De razzia van Rotterdam en Schiedam, de grootste razzia van Nederland
Publicatiedatum: 9 november 2024
Het is de grootste razzia van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog: de razzia van Rotterdam en Schiedam. Op 10 en 11 november 1944, in 2024 80 jaar geleden, worden ongeveer 52.000 mannen tussen de 17 en 40 jaar, voornamelijk uit Rotterdam en Schiedam, weggevoerd om als dwangarbeider te worden ingezet. Vooral in Duitsland. Meer dan 400 van die mannen vinden de dood.
Operatie Sneeuwvlok
Eind 1944 komt het einde van de oorlog dichterbij, ook al moet de Hongerwinter dan nog uitbreken. In november van dat jaar zijn de geallieerden Rotterdam op tientallen kilometers genaderd. De Duitsers vrezen mogelijk verzet van Nederlanders. Daarom besluit de bezetter dat alle weerbare mannen van tussen de 17 en 40 jaar de stad uit moeten. De arbeid die ze moeten verrichten in voornamelijk Duitsland, is een bijkomstig doel, maar voor de Duitsers wel van belang. Duitsland wordt door de geallieerden aangevallen, waardoor spoorwegen moeten worden gerepareerd en tankwallen moeten worden gegraven.
De Duitsers zijn oorspronkelijk van plan om 600.000 weerbare mannen op te pakken in het westen van Nederland. Ook in Amsterdam, Den Haag en Utrecht zouden dergelijke razzia’s worden gehouden. Rotterdam en Schiedam zijn als eersten aan de beurt, omdat daar veel weerbare mannen dicht bij elkaar wonen. Tevens ligt Rotterdam op slechts enkele tientallen kilometers van het front langs de grote rivieren.
Op 21 november 1944 vindt Operatie Sneeuwvlok plaats, waarbij in Den Haag, Rijswijk en Voorburg ongeveer 13.000 mannen worden opgepakt. Veel mannen hebben gehoord van de razzia in Rotterdam en Schiedam en duiken onder. Ook in andere plaatsen in Nederland vinden razzia’s plaats.
De razzia
Op de avond van 9 november worden ongeveer 8.000 Duitse soldaten ingezet onder de codenaam Aktion Rosenstock. Belangrijke verkeerspunten als bruggen en pleinen worden bezet en telefoonverkeer is niet mogelijk. De mensen zitten als ratten in de val en hebben geen idee wat er gebeurt. De Duitse bezetter deelt pamfletten uit met de volgende mededeling:
Bevel
Op bevel der Duitsche Weermacht moeten alle mannen in den leeftijd van 17 t/m 40 jaar zich voor den arbeidsinzet aanmelden.
Hiervoor moeten ALLE mannen van dezen leeftijd onmiddellijk na ontvangst van dit bevel met de voorgeschreven uitrusting op straat gaan staan.
Alle andere bewoners, ook vrouwen en kinderen, moeten in de huizen blijven totdat de actie ten einde is. De mannen van de genoemde jaargangen, die bij een huiszoeking nog in huis worden aangetroffen, worden gestraft, waarbij hun particulier eigendom zal worden aangesproken.
Bewijzen van vrijstelling van burgerlijke of militaire instanties moeten ter controle worden meegebracht. Ook zij, die in het bezit zijn van zulke bewijzen, zijn verplicht zich op straat te begeven.
Er moeten worden meegebracht: warme kleeding, stevige schoenen, dekens, bescherming tegen regen, eetgerei, mes, vork, lepel, drinkbeker en boterhammen voor één dag.
De dagelijksche vergoeding bestaat uit goeden kost, rookartikelen en loon volgens het geldende tarief.
Voor de achterblijvende familieleden zal worden gezorgd.
Het is aan alle bewoners der gemeente verboden hun woonplaats te verlaten.
Op hen, die pogen te ontvluchten of weerstand te bieden, zal worden geschoten.
Op 10 en 11 november halen de Duitsers 52.000 mannen op tussen de 17 en 40 jaar in Rotterdam en Schiedam. Dat is zo’n 70 procent van de mannen in die leeftijdscategorie. Er zijn verzamellocaties aangewezen. Ook in Delft worden mannen meegenomen door de bezetter, maar het aantal is een stuk minder. Die mannen zijn namelijk op de hoogte van de razzia’s in Rotterdam en Schiedam en hebben zich weten schuil te houden. Hierdoor lukt het de bezetter niet om ook de resterende mannen in Zuid-Holland op te pakken.
Straatbeeld in één klap veranderd
De mannen worden van huis opgehaald en moeten meekomen of worden van straat geplukt. Gaat het niet goedschiks, dan maar kwaadschiks. Er heerst een sfeer van angst en onzekerheid. De Duitsers breken deuren open van mensen die niet willen meewerken. Ook worden er rake klappen uitgedeeld. Voor sommige mannen is dit afscheid het laatste wat ze van hun familie zullen zien. De Duitsers verdelen de opgepakte mannen over 12 plaatsten in de stad, zoals De Kuip, de garage van de RET en een aantal havenloodsen.
Niemand weet wat er gebeuren gaat en hoelang het zal duren. In stadion De Kuip worden de mannen op het veld verzameld. Het is slecht weer en ze hebben er van 10.00 uur ’s ochtends tot 22.00 uur ’s avonds gestaan. Ze krijgen niets te eten en te drinken. De spanning van de onwetendheid over het lot van de mannen is voelbaar. Ook worden de mannen bijeen gedreven in het belastinggebouw.
Er volgt een ongekende uittocht van de opgepakte mannen. Ze moeten lopen of worden per schip of zoals gezegd per trein vervoerd naar honderden verschillende plaatsten in Europa, van Amersfoort tot aan Hongarije. De Duitsers leiden de mannen vanuit bijvoorbeeld De Kuip naar het station. Daar aangekomen, worden ze tussen 2 rijen soldaten met honden de veewagons ingejaagd. Ook in Delft staan op het station de veewagons klaar om de mannen naar Duitsland te transporteren.
Het Rotterdamse en Schiedamse straatbeeld is in 1 klap totaal veranderd, want de meeste mannen van tussen de 17 en 40 jaar zijn verdwenen. Op station Haarlem en bij Wezep lukt het een aantal om te ontsnappen. Veel van die ontsnappingspogingen mislukken. Die mannen worden als voorbeeld doodgeschoten. De meeste dwangarbeiders worden naar Duitsland gebracht en daar aan het werk gezet. Zo’n 10.000 van hen worden in het oosten van Nederland tewerkgesteld.
Vreselijke leefomstandigheden
In de treinen gaan de schuifdeuren dicht en zitten de mannen in het donker. Die trein is soms 3 dagen onderweg en ze weten nog steeds niet waarheen ze worden vervoerd. In de veewagons is een kleine opening, waardoor ze kunnen zien waar ze zijn. Er is geen sanitair en de reis is verschrikkelijk.
De dwangarbeiders komen terecht in barakken waar de leefomstandigheden vreselijk zijn. Die barakken zitten vol met ongedierte. De mannen lijden honger en kou en hebben een gebrek aan kleding en schoeisel. Ze maken lange dagen en moeten vaak zware arbeid verrichten, zoals sjouw- en graafwerk. Vanwege de geallieerde aanvallen liggen ze regelmatig onder vuur.
Dwangarbeiders die niet willen meewerken, komen in een heropvoedingskamp terecht. Het kamp heeft als doel de mannen tot werk te dwingen en hun wil te breken. Ze moeten volgzaam worden en alleen maar bevelen opvolgen. De Duitsers willen daarmee deze gebroken mensen na afloop van het verblijf in het heropvoedingskamp terugsturen naar de werkkampen met reguliere dwangarbeiders, zodat hen angst wordt ingeboezemd: ze moeten bang worden gemaakt om ook in zo’n kamp terecht te komen. Voor velen is het kamp een doodsvonnis.
De geallieerden rukken intussen steeds verder op. Europa is bijna bevrijd en Duitsland wordt aan alle kanten aangevallen. De dwangarbeiders zitten vaak middenin de bombardementen. In Düsseldorf zijn Nederlandse dwangarbeiders tewerk gesteld. De industriestad telt vele dwangarbeiders, ongeveer 50.000. Onder hen bevinden zich tussen de 7.500 en 10.000 Nederlanders. Bij een Amerikaans bombardement op 23 januari 1945 rennen de aanwezige dwangarbeiders en de Duitsers naar de schuilkelder. Meestal zijn die schuilkelders alleen voor Duitsers bedoeld, maar omdat het de laatste dwangarbeiders betreft en er geen nieuwe bij komen, mogen ze toch die kelder in. Daarin zitten dwangarbeiders van 8 verschillende nationaliteiten, ook Nederlandse mannen. Ze zijn ingezet als spoorwegarbeiders op het goederenstation Derendorf. Bij het bombardement vinden 140 mannen in de schuilkelder de dood, van wie 34 Nederlanders uit Rotterdam en Schiedam.
Razzia Monument
Radio Nederland en verzetskrant Vrij Nederland uiten kritiek op de ongeveer 52.000 mannen die zijn weggevoerd door de bezetter. Vrij Nederland schrijft op 14 december 1944: “Vijftigduizend Nederlandse mannen laten zich als schapen wegvoeren en evenzoveel vrouwen zien toe hoe hun mannen en zoons weerloos naar Hitlers slachtbank worden geleid”. De meeste mannen zijn echter meegegaan onder doodsbedreigingen van de Duitsers en vanwege angst voor verraad. Daarnaast zijn er ook praktische bezwaren: arbeidersgezinnen wonen vaak met grote gezinnen in kleine huizen. Er is dus geen mogelijkheid om onder te duiken.
Lange tijd blijft de razzia een onbekend onderwerp bij veel Nederlanders. De teruggekomen dwangarbeiders praten er niet over. Een reden voor het zwijgen van de Rotterdamse en Schiedamse dwangarbeiders is de veroordeling door sommigen dat ze zich te makkelijk hebben laten meenemen. Ook de kritiek door Radio Nederland en Vrij Nederland heeft bijgedragen aan een stigmatisering van de mannen, waardoor ze moeilijk over hun verleden praten. Tevens is het de tijd van de wederopbouw: de mouwen moeten worden opgestroopt en er is geen tijd voor “slachtofferschap”. De laatste decennia is daar echter verandering in gekomen en worden de dwangarbeiders gezien als slachtoffers van de nazi’s. Een deel van hen is getekend voor het leven.
Aan de Parkkade in Rotterdam is op 10 november 2023 het Razzia Monument door de burgemeester van Rotterdam Ahmed Aboutaleb onthuld voor de 52.000 Rotterdamse en Schiedamse dwangarbeiders van wie er meer dan 400 nooit meer zijn thuisgekomen.
In het dossier Oorlogsverhalen vindt u meer artikelen over oorlog, helden, vergeten verhalen en verhalen die ons doen beseffen dat vrede en veiligheid niet vanzelfsprekend zijn.
(Bron: Anderetijden.nl, Stichtingreisvanderazzia.nl, Stadsarchief.rotterdam.nl, Dehavenloods.nl, Razziamonument.nl, RTV Rijnmond, Omroep MAX, Wikipedia. Foto’s: ANP)