De geschiedenis van de Formule 1 op het circuit van Zandvoort
Publicatiedatum: 5 september 2021
Op 5 september 2021 wordt voor het eerst sinds 1985 een Formule 1-race gehouden op het circuit van Zandvoort. De Formule 1 keert terug naar Zandvoort vanwege het grote succes van de Nederlander Max Verstappen, die sinds 2015 furore maakt in de koningsklasse van de autosport. Als gevolg van dat succes is de Formule 1 in Nederland populairder dan ooit.
De oorsprong van de Formule 1 ligt in het Europese Grand Prix racen van de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw. De formule bestaat uit een aantal regels waaraan een racewagen moet voldoen. In 1946 wordt de 1e race gereden volgens die nieuwe formule: het is de Grote Prijs van Turijn. Pas in 1950 wordt om het wereldkampioenschap gestreden. De 1e race om het wereldkampioenschap wordt gehouden op het Britse circuit van Silverstone op 13 mei 1950. Deze 1e race is gewonnen door de Italiaan Giuseppe Farina in een Alfa Romeo. Hij mag zich aan het eind van het seizoen tevens de 1e wereldkampioen Formule 1 noemen.
Geschiedenis circuit Zandvoort
De Zandvoortse burgemeester Henri van Alphen wil de plaats op de kaart zetten en vindt het organiseren van autosportwedstrijden in de badplaats daarom een goed idee. Op 3 juni 1939 rijden in het dan nog stratencircuit van Zandvoort voor het eerst racewagens. Het is een race voor tour- en sportwagens, die wordt gehouden onder de naam Prijs van Zandvoort. De KNAC, de Koninklijke Nederlandse Automobiel Club, organiseert de race. Het is een groot succes. De Duitser Hans Stuck geeft een demonstratie van de Auto Union Typ C Stromlinie. Piet Nortier wint de klasse boven 1.5 liter met een BMW 328 onder toeziend oog van prins Bernhard.
De Tweede Wereldoorlog gooit roet in het eten voor de plannen van een permanent circuit in het duingebied ten noorden van Zandvoort. De Duitsers laten tijdens de oorlog huizen en hotels afbreken voor de aanleg van de Atlantikwall, een verdedigingslinie langs de kust. Van Alphen overtuigt de Duitsers om het puin te gebruiken voor een asfaltlint voor het houden van parades. In 1942 wordt begonnen met deze paradeweg, die na de oorlog wordt voltooid als racecircuit.
De 1e race op circuit Zandvoort wordt verreden op 7 augustus 1948. Omdat niemand in Nederland ervaring heeft met de organisatie van autoraces en er geen geschikte racewagens in ons land zijn, organiseert Zandvoort een invitatierace voor Britse coureurs. De British Racing Drivers Club helpt bij de voorbereidingen van de race, die wordt gehouden onder auspiciën van de KNAC. Zo’n 50.000 belangstellenden zien de Brit Reg Parnell de 1e manche winnen in een Maserati. De 2e manche wordt gewonnen door de Siamese prins Bira, die eveneens een Maserati bestuurt. De Siamese Prins wint tevens de finalerace, waardoor hij de Prijs van Zandvoort op zijn naam weet te schrijven.
In 1949 wint de Italiaan Luigi Villoresi in een Ferrari de Grote Prijs van Zandvoort. Emmanuel de Graffenried finisht als 2e in een Maserati. De Siamese prins Bira wordt ditmaal 3e, ook in een Maserati. In 1950 wordt de race op circuit Zandvoort omgedoopt tot Grote Prijs van Nederland. De latere 5-voudig wereldkampioen Juan Manuel Fangio uit Argentinië rijdt mee. De winst is voor de Fransman Louis Rosier, in een Talbot-Lago, die de race in eenzelfde racewagen ook in 1951 wint.
In 1952 telt de race in Zandvoort mee voor het wereldkampioenschap. Alberto Ascari wint in zijn Ferrari de race met overmacht. Voor de 1e keer rijden er ook Nederlanders mee: het zijn Dries van der Lof en Jan Flinterman. In 1953 wint Ascari voor de 2e keer in zijn loopbaan de race op het circuit van Zandvoort, in een Ferrari. De race van 1954 op circuit Zandvoort kan vanwege geldgebrek niet doorgaan.
In 1955 vindt de grootste ramp uit de geschiedenis van de autosport plaats. Meer dan 80 mensen komen tijdens de 24 uur van Le Mans in Frankrijk om het leven. Een week later staat de Grote Prijs van Nederland op de kalender. De race wordt met overmacht gewonnen door de Argentijn Juan Manuel Fangio, in een Mercedes, voor ongeveer 60.000 toeschouwers. De Brit Stirling Moss wordt 2e, eveneens in een Mercedes. Van Stirling Moss wordt gezegd dat hij de beste coureur is die nooit het wereldkampioenschap heeft gewonnen.
In 1956 en 1957 wordt er wederom niet geracet op Zandvoort. In 1958 staan 3 groene Britse Vanwalls op de 1e startrij van de Grote Prijs van Nederland. Stirling Moss wint de race. In 1959 wint de Zweed Joakim Bonnier zijn 1e en enig zege tijdens de Grote Prijs van Nederland, in een doorgaans onbetrouwbare BRM. Hij is de 1e Zweed die een Grand Prix wint. De organisatoren willen dat ook een Nederlander deelneemt aan de race. De Nederlandse jonkheer Carel Godin de Beaufort rijdt tijdens deze race niet in een Formule 1-bolide maar in een Porsche sportwagen.
Record
Formule 1-wagens met de motor voorin zijn dan nog de standaard in de Formule 1. Daar komt in 1960 verandering in, als het Britse merk Cooper een bolide inzet met de motor achter de coureur geplaatst. Jack Brabham wint de race in zijn wendbare Cooper. Er vindt een tragedie plaats tijdens deze race: de Amerikaan Dan Gurney schiet in de Tarzanbocht rechtuit en raakt daarbij de 18-jarige Piet Alders uit Haarlem, die aan zijn verwondingen overlijdt.
Tijdens de race van 1961 op het circuit Zandvoort wordt een record gevestigd dat nog steeds staat. Alle 15 bolides komen aan de finish zonder 1 pitstop te maken. Wolfgang Graf Berghe von Trips wint de spannende race, waarin heftige duels worden uitgevochten tussen de Britten Jim Clark en Graham Hill en tussen de Brit Stirling Moss en de Amerikaan Richie Ginther. Von Trips zal later dat jaar verongelukken als hij in Italië een botsing krijgt met de bolide van Jim Clark. Von Trips vliegt de tribune in en 15 toeschouwers alsmede Von Trips komen om het leven.
In 1962 heet de race op circuit Zandvoort de Grote Prijs van Europa. Ben Pon sr. is de importeur van Volkswagen en Porsche in Nederland. Zijn zoon Ben is coureur en vanwege de goede contacten met Porsche mag Pon jr. debuteren in de Formule 1, in een Porsche bolide met experimentele brandstofinspuiting. Al in de 3e ronde gaat Pon over de kop en wordt hij uit de wagen geslingerd. Het zal zijn enige race in de Formule 1 zijn. Carel Godin de Beaufort wordt 6e in zijn Porsche en weet als 1e Nederlander punten te pakken voor het wereldkampioenschap. De Brit Graham Hill wint de race in een BRM. De Schot Jim Clark wint de edities van 1963, 1964 en 1965 van de Grote Prijs van Nederland in een Britse Lotus. Clark wordt in 1963 en in 1965 wereldkampioen Formule 1.
In de jaren 60 van de vorige eeuw moet een Formule 1-race minimaal 2 uur duren. De bolides worden steeds sneller en om aan die voorwaarde te blijven voldoen wordt het aantal ronden voor de Grote Prijs van Nederland in 1966 vergroot van 80 naar 90 ronden. De wereldkampioen Formule 1 in 1959, 1960 en 1966, de Australiër Jack Brabham, krijgt de kritiek te horen dat hij met zijn 40 jaar te oud is voor het vak van Formule 1-coureur. Vlak voor de start van de race wandelt hij, tot groot vermaak van iedereen, met een nepbaard en een wandelstok naar zijn bolide. Hij start vanaf de polepositie en wint de race.
Jim Clark wint in 1967 wederom de Grote Prijs van Nederland. Hij doet dit in een Lotus die wordt aangedreven door een door Ford ontwikkelde Cosworth V8-motor, die op circuit Zandvoort zijn debuut maakt. De motoren van Cosworth behoren tot de meest succesvolle motoren in de Formule 1. In 1969 wint sir Jackie Stewart, die 3 maal wereldkampioen zal worden, in een Franse Matra in de stromende regen. Stewart wint ook de race in 1969.
Ongelukken
De Grote Prijs van Nederland in 1970 wordt gewonnen door de Duister Jochen Rindt. Hij verongelukt tijdens de training van de Grote Prijs van Italië van dat jaar. Hij heeft echter een grote voorsprong in punten op zijn rivalen, waardoor hij wereldkampioen Formule 1 in 1970 wordt. Jochen Rindt is de 1e en enige wereldkampioen die de titel postuum op zijn naam weet te schrijven. De winst van de Duitser op circuit Zandvoort wordt overschaduwd door het verongelukken van de Brit Piers Courage. Hij start als 9e. Op een gegeven moment breekt bij Tunnel Oost zijn voorophanging af, waardoor de bolide desintegreert en de motor vlam vat. Als gevolg van het ongeluk overlijdt de Brit.
In 1971 wint jonkheer Gijs van Lennep de wereldberoemde 24 uur van Le Mans in een Porsche. Hij doet dit met de Oostenrijkse jurist dr. Helmut Marko, het latere hoofd van het Red Bull driver development program, waarin hij onder anderen Max Verstappen onder zijn hoede krijgt. Een week na zijn overwinning op Le Mans rijdt Van Lennep zijn 1e Formule 1-race. Het regent in Zandvoort. Hij start als 21e maar is een geweldige regenrijder. Van Lennep passeert onder anderen Jackie Stewart en Graham Hill, 2 wereldkampioenen, en wordt 8e tijdens zijn 1e race. De Mexicaan Pedro Rodriguez in zijn BRM en de Belg Jacky Ickx in zijn Ferrari vechten om de overwinning, die Ickx in zijn voordeel weet te beslechten.
Andere veiligheidsvoorzieningen
In 1972 gaat de race op circuit Zandvoort niet door vanwege het afkeuren van de veiligheidsvoorzieningen. In 1973 wordt het circuit voorzien van een extra bocht, de Panoramabocht. Ook worden andere veiligheidsvoorzieningen getroffen waardoor de race op 29 juni op de kalender staat. Maar weer zal een race op Zandvoort worden overschaduwd door een fataal ongeluk. In de 8e ronde schiet de Brit Roger Williamson van de baan, waarna zijn bolide in brand vliegt. De wagen ligt op zijn kop en Williamson kan zichzelf niet bevrijden. Collega en vriend David Purley stopt en probeert wanhopig zijn vriend uit de brandende bolide te bevrijden. Aanwezige stewards met blusapparaten weten het vuur niet uit te krijgen. Williamson verbrandt levend.
De hulpverlening is ontoereikend en de organisatoren zijn niet of nauwelijks op de hoogte van het ongeluk. De Schot Jackie Stewart wint de race, maar is daar niet blij mee en denkt zelfs te stoppen met racen. Na aanpassingen op het gebied van de brandveiligheid wordt er in 1974 weer geracet op het circuit Zandvoort. De race wordt gewonnen door de Oostenrijker Niki Lauda in een Ferrari. Lauda zal 3 maal wereldkampioen worden.
‘Grondeffect’
De excentrieke Brit James Hunt wint de race in 1975. Het is de 1e winst voor het merk Hesketh. Het regent bij de start en door een vroege bandenwissel weet Hunt de race te winnen. Hunt wint in 1976 wederom de Grote Prijs van Nederland en wordt in dat jaar tevens wereldkampioen. In 1977 rijdt Hunt weer op kop, maar wordt aangereden door de Lotus van de Amerikaan Mario Andretti, die in 1978 wereldkampioen wordt. Niki Lauda wint de race onbedreigd. In 1978 wint Andretti de Grote Prijs van Nederland in een Lotus 79. De auto is de 1e volledige vleugelauto en maakt gebruik van het zogenaamde ‘grondeffect’: als de beweegbare afdichtingen aan de zijkant van de bolide zijn gesloten, ontstaat een vacuüm, waardoor de wagen als het ware aan het asfalt wordt vastgezogen.
De Australiër Alan Jones, die in 1980 wereldkampioen wordt, wint de laatste editie van de Grote Prijs van Nederland in de jaren 70. Maar in 1979 is de Canadees Gilles Villeneuve de meest besproken man. Hij spint 2 maal en een band is lek. De Ferrari rijdt op 3 wielen en 1 velg. Villeneuve moet een hele ronde rijden voordat hij de pits weet te bereiken. Het linker achterwiel is afgebroken en de bolide kan niet meer worden gerepareerd. In 1980 wint de Braziliaan Nelson Piquet de Grote Prijs van Nederland. Hij wordt in 1981, 1983 en in 1987 wereldkampioen.
De Fransman Alain Prost start in 1981 tijdens de Grote Prijs van Nederland op zachte banden. Hij passeert al snel Alan Jones en weet door zijn banden te sparen, de race te winnen. In die tijd zijn er geen bandenwissels. Prost zal 4 maal wereldkampioen worden: in 1985, 1986, 1989 en in 1993. Het jaar daarop starten de Renaults van de Fransen Alain Prost en René Arnoux van de 1e startrij. De race wordt gehouden op zaterdag. Een andere Fransman, Didier Pironi, moet rijden met een injectie, omdat hij 2 gebroken ribben heeft. Na 5 ronden heeft Pironi Prost te pakken en hij wint in zijn Ferrari de race.
Jan Lammers, die in 1988 de 24 uur van Le Mans wint, rijdt dat jaar zijn enige Formule 1-race. Hij start in een Theodore als laatste en moet uitvallen. René Arnoux overleeft een gigantische crash en mag blij zijn dat hij die zondag zijn 34e verjaardag kan vieren.
Arnoux verhuist in 1983 naar de renstal van Ferrari en start slechts als 12e tijdens de Grote Prijs van Nederland van dat jaar. Piquet in de Brabham en Prost in de Renault vechten om de 1e positie als Prost zich verremt en vervolgens Piquet van de baan tikt. Door de klap is de voorvleugel van Prost beschadigd waardoor ook hij de race moet staken. Arnoux wint de race voor zijn land- en teamgenoot Patrick Tambay. Piquet wordt dat jaar voor de 2e maal wereldkampioen.
Tijdens de Grote Prijs van Nederland in 1984 racen Lauda in de McLaren en Piquet in de Brabham voor de leiding als de Braziliaan na 10 ronden moet afhaken wegens het wegvallen van de oliedruk in zijn BMW-motor. Prost wint de race, maar Lauda wordt dat jaar wereldkampioen. De Nederlander Huub Rothengatter, die later de manager van Jos Verstappen wordt, start in een niet al te snelle Spirit-Honda en valt uit met een probleem aan zijn gaspedaal.
Op zondag 25 augustus 1985 wordt dan de laatste Grote Prijs van Nederland verreden. Na een geweldige race wint Lauda de wedstrijd nipt met 0.2 seconden voor Prost. De briljante Braziliaan Ayrton Senna wordt 3e. Niki Lauda behaalt op het circuit van Zandvoort zijn laatste overwinning in de Formule 1. Prost wordt in 1985 voor het eerst wereldkampioen.
Grote Prijs van Nederland 2021
Voor 1985 is er al een andere verhouding ontstaan tussen Zandvoort en het autoracen in vergelijking met voorheen. Er is sprake van een haat-liefdeverhouding en de gemeenteraad wil in 1979 het circuit sluiten. De argumenten tegen het circuit zijn milieuoverlast, verkeersoverlast en geluidsoverlast. Uit een onderzoek van het NIPO uit 1979 blijkt echter dat het merendeel van de bewoners van de badplaats het circuit juist goed vindt voor Zandvoort. Het circuit mag uiteindelijk blijven, maar krijgt te kampen met financiële problemen. Waardoor het niet meer aan de veiligheidseisen voor een Formule 1-race kan voldoen. Ook de toepassing van de wet geluidshinder is een groot probleem voor het circuit: het is onmogelijk om een Formule 1-race te organiseren binnen de normen van die wet. Na 1985 worden daarom op het circuit van Zandvoort geen Formule 1-races meer georganiseerd.
Vanaf 2015 maakt de Nederlander Max Verstappen deel uit van het Formule 1-circus. Zijn talent is zeer groot en hij wordt vergeleken met de grote Ayrton Senna. Verstappen is de 1e Nederlander die een Formule 1-race weet te winnen en strijdt in 2021 mee voor het wereldkampioenschap. Overal waar Max racet, zijn zeer veel Nederlandse fans langs de baan. De roep om een Formule 1-wedstrijd op eigen bodem wordt steeds luider.
De gemeente Zandvoort ondersteunt de terugkomst van de koningsklasse van de autosport en steekt 4.1 miljoen in het circuit. Ook zijn er weer sponsoren die met geld over de brug komen en het circuit wordt aangepast aan de eisen van deze tijd. In mei 2019 wordt bekend dat in 2020 weer een Formule 1-race wordt georganiseerd op het circuit van Zandvoort. Vanwege de coronacrisis wordt de race verplaatst naar 2021.
Op zondag 5 september 2021 wordt dan eindelijk weer een Formule 1-race georganiseerd op het circuit van Zandvoort. Grote vraag is wie er die dag de opvolger wordt van Niki Lauda. Heel raceminnend Nederland zit klaar voor een mooi racegevecht tussen de Britse wereldkampioen Lewis Hamilton en zijn Nederlandse troonpretendent Max Verstappen.
(Bron: Rob Wiedenhoff-Grand Prix van Nederland, Formule1.nl, NU.nl, Orangehat.nl, NPOkennis.nl, Dutchgp.com, F1fansite.com, Autosport.nl, Wikipedia)