het geheim. De Akte van Seclusie genoemd. De verontwaardiging is groot als blijkt dat De Witt op eigen gezag heeft gehandeld. Door de akte versterkt de positie van de Staatsgezinden en dus van De Witt, maar het wekt de woede van de Prinsgezinden.
Nadat de vrede is getekend, zoekt De Witt toenadering tot koning Karel II van Engeland, die in 1660 de troon bestijgt. Dit verloopt niet volgens plan en in december 1660 hernieuwt Engeland de Akte van Navigatie. De Witt sluit in 1662 een overeenkomst met de Fransen, waarin beide landen elkaar hulp toerzeggen bij een aanval door derden. Ook wordt een handelsovereenkomst gesloten.
De Tocht naar Chatham
De oorlog tussen de Republiek en Engeland wordt hervat en de Engelsen raken in grote schulden. Tijdens die Tweede Engels-Nederlandse Oorlog (1665-1667) kunnen de Engelsen hun oorlogsvloot niet goed uitrusten. Aanvankelijk verloopt de oorlog niet voorspoedig, maar uiteindelijk is de Republiek aan de winnende hand. Admiraal Michiel de Ruyter vaart de Theems op en vernietigt de Engelse vloot in Chatham.
De winst voor de Republiek is tevens goed voor De Witt, die de positie van de Staten van Holland weet te verstevigen. Op 5 augustus 1667 wordt het Eeuwig Edict gesloten. Hierin leggen de Staten van Holland vast dat geen stadhouder in de Republiek in de toekomst nog de titel van kapitein-generaal of admiraal-generaal mag bekleden. Wel krijgt Willem III een plaats in de Raad van State. Tijdens de Vrede van Breda in 1667 verliest de Republiek Nieuw Nederland, het latere New York, aan Engeland en krijgt het hier Suriname voor terug.
De vloot van de Republiek is goed uitgerust, in tegenstelling tot die van het leger. Dit zal de Republiek in 1672 duur komen te staan. Ook is tijdens de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog de bisschop van Münster, Bernhard von Galen, de Republiek binnengevallen en hij verovert een aantal steden. De Republiek doet een beroep op het verdrag met Frankrijk, wat leidt tot vrede met de bisschop van Münster in 1666.
Willem kapitein-generaal leger
In 1667 valt Franrijk de Spaanse (Zuidelijke) Nederlanden aan. De Franse koning Lodewijk XIV (de Zonnekoning) wil voor Frankrijk natuurlijke grenzen, zoals aan de Nederrijn. In 1668 sluiten Engeland, Zweden en de Republiek een verbond om de machtsbalans in Europa te handhaven, de Triple Alliantie. Lodewijk sluit in datzelfde jaar nog vrede en moet met een bescheiden gebiedswinst in de Spaanse Nederlanden genoegen doen. Vanwege de bemoeienissen van de Republiek met de Franse inval, verscherpt Frankrijk zijn handelspolitiek. In juli 1670 sluiten de Engelsen en de Fransen een geheime overeenkomst, het Verdrag van Dover. Waarin is besloten zich samen tegen de Republiek te keren.
Omdat een oorlog met Frankrijk dreigt, vinden sommigen een versterking van de verdedigingswerken nodig. Hierdoor ontstaat onenigheid tussen de regenten. De Witt heeft voor de landsdefensie meer geld nodig en doet daarom meerdere voorstellen aan de Staten van Holland. Zijn plannen worden uiteindelijk goedgekeurd in 1670. Daarna wordt in de Staten-Generaal gediscussieerd, omdat alle 7 gewesten de Staat van Oorlog goed moeten keuren. Rond 1670 groeit de aanhang om de prins van Oranje toe te laten tot de regering. Willem is de neef van de Engelse koning. In januari 1672 besluiten de Staten van Holland Willem tot kapitein-generaal van het leger te benoemen, hetgeen lijnrecht tegenover het Eeuwig Edict staat.
Begin Rampjaar
Het Rampjaar begint met een militair incident in het Kanaal op 23 maart 1672. Ondanks een militair verbond uit 1668, dat is gesloten tegen Frankrijk, houden de Engelsen een vloot met 70 Nederlandse schepen, de Smyrnavloot, tegen en beginnen die te beschieten. Het is daarmee het begin van de Derde Engels-Nederlandse Oorlog.
Lodewijk heeft ondertussen een verdrag gesloten met de bisschoppen van Keulen en Münster. Hierdoor kan zijn leger van ongeveer 120.000 man over het grondgebied van de bisschoppen trekken. Op 12 juni valt het Franse leger de Republiek bij Lobith binnen. De Republiek is niet voorbereid op een aanval van de Fransen en de Engelsen. Ook de roep om Willem tot stadhouder te benoemen wordt groter en in juli 1672 wordt hij stadhouder Willem III.
De Franse opmars verloopt voor hen voorspoedig. Plunderend en moordend trekken ze door ons land. De 1e verdedigingslinie van de Republiek bevindt zich langs de IJssellinie, die via Zwolle, Deventer, Zutphen en Doesburg loopt tot aan Arnhem. De linie moet de belangrijkste provincies beschermen, maar is door de voorspoedig oprukkende Fransen niet meer van belang. Al op 8 juni geven de Staten van Holland opdracht tot het onder water zetten van de 2e verdedigingslinie, de Hollandse waterlinie, die loopt van de Zuiderzee tot aan de Merwede. Eind juni staat bijna het gehele gebied tussen Amsterdam, Muiden, Gorinchem en Dordrecht onder water.
3 provincies bezet
Willem weet in de zomer een samenwerking met Brandenburg en de Habsburgse keizer te bewerkstelligen. Op 15 juni staat Willem met het leger voor Utrecht. De Utrechters zijn bang voor plunderingen van het uitgeputte leger en houden de poorten dicht. De Staten-Generaal besluiten de stad niet te verdedigen en het leger rukt op naar de Hollandse Waterlinie. Op 26 juni valt Utrecht in handen van de Fransen. Op 5 juli geeft Overijssel zich over aan de bisschop van Münster. Waarna de Fransen Gelderland innemen. In enkele weken tijd zijn 3 provincies door de vijand bezet.
De zeemacht is in tegenstelling tot het leger goed georganiseerd, ook al krijgt admiraal Michiel de Ruyter maar de helft van zijn schepen ter beschikking vanwege geldgebrek. De Ruyter vecht op 7 juni tegen een Engels-Franse vloot in de zeeslag bij Solebay. De slag eindigt onbeslist, maar de Republiek is de morele winnaar: hoewel zwaar in de minderheid weet De Ruyter een landing van de Engelsen en de Fransen op de Nederlandse kust te voorkomen.
Opstanden
Ondertussen lopen de gemoederen onder de bevolking op. Het voelt zich in de steek gelaten door de eigen leiders en vreest de vijand. Opstanden breken uit in de Republiek en mensen vluchten naar het westen. Het volk zoekt een zondebok en vindt die in de staat. De populariteit van Willem groeit, terwijl De Ruyter en De Witt de successen van de oorlog tot op dat moment op hun naam hebben staan. De Staten-Generaal wil de vredesbesprekingen openen en stuurt een delegatie naar Lodewijk. Dit tegen de zin van De Witt. Bij het volk ontstaat het idee dat de regenten de Republiek aan de Fransen willen overgeven. De Fransen eisen een onvoorwaardelijke overgave.
Het volk verliest het vertrouwen in het bestuur en er breekt op 24 juni oproer uit in Dordrecht. Het volk wil de vernietiging van het Eeuwig Edict en op 29 juni wordt Willem verheven tot stadhouder in Dordrecht. De steden Gouda, Schiedam en Delft volgen, waarna de Staten-Generaal Willem tot stadhouder benoemen. Zeeland volgt op 16 juli. De eis van de overgave van de Fransen wordt verworpen en Willem probeert tevergeefs vrede te sluiten met zijn oom, de koning van Engeland.
Gebroeders De Witt gelyncht
In juli verschijnen pamfletten waarin de regenten de schuld krijgen van alle ellende in de Republiek. Johan de Witt wordt afgeschilderd als de grootste schurk. Dat, terwijl hij en zijn broer Cornelis veel voor de Republiek hebben betekend. Cornelis wordt gevangen genomen in Den Haag, op beschuldiging van het maken van een moordcomplot tegen Willem. Johan de Witt dient zijn ontslag in op 4 augustus. Johan en Cornelis de Witt worden op 20 augustus 1672 door een woedende menigte van Oranjegezinden in Den Haag gelyncht. Willem heeft geen poging ondernomen om de daders te bestraffen. Het is een donkere bladzijde uit onze geschiedenis.
De Duitse legers van de bisschoppen van Münster en Keulen trekken eind juni en begin juli op naar Groningen en Friesland. Coevorden wordt ingenomen. Ze bestoken de stad Groningen, maar na een maand, op 28 augustus, staken ze de belegering en gaan naar Overijssel. De Staten-Generaal geven Willem het verheffings- en benoemingsrecht van regenten in Holland. Hij weet uiteindelijk alle provincies te overtuigen om hem dat recht te geven. Het maakt van hem de machtigste man in de Republiek.
Keerpunt en gevolgen
Eind september bestaat het leger uit zo’n 75.000 man. De herovering van Woerden mislukt. De Fransen vallen op 27 december de Hollandse Waterlinie aan. De Franse maarschalk Luxembourg rukt op naar de waterlinie die is dichtgevroren. De sneeuw verhult echter hoe slecht het ijs is en tijdens de overtocht van Luxembourg ontstaan er scheuren in het ijs. De dooi breekt aan en het Franse leger komt vast te zitten. Uiteindelijk trekken de Fransen zich daardoor terug en plunderen Bodegraven en Zwammerdam. Waarna ze de steden in brand steken en de bevolking uitmoorden.
Het 2e jaar van de oorlog vraagt van beide partijen grote militaire en financiële inspanning. Het volk krijgt te maken met de sociaaleconomische impact van de oorlog: er lijkt geen einde aan te komen. Willem sluit bondgenootschappen tegen Frankrijk met de Habsburgse keizer, Spanje en Lotharingen in 1673. Deze zogenaamde Quadrupel Alliantie neemt het bevoorradingscentrum van de Fransen in Bonn in handen. In Engeland krijgt de anti-Franse partij de overhand, waardoor de koning niet langer financieel wordt gesteund in de strijd tegen de Republiek.
Vredesverklaring
Ook Lodewijk trekt zich terug: in november 1673 ontruimen de Fransen Utrecht en verlaten de bezette provincies van de Republiek. Op 19 februari 1674 wordt de Tweede Vrede van Westminster getekend en is de Derde Engels-Nederlandse Oorlog voorbij. Op 22 april volgt de vredesverklaring met de bisschop van Münster en op 11 mei met die van Keulen. Het Rampjaar 1672, dat ongeveer 17 maanden duurt, is hiermee afgesloten. Maar de oorlog is nog niet voorbij. In 1678 maakt de Vrede van Nijmegen een einde aan de Hollandse Oorlog waarvan het Rampjaar 1672 slechts het begin is.
Het Rampjaar heeft grote gevolgen voor de Republiek. Het markeert het einde van het Eerste Stadhouderloze Tijdperk. Tevens is er weinig meer over van de rijkdom van weleer. De Gouden Eeuw is voorbij. Het Rampjaar 1672 geldt als een dieptepunt in de Nederlandse geschiedenis.
(Bron: Luc Panhuysen, Historiek.net, Rampjaarherdenking.nl, drs. Jessie Pietens, drs. Merle Lammers, Wikipedia. Foto: Shutterstock)