De Watersnoodramp, de grootste Nederlandse natuurramp van de 20e eeuw

In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953, in 2023 70 jaar geleden, vindt de grootste Nederlandse natuurramp plaats van de 20e eeuw: de Watersnoodramp. Zware storm en springvloed, in combinatie met springtij zorgen ervoor dat de dijken doorbreken en het water bezitneemt van delen van Zuidwest Nederland. Als gevolg van de ramp overlijden 1.836 mensen en raken tienduizenden mensen ontheemd.

Jessie Bertolei is projectmedewerker van het Watersnoodmuseum in het Zeeuwse Ouwerkerk. Hij noemt de toestand van de dijken na de oorlog slecht. Bertolei: “Er was sprake van achterstallig onderhoud en door de Tweede Wereldoorlog is dat niet goed bijgehouden. Na de Tweede Wereldoorlog is er vooral gefocust op andere zaken die door de oorlog zijn getroffen en de dijken zijn daarbij achtergebleven.”

Watersnoodmuseum

Nationale Herdenking van de Watersnoodramp bij het watersnoodmuseum

Wat gebeurt er in de nacht van de ramp? Bertolei: “Er is sprake van stormvloed: de wind stond verkeerd en de stand van de maan zorgde ervoor dat het water extreem hoog stond. Met de bijkomende storm heeft het uiteindelijk slechte invloed gehad op de al slecht onderhouden dijken. Die zijn doorgebroken en het land is onder water gelopen. Dat gebeurde in Zeeland, Zuid-Holland, West-Brabant en zelfs op Texel. Zuid-Holland is het ergste getroffen op Goeree-Overflakkee en in de Hoeksche Waard. In de plaats Oude-Tonge zijn de meeste slachtoffers gevallen, namelijk 305. Zeeland is in de breedte op veel plekken getroffen, maar in Zuid-Holland zijn veel slachtoffers gevallen, alleen in een kleiner gedeelte.”

Accepteer de cookies om dit element te weergeven.

Gigantische kracht

De weerkaarten van het KNMI zien er zorgwekkend uit voor die 31e januari. Dienstdoende meteorologen proberen uit man en macht waarschuwingen naar gebieden te sturen die door het zware weer zullen worden getroffen. Toch komen die berichten niet aan. Bertolei: “Het heeft vooral aan de communicatie gelegen dat het niet overal is aangekomen op tijd. Vroeger gingen namelijk ’s avonds alle zenders op slot. Er is wel slecht weer voorspeld, maar het bericht is niet wijd verspreid.”

Wat gebeurt er als de dijken doorbreken? Bertolei: “Er ontstonden veel stroomgaten in die dijken, waardoor het water met gigantische kracht naar binnen stuwde. En dat heeft vooral de woningen die vlak achter de dijken stonden of op lager gelegen gebieden getroffen en heeft muren en daken meegesleurd. De mensen zijn in die nacht echt overvallen. Het water kon ook niet goed weg, het bleef heel lang hoog water en heel lang stormen. Woningen die nog niet weggesleurd waren door de 1e vloed, zijn uiteindelijk toch gesneuveld of gedeeltelijk weggespoeld.”

Accepteer de cookies om dit element te weergeven.

Mensen op daken, deuren en wrakhout

Hoe houden mensen zich dan in leven? Bertolei: “Daar zijn heel veel verhalen over. Enkelen zijn op daken gaan zitten. Er zijn mensen die letterlijk dagen op daken hebben gezeten en moesten wachten tot ze werden gered. Mensen hebben zich in leven gehouden op deuren en wrakhout. Er zijn ook verhalen van mensen die op tijd weten te vluchten. Er zijn heel veel verschillende verhalen.”

Watersnoodramp

Waarom komt er op zondag 1 februari geen reactie uit de rest van het land? Heeft dat te maken met communicatie? Bertolei: “Dat heeft zeker te maken met communicatie. Je kunt je voorstellen dat het water van alles heeft beschadigd, waaronder de elektriciteitsvoorziening en masten. Dus veel communicatie was niet mogelijk.”

Schouwen-Duiveland “vergeten eiland”

Siemco Louwerse is directeur van het Watersnoodmuseum. Hij roemt Peter Hossfeld die in Zierikzee een noodzender bouwt van een oude limonadefles, een paar wc-rolletjes en een paar spoelen. Louwerse: “Van andere gebieden wist men dat er iets vreselijks aan de hand was, maar van Schouwen-Duiveland wist men dat niet. Daarom wordt dat ook wel het “vergeten eiland” genoemd. Door Peter Hossfeld wist men dat ook Schouwen-Duiveland ernstig was getroffen. Hierdoor zijn vermoedelijk veel levens gered.”

Dan daalt het water wat. Wat doen mensen in die tijd? Bertolei: ”Ik denk dat mensen nergens naar toe konden. Als je in een erg getroffen gebied zat, dan zijn de wegen overspoeld en kan je het eiland niet af. Ik denk dat de mensen een veilig onderkomen hebben gezocht. Enkelen zijn naar een veiliger gebied geëvacueerd per boot. Dus heel veel mensen die hebben op hulp zitten wachten.”

Accepteer de cookies om dit element te weergeven.

2e vloed tijdens Watersnoodramp erger dan 1e

Vervolgens komt de 2e vloed. Die is erger en verwoestender dan de 1e. Hoe komt dat? Louwerse: “Die 2e vloed kwam dus op zondag 1 februari. De kwaliteit van de dijken is heel erg slecht. De meeste dijken imploderen dan aan de binnenkant: bij de 1e vloed zie je dat het water eroverheen slaat, bij de 2e vloed storten dijken aan de binnenkant in. De 2e vloed heeft ernstige consequenties gehad, ook door de kou. Mensen in het ramgebied zitten op het dak of op een vlot en vervolgens komt die 2e vloed eroverheen. Ze raken bevangen door de kou. Ik hoor van mensen die het hebben meegemaakt, dat het onbeschrijfelijk koud was. “

Na die 2e vloed blijft het nog onrustig. Inmiddels zijn er vanaf 1 februari reddingsoperaties op touw gezet van buiten de getroffen gebieden, door onder andere de KNRM. Maar ook bemanningsleden van vissersschepen bieden hulp, evenals particulieren. Pas op maandag 2 februari wordt het weer rustiger en komt de hulp echt op gang. De omvang van de ramp wordt dan ook voor de rest van Nederland duidelijk. Kranten drukken extra edities en de NTS verzorgt extra uitzendingen.

Moerdijk

Versterken van de weg van Zevenbergschen Hoek naar Moerdijk.

Lange tijd wordt er niet over Watersnoodramp gesproken

Zo’n 72.000 mensen zijn geëvacueerd en vinden onderdak in de rest van ons land. Bertolei: “Ze hebben opvang gevonden elders in het land, zoals in Rotterdam en in delen van Brabant. Ik heb begrepen dat uiteindelijk veel Zeeuwen zijn teruggekomen. De 1 vrij snel en de ander pas decennia later. Maar je hebt ook Zeeuwen die uiteindelijk in Friesland terecht zijn gekomen of in Zuid-Holland en Brabant. Je ziet dat mensen die veel familieleden hebben verloren, elders in het land zijn gaan wonen. Die hebben er als het ware niets meer te zoeken.”

Louwerse ziet paralellen met mensen die oorlogstrauma’s hebben opgelopen. Ze kunnen er moeilijk over praten. Louwerse: “ Je ziet bij mensen die erge dingen hebben meegemaakt tijdens de oorlog, dat ze voor hun overlijden erover willen vertellen. Dat zie je bij de Watersnoodramp ook. Er komen dan verhalen naar boven die niet eerder verteld zijn, ook niet aan familieleden. (…) Lange tijd is er niet over gesproken. Door koningin Beatrix is er tijdens de 50-jarige herdenking pas aandacht gekomen voor de slachtoffers. Sindsdien en ook door het Watersnoodmuseum merk je dat de mensen, door erover te praten, er baat bij hebben. Het speelt nog steeds.”

Intergenerationeel trauma

Het aantal slachtoffers is enorm: 1.836 mensen verliezen als gevolg van de ramp het leven. Het aantal gewonden is onbekend. Bertolei: “En dan heb je het alleen over fysiek, die littekens zijn niet alleen fysiek. Je hebt zelfs mensen die last hebben van een intergenerationeel trauma, waardoor kinderen van slachtoffers er nog steeds de gevolgen van merken. Het heeft een enorme impact gehad.” Naast mensen zijn ook veel dieren het slachtoffer geworden van de ramp. Naar schatting overlijden tussen de 180.000 en 200.000 stuks vee, van koe tot konijn.

kadavers

Zo’n 150.000 ha grond staat onder water. Door de ramp zijn 4.300 huizen en gebouwen vernietigd en 43.000 huizen en gebouwen zijn beschadigd. De totale schade bedraagt ongeveer 1.5 miljard gulden, zo’n 5.4 miljard euro omgerekend naar vandaag.

Wederopbouw na Watersnoodramp

Er is weinig tijd voor bezinning: het is de tijd van de wederopbouw. Bertolei: “Veel Zeeuwen moesten gewoon door. Dat was zo in die tijd: je had geen tijd om daar een heel ding van te maken om het zo maar te zeggen. Ze hadden net die oorlog gehad en dit was weer een vervelende gebeurtenis. Je ziet dat veel Zeeuwen gewoon zijn doorgegaan en hun leven weer hebben opgepakt.”

Accepteer de cookies om dit element te weergeven.

Het land staat onder water, huizen zijn verwoest en de slachtoffers hebben vaak niets meer. Hoe is de hulp op gang gekomen voor de wederopbouw? Bertolei “Er is gigantisch veel hulp van buitenaf gekomen. Het Rode Kruis heeft daar een grote rol in gespeeld. Het buitenland heeft veel gedoneerd en er zijn zelfs hele woningen gestuurd om de mensen die alles verloren hadden een woning aan te bieden. Uit Scandinavië en Oostenrijk komen prefab houten huizen, waarvan een deel nog staat. Maar ook huisraad en dekens worden geschonken. Vanuit het hele land zijn mensen gekomen om helpen op te ruimen en te bergen. Er is ook veel dood vee dat moet worden opgeruimd. Dat is een hele klus geweest.” Op 6 november 1953 wordt het laatste gat gedicht in Ouwerkerk, op het Zeeuwse eiland Schouwen-Duiveland.

Via het rampenfonds wordt veel geld opgehaald. Nederlanders, maar ook buitenlanders doneren gul, van geld tot complete huisraden. Vanaf 7 februari wordt wekelijks het radioprogramma Beurzen open, dijken dicht uitgezonden, om geld in te zamelen voor slachtoffers. Nederlandse voetballers spelen een niet-officiële interland tegen Frankrijk om geld op te halen. In totaal wordt ongeveer 138 miljoen gulden ingezameld via verschillende acties.

Watersnoodramp

Rode Kruis-gelden worden geteld.

Deltawerken

Johan van Veen, waterstaatkundig ingenieur bij Rijkswaterstaat, voorziet een ramp als de Watersnoodramp. Al vanaf 1937 waarschuwt hij voor te lage dijken in Zuidwest-Nederland. Hij wil stormvloedkeringen bouwen en zeegaten dichten en dient kort voor de Watersnoodramp het rapport “De afsluitingsplannen der Tussenwateren” in bij de minister van Waterstaat. In de nacht van 31 januari op 1 februari krijgt Van Veen gelijk als de Watersnoodramp plaatsvindt. Hij helpt in die nacht het water te beteugelen bij Ouderkerk aan de IJssel. Hij zou toen hebben gezegd:” ’t is verschrikkelijk, maar mijn plannen komen uit de kast. Je zult het zien.”

De Deltacommissie wordt op 21 februari 1953 geïnstalleerd met Johan van Veen als secretaris. Hij wordt ook wel ‘de vader van het Deltaplan’ genoemd. De commissie presenteert nog in 1953 het Deltaplan, een verdedigingsplan tegen hoogwater. Al in 1954 wordt begonnen met de Deltawerken. Deze waterkeringen bestaan uit 5 stormvloedkeringen, 2 sluizen en 6 dammen. Het is een gedurfd en moeilijk uit te voeren project: zo is het verkorten van de kustlijn door het afsluiten van een aantal zeearmen (uitlopers van de zee in het land, zoals de Oosterschelde) met vaste dammen en beweegbare stormvloedkeringen nog nooit eerder gebouwd. Ook de bouw van grote en complexe keringen is uniek. In 1997 voltooit Rijkswaterstaat de laatste grote projecten met de Maeslantkering en de Hartelkering. The American Society of Civil Engineers noemt de Deltawerken “Eén van de zeven moderne wereldwonderen”.

Watersnoodramp

De Oosterscheldekering.

Met het voltooien van de Deltawerken is de angst voor een nieuwe Watersnoodramp niet helemaal verdwenen. Er bestaat een nieuwe vrees voor overstromingen vanwege de stijging van de zeespiegel. Bertolei: “De bouw van de Deltawerken zijn uit de Watersnoodramp voortgevloeid. Dat is een geruststelling en ik denk dat dat heel lang zo is gebleven. Je ziet nu dat met de zeespiegelstijging en de staat van de Deltawerken het weer spannend wordt. Het klimaat is onvoorspelbaarder geworden.”

Watersnoodramp op tv

Ter gelegenheid van 70 jaar Watersnoodramp heeft de NTR de 4-delige reeks Het water komt uitgezonden, gepresenteerd door Winfried Baijens. En een 7-delige reeks podwalks, waarin Winfried Baijens u op locatie mee terug in de tijd neemt. Bij de NOS is in de week van 30 januari 2023 het Watersnoodjournaal te zien, gepresenteerd door Herman van der Zandt. Dinsdag 31 januari 2023 is Herman bij Tijd voor MAX te gast om daarover te praten.

(Bron: Watersnoodmuseum.nl, Rijkswaterstaat.nl, NPOKennis.nl, Zalig-zeeland.com, PZC.nl, KNMI.nl, Wikipedia. Foto’s: ANP)

Geef een reactie