Heeft Marinus van der Lubbe de Duitse Rijksdag in 1933 aangestoken?
Publicatiedatum: 26 februari 2023
Op 27 februari 1933, in 2023 90 jaar geleden, word in Berlijn het Rijksdaggebouw, het gebouw van het Duitse parlement, in brand gestoken. Als schuldige van de daad wordt de Nederlandse communist Marinus van der Lubbe aangewezen. Hij krijgt hiervoor de doodstraf. De brand komt de nazi’s goed uit: ze breiden hun macht uit en rekenen af met tegenstanders. Er wordt nog steeds gespeculeerd over wie er verantwoordelijk is voor de brand.
Meerdere brandhaarden
Op 27 februari 1933 om iets na 21.00 uur wordt er brand gemeld in het Rijksdaggebouw in Berlijn. Als 1e wordt er brand in het restaurant geconstateerd, die snel wordt geblust. Maar kort daarna worden meerdere brandhaarden ontdekt, waaronder in de zittingszaal. Vanwege de hitte kunnen brandweerlieden moeilijk bij het centrum van de branden komen. Vlak voor 00.30 uur heeft de brandweer de brand onder controle.
De 24-jarige Nederlandse communist Marinus van der Lubbe wordt als schuldige aangewezen. Hij wordt half ontkleed en in verwarde toestand in het gebouw aangetroffen. Van der Lubbe verklaart dat hij als enige de brand heeft aangestoken. Dit zal hij tot aan zijn onthoofding op 10 januari 1934 in Leipzig volhouden.
Marinus van der Lubbe en de brand
Op 13 januari 1909 wordt in Leiden Marinus van der Lubbe geboren. Zijn vader verlaat het gezin en hij wordt tijdelijk ondergebracht in een kindertehuis. In 1921 overlijdt zijn moeder en gaat hij bij zijn getrouwde halfzuster wonen. Hij wordt leerling metselaar in 1924 en bezoekt de avondschool. Het jaar daarop wordt hij lid van de jeugdbeweging van de Communistische Partij. Van der Lubbe raakt slechtziend als gevolg van een arbeidsongeval. Hij ligt 5 maanden in het ziekenhuis en zal nooit helemaal herstellen. Hierdoor kan hij zijn beroep niet meer uitoefenen en ontvangt hij een kleine arbeidsongeschiktheidsuitkering. De opstandige Van der Lubbe raakt in conflict met de partij. Hij trekt zich weinig aan van de partijdiscipline. Hij bedankt voor de partij, maar blijft overtuigd communist.
Van der Lubbe wil in 1931 naar de socialistische heilstaat de Sovjet-Unie gaan, maar komt niet verder dan de Poolse grens. Hij vertoeft regelmatig in het buitenland. In 1932 zit hij 3 maanden in de gevangenis wegens gewelddadigheden. In 1933 gaat hij naar Berlijn na de machtsovername van de nazi’s op 30 januari. Hij propageert daar actieve opstand tegen de nazi’s. Hij probeert 3 openbare gebouwen in de brand te steken, hetgeen niet lukt. Op de 27e februari wordt hij in het brandende Rijksdaggebouw aangetroffen en gearresteerd. Hij zou met zijn daad de linkse arbeiders willen bewegen in opstand te komen tegen het nationaalsocialisme. Het tegenovergestelde gebeurt: de nazi’s weten hun macht uit te breiden en communisten worden gearresteerd en in concentratiekampen gezet.
Verkiezingen en gevolgen van de brand
Na de verkiezingen van november 1932 moeten de nazi’s een coalitie vormen, omdat ze niet de absolute meerderheid hebben. Op 30 januari 1933 komt de coalitie aan de macht, met Hitler als rijkskanselier van Duitsland. Hitler vraagt aan president Paul von Hindenburg nieuwe verkiezingen uit te schrijven. Deze verkiezingen worden op 5 maart gehouden, ongeveer een week na de brand in de Rijksdag.
Volgens Hitler en de nazi’s is de brand het begin van een communistische machtsovername. Op 28 februari voert Von Hindenburg op advies van Hitler daarom de ‘Rijksdagbrandverordening’ door. De verordening is bedoeld “ter verdediging tegen communistische staatsgevaarlijke gewelddadigheden”. Hierdoor kan iedereen die wordt beschouwd als een tegenstander, gevangen worden gezet. Tevens zijn publicaties die de nazi’s niet zinnen, verboden. Ook andere burgerlijke vrijheden worden ingeperkt. Het wordt gezien als een stap richting een éénpartijstelsel. Na de brand worden veel communisten gearresteerd en gevangengezet.
Op 5 maart winnen de nazi’s zetels, maar hebben nog steeds geen meerderheid. Ze willen de zogenaamde ‘Machtigingswet’ invoeren, waarvoor een 2 3e meerderheid nodig is. Via de Machtigingswet wordt de democratie buitenspel gezet en is de dictatuur een feit. Als er wordt gestemd over de wet op 23 maart, intimideren en arresteren nazi’s sociaaldemocratische Kamerleden, waardoor ze zijn ondervertegenwoordigd in de Kamer. De communistische Kamerleden zijn niet aanwezig: een aantal van hen zit in de gevangenis. Rechtse partijen en partijen in het midden stemmen voor, waardoor op 24 maart de democratie in Duitsland wordt afgeschaft.
Het proces van Van der Lubbe en 4 andere communisten
Op 21 september 1933 begint in Leipzig het proces tegen Van der Lubbe en 4 andere communisten: het gaat volgens de nazi’s om een communistisch complot. De anderen zijn Ernst Torgler, de voorzitter van de Duitse communistische partij, en de Bulgaarse communisten Simon Popov, Vassili Tanev en Georgi Dimitrov. Ze zouden voor de brand met Van der Lubbe zijn gezien. De aangeklaagden worden beschuldigd van brandstichting en verraad.
Van der Lubbe maakt een versufte en terneergeslagen indruk. Hij verklaart alleen te hebben gehandeld. Van der Lubbe: “Ik kan alleen maar herhalen dat ik de Rijksdag helemaal alleen heb aangestoken.” De Bulgaren bijten flink van zich af in de rechtszaal, vooral Dimitrov. De rechter verklaart Van der Lubbe schuldig, de anderen worden vrijgesproken. Van der Lubbe krijgt de doodstraf. Op 10 januari 1934, 3 dagen voor zijn 25e verjaardag, komt een eind aan het jonge leven van Marinus van der Lubbe, als hij in Leipzig door de guillotine wordt onthoofd.
Speculaties
Tot op de dag van vandaag wordt er gespeculeerd over wie de brand heeft aangestoken. Heeft Van der Lubbe alleen gehandeld of heeft hij helpers gehad? Of hebben de nazi’s zelf het gebouw in brand gestoken en hebben ze de communisten daarvan de schuld gegeven?
Volgens de nazi’s heeft Van der Lubbe hulp gehad van andere communisten. Een andere theorie is dat de nazi’s zelf de brand hebben veroorzaakt om hun machtspositie te verstevigen en met communisten af te rekenen. In 1942 doet Hermann Goering, die in 1933 president van de Rijksdag is, de uitspraak: “De enige die echt weet wat er in de Rijksdag is gebeurd ben ik, want ik heb hem in brand gestoken.” Later ontkent hij deze uitspraak te hebben gedaan.
In 2019 wordt een document in het archief van Hannover gevonden van Hans-Martin Lennings. In 1955 legt Lennings, voormalig lid van de SA, een verklaring af bij een notaris. Hierin stelt hij dat hij Van der Lubbe naar het Rijksdaggebouw heeft gereden op de avond van de 27e februari. Hij heeft dit gedaan in opdracht van SA-lid Karl Ernst. Bij aankomst ruikt hij een brandlucht en ziet hij rook. Hierdoor kan, volgens Lennings, Van der Lubbe het gebouw niet hebben aangestoken. Sommige geschiedkundigen twijfelen aan deze verklaring. Anderen zien weinig redenen om aan te nemen dat hij heeft gelogen, omdat hij zichzelf hiermee belast.
Gewillige en makkelijke zondebok
Weer een andere theorie is dat Van der Lubbe alleen de brand heeft aangestoken. Dat heeft hij immers altijd volgehouden. In de jaren 50 schrijft de West-Duitse journalist Fritz Tobias een boek over de brand, getiteld Der Reichstagsbrand. Legende und Wirklichkeit. Hierin stelt hij dat het voor 1 man wel degelijk mogelijk is om in korte tijd de Rijksdag in brand te zetten. Veel historici nemen deze stelling over. Anderen zeggen weer dat dat onmogelijk is. Zo beweert historicus Benjamin Hett in 2013 in zijn boek Burning the Reichstag dat wetenschappelijk bewijs aangeeft dat de Nederlander niet alleen heeft kunnen handelen, gezien de korte tijd die hij heeft doorgebracht in het Rijksdaggebouw en de grootte van de brand.
We zullen wellicht nooit helemaal zeker weten wie er verantwoordelijk is voor de brand in de Rijksdag. De wat sullig overkomende Van der Lubbe is een gewillige en makkelijke zondebok voor de nazi’s geweest. Zij spinnen garen bij de brand. Want na de brand breiden ze hun macht uit en rekenen ze af met politieke tegenstanders. Ze vestigen een dictatuur in Duitsland die pas in mei 1945 eindigt als de geallieerden de nazi’s hebben verslagen.
Rehabilitatie voor Marinus van der Lubbe
De familie van Van der Lubbe is jarenlang bezig geweest om hem te rehabiliteren. In 1967 besluit een Berlijnse rechtbank de doodstraf om te zetten in een gevangenisstraf van 8 jaar. Dezelfde rechtbank spreekt hem na een herzieningsverzoek in 1980 zelfs vrij. Deze vrijspraak wordt later weer ongedaan gemaakt vanwege het ontbreken van een wettelijke basis voor de heropening van de zaak. Dan wordt in 1981 het vonnis door een rechtbank in West-Duitsland ongedaan gemaakt, omdat Van der Lubbe krankzinnig zou zijn geweest. Er wordt hiertegen geprotesteerd, omdat Van der Lubbe is veroordeeld door een nazirechtbank en derhalve volledig moet worden gerehabiliteerd.
In 1998 neemt Duitsland een wet aan waardoor het mogelijk is om bepaalde vonnissen die zijn uitgesproken in de nazitijd tussen 1933 en 1945 ongedaan te maken. Pas 10 jaar later wordt Marinus van der Lubbe als gevolg van deze wet vrijgesproken.
In januari 2023 wordt het lichaam van Marinus van der Lubbe opgegraven in Leipzig. Een team van patholoog-anatomen gaat onderzoeken of de Nederlander tijdens zijn proces is gedrogeerd. Tijdens dat proces maakt Van der Lubbe een apathische en suffe indruk. Het zou kunnen dat hij scopolamine toegediend heeft gekregen, ook wel waarheidsserum genoemd. De uitslag van het onderzoek is ten tijde van het schrijven van dit artikel nog niet bekend.
Vlak voor zijn executie schrijft Marinus van der Lubbe een gedicht aan zijn familie en vrienden. Het gaat als volgt:
O, Arbeid
Niet de partijen
Niet de stellingen
Niet de woorden
Niet het zijn
Leven of sterven
Winnen of verliezen
Het is alles een
Recht of waarheid
Blijft alles het zelfde
Zonder arbeid is er geen
Arbeid alleen kost al dit leven
Leven is dus arbeid alleen.
(Bron: VRT.be, Theguardian.com, Straatpoezie.nl, AD.nl, Sueddeutsche.de, FAZ.net, Resources.huygens.knaw.nl, Welt.de, History.com, DHM.de, Duitslandinstituut.nl, Smithsonianmag.com, Wikipedia. Foto’s: ANP)