De mythe van het monster van Loch Ness
Publicatiedatum: 21 juli 2023
Op 22 juli 1933, in 2023 90 jaar geleden, ziet een echtpaar bij het Schotse Loch Ness een enorm beest over de weg slingeren, dat vervolgens in het meer verdwijnt. Het verhaal verschijnt in de krant en krijgt wereldwijde aandacht. Hierna claimen veel mensen het monster van Loch Ness te hebben gezien. Wetenschappelijk bewijs is echter nooit geleverd. Toch blijft de mythe van een monster in het Schotse meer bestaan.
Voor 1933 zijn er al meerdere meldingen geweest van een monster dat zou leven in het Schotse meer. Maar na de ontmoeting van het echtpaar Spicer op 22 juli 1933 en de daaropvolgende media aandacht, zorgt ervoor dat Nessie wereldwijd bekendheid krijgt en sindsdien niet meer uit het meer is weg te denken. Zeg “Loch Ness” en de kans is groot dat iemand dat aanvult met “het monster van Loch Ness”.
Loch Ness is een meer in de Schotse Hooglanden nabij de stad Iverness. Het is ongeveer 37 kilometer lang, 1.600 meter breed en zo’n 200 meter diep. Ondanks de prachtige natuur is de grootste bron van inkomen voor bewoners rond het meer het monster. Vele toeristen komen jaarlijks een kijkje nemen om een glimp op te vangen van het illustere wezen, liefkozend ‘Nessie’ genaamd. Die toeristen brengen per jaar 80 miljoen dollar in het laatje.
De Spicers zien het monster
In de middag van 22 juli 1933 rijdt het echtpaar Spicer langs Loch Ness. Plotseling steekt een enorm beest de weg over. Volgens George Spicer is het gigantische wezen meer dan 1 meter hoog en ongeveer 8 meter lang. Het heeft een nek die iets dikker is dan de slurf van een olifant en het heeft geen ledematen. Het slingert over de weg en heeft een dier in zijn bek. Het wezen verdwijnt in het meer en laat de Spicers in verwondering achter.
Op 4 augustus van dat jaar verschijnt het verhaal in de Iverness Courier, waarna een enorme interesse ontstaat in het al dan niet bestaande monster. Ook neemt het aantal meldingen van waarnemingen toe. Mensen zeggen een wezen te hebben gezien dat lijkt op een draak, een monstervis of een zeeslang. De naam ‘Monster van Loch Ness’ wordt in die tijd de vaste naam voor het wezen.
“Tot hier en niet verder. Raak de man niet aan en ga onmiddellijk weg!”
Volgens de overlevering heeft er altijd een monster in de buurt van het meer gewoond. Zo’n 500 voor Christus kerven Picten, behorend tot de Picten-stam, een vreemd aquatisch-uitziend wezen op stenen rond Loch Ness. Het 1e beschreven verhaal over het monster stamt uit de 7e eeuw na Christus. In een biografie over de Ierse priester St. Columba staat dat hij in 565 het monster heeft gezien. Hij is in Schotland om mensen tot het Christendom te bekeren. Hij komt bij een begrafenis van een man die door een ‘waterbeest’ zou zijn gedood.
Columba stuurt zijn assistent het water in, waarop die wordt aangevallen door het beest. De Ierse priester houdt een kruis omhoog en schreeuwt tegen het monster: “Tot hier en niet verder. Raak de man niet aan en ga onmiddellijk weg!” Het monster verdwijnt en de assistent overleeft de aanval. Hierna bekeren de aanwezigen zich tot het christendom. Dit voorval zou zich hebben afgespeeld in de rivier de Ness die ontspringt in Loch Ness.
Toeneming aantal waarnemingen
Ook in de 19e eeuw worden er meldingen gedaan over een beest dat zich zou bevinden in Loch Ness. Maar zoals gezegd neemt de aandacht voor het wezen in de 20e eeuw toe. Op 2 mei 1933 verschijnt er een artikel in de Iverness Courier, waarin verslag wordt gedaan van een “enorm beest met het lichaam van een walvis, dat in het water aan het rollen is”. Deze melding wordt gedaan door Aldie Mackay, die met haar man het schouwspel in de auto heeft gadegeslagen.
Na de waarneming van het echtpaar Spicer, rijdt diergeneeskundestudent Arthur Grant op 4 januari 1934 om 01.00 uur ’s nachts op zijn motor bijna een dier aan terwijl hij langs Loch Ness rijdt. Het beest heeft een klein hoofd en een lange nek. De student beschrijft het wezen als een kruising tussen een zeehond en een plesiosaurus. Hij maakt een schets van het beest.
Beroemde foto monster van Loch Ness blijkt bedrog
Op 19 april 1934 rijdt chirurg Robert Kenneth Wilson langs Loch Ness. Hij ziet iets bewegen in het water, stopt en neemt een foto. Decennia lang wordt deze foto gezien als het ultieme bewijs voor het bestaan van Nessie. De arts wil echter zijn naam niet bij de foto hebben, waardoor deze bekend wordt onder de naam ‘The surgeon’s photo’. Op de foto is een wezen te zien met een lange nek die boven het water uitsteekt. In 1994 komt de waarheid aan het licht. Het blijkt een foto te zijn van een speelgoedonderzeeër, uitgerust met het imitatiehoofd van een zeeslang.
De Zuid-Afrikaan G. E. Taylor maakt in 1938 opnamen van een wezen dat zich in Loch Ness zou bevinden. Er is slechts 1 beeld van de film vrijgegeven. Leden van het National Institute of Oceanography concluderen dat het wezen op de foto een levenloos object is.
In 1960 maakt Tim Dinsdale opnamen van een vreemde bult die zich over het water beweegt. Sceptici beweren dat het net zo goed om een boot kan gaan. Discovery maakt in 1993 een documentaire, waarin een digitale versie van de film wordt getoond. In deze versie lijkt het achterlichaam van het wezen op een plesiosaurus, hetgeen wordt tegengesproken door critici.
Onderzoek naar het bestaan van Nessie
Het wetenschappelijk blad The Scientific American publiceert in 2013 een onderzoek naar verhalen over Nessie. Sinds de jaren 30 zijn veel verzonnen verhalen naar buiten gekomen over het wezen volgens het blad. Ook de foto’s en de video’s van het monster zouden berusten op bedrog of dat het getoonde iets anders is dan Nessie. De beelden zijn vaag, waardoor er ruimte is voor interpretatie.
Er is veel onderzoek gedaan naar het bestaan van Nessie. Het 1e is uitgevoerd door Edward Mountain in 1934, die met 20 man zoekt naar het monster. Van 09.00 uur ’s ochtends tot 18.00 uur ’s avonds speuren ze met verrekijkers en camera’s het meer af, maar vinden Nessie niet. Er zijn verschillende onderzoeken met sonar gedaan om het beest te lokaliseren, zoals in 1987. In 2003 sponsort de BBC een onderzoek met sonar naar het monster. Er wordt geen groot dier aangetroffen in het meer en de wetenschappers concluderen dat het bestaan van Nessie berust op een mythe. Alle onderzoeken hebben tot op heden geen onomstotelijk bewijs kunnen leveren over het bestaan van het monster.
In 2018 doen wetenschappers DNA-onderzoek naar welke dieren er leven in Loch Ness. Ze vinden geen bewijs voor het bestaan van een plesiosaurus of andere grote dieren in het meer. Wel vinden ze bewijzen voor het bestaan van verschillende alen. Daarom kunnen de onderzoekers niet uitsluiten dat het monster van Loch Ness wellicht een gigantische paling is.
Verklaringen voor de waarnemingen van het monster van Loch Ness
Toch zijn er mensen die erbij blijven het monster te hebben gezien. Hiervoor zijn verschillende verklaringen mogelijk. Het monster is dus wellicht een grote paling. Ook levenloze objecten kunnen bij slecht weer op het water worden aangezien voor het monster. Tevens kunnen bij bepaalde weersomstandigheden donkere vlekken verschijnen op het meer, mogelijk doordat bergen erin worden weerspiegeld. Die vlekken kunnen worden aangezien voor het monster.
Nessie Forever!
Het monster van Loch Ness zal waarschijnlijk in de hoofden van mensen blijven bestaan, ook al berust de mythe op bedrog, aangedikte voorvallen en verkeerde identificatie van objecten en dieren. Ondanks de afwezigheid van enig wetenschappelijk bewijs zullen er mensen zijn die blijven hopen dat er een groot, onontdekt aquatisch dier wacht op zijn ontdekking in Loch Ness.
(Bron: Historianet.nl, Britannica.com, NOS.nl, Historiek.net, History.com, Scientificamerican.com, Eenvandaag.avrotros.nl, Wikipedia. Foto’s: Shutterstock)