De beurskrach van 1929: een belangrijke factor voor het uitbreken van de economische crisis van de jaren 30
Publicatiedatum: 23 oktober 2024
Op 24 oktober 1929, in 2024 95 jaar geleden, stort de aandelenmarkt in op Wall Street, de aandelenbeurs in New York. De beurskrach is een belangrijke factor voor de wereldwijde economische crisis die daarna uitbreekt. Ook Nederland krijgt te maken met grote economische tegenspoed.
De Roaring Twenties, de roerige jaren 20, is een periode in de Amerikaanse geschiedenis van grote sociale, economische en politieke veranderingen. Voor het eerst wonen er meer Amerikanen in steden dan op boerderijen. De totale rijkdom van het land is tussen 1920 en 1929 meer dan verdubbeld en het bruto nationaal product groeit van 1922 tot 1929 met 40 procent.
Bij die groeiende welvaart past een meer uitbundige levensstijl: veel Amerikanen kleden zich eleganter, gaan naar de bioscoop, dansen de charleston en op opzwepende jazz. Vrouwen mogen vanaf 1920 stemmen in de Verenigde Staten. Verandering in de moraal in die tijd zorgt voor meer seksuele vrijheden. Bijna iedereen heeft er werk en fabrieken draaien op volle toeren om alle consumenten te kunnen voorzien van de nieuwste producten. Zoals een radio, een koelkast en zelfs een auto. In korte tijd kopen veel mensen deze luxegoederen en er is jarenlang een sterke economische groei. Aan deze roerige jaren komt abrupt een einde als in 1929 de beurs van New York instort. Hetgeen een belangrijke factor is voor de economische crisis van de jaren 30. Die crisis duurt ongeveer 10 jaar en heeft zijn invloed over de hele wereld.
Zwarte Donderdag
Tijdens het midden en einde van de jaren 20 groeit de aandelenmarkt in de Verenigde Staten flink. Ook na de inauguratie van president Hoover in januari 1929 gaat deze groei door. De koersen stijgen enorm, waardoor ook arbeiders hun geld en bezittingen omzetten in aandelen. Miljarden dollars worden opgenomen van banken, die naar aandelenmakelaars gaan op Wall Street. Ook wordt er veel geld geleend om aandelen aan te schaffen. Waarschuwingen over deze wankele basis voor de financiering van aandelen, worden in de wind geslagen.
In september en in de eerste dagen van oktober dalen de koersen. In die tijd is de productie van de Verenigde Staten al flink afgenomen en de werkeloosheid toegenomen, waardoor de koersen van de aandelen veel hoger zijn dan de werkelijke waarde. Maar het speculeren blijft doorgaan, wat vooral wordt gevoed door mensen die geld hebben geleend om aandelen te kopen. Dit gaat goed zolang de aandelenkoersen blijven stijgen. Op 18 oktober raakt de markt in een vrije val, waardoor veel aandelen worden verkocht. De eerste dag van echte paniek is op 24 oktober, de dag die bekend staat als Zwarte Donderdag. Op die dag wordt een recordaantal aandelen van 12.9 miljoen verhandeld als beleggers zich haasten om hun verliezen goed te maken.
Toch sluit de Dow Jones, de index voor de 30 belangrijkste bedrijven op de aandelenbeurs van New York, maar 6 punten lager. Dit komt doordat een aantal grote banken en investeringsmaatschappijen flinke hoeveelheden aandelen hebben gekocht om de paniek te beteugelen. Dit zorgt er echter niet voor dat het vertrouwen in de markt herstelt.
Weer paniek
Want op 28 oktober, Zwarte Maandag, heerst er weer paniek op de beurs. De koersen sluiten 12.8 procent lager. De volgende dag, Zwarte Dinsdag, worden meer dan 16 miljoen aandelen verhandeld. De Dow Jones verliest 12 procent en sluit op 198, een verlies van 183 punten in 2 maanden. Bedrijven zien hun aandelen grote verliezen lijden in korte tijd. Politieke en financiële leiders proberen de boel te sussen met geruststellende verklaringen. President Hoover en minister van Financiën Andrew W. Mellon komen met optimistische voorspellingen dat het bedrijfsleven “fundamenteel gezond” is en dat een grote opleving van de welvaart “net om de hoek” ligt. Hoewel de Dow Jones in 1930 bijna weer de 300 bereikt, zakt hij in mei 1930 snel. Het duurt nog 20 jaar voordat de Dow Jones weer boven de 200 punten komt.
Economische crisis
Veel factoren hebben bijgedragen aan de ineenstorting van de aandelenmarkt. Een belangrijke oorzaak is de periode van ongebreidelde speculatie: mensen die hun aandelen hebben gekocht met geleend geld, zijn niet alleen de waarde van hun investering kwijt, ze moeten tevens de lening terugbetalen. Ook de verscherping van de kredietverlening van de Federal Reserve, de centrale bank van de Verenigde Staten, is een factor. Evenals beleggingsfondsen die veel schulden hebben gecreëerd. Daarnaast speelt een rol dat een groot aantal bankleningen niet kan worden geliquideerd, evenals de economische recessie die eerder in de zomer is begonnen.
Rijke mensen zijn plotseling straatarm. Berooide beurshandelaren en bankiers plegen uit wanhoop zelfmoord. Amerikanen kopen massaal geen goederen meer, waardoor fabrieken failliet gaan. Ook gaan duizenden banken failliet. Hierdoor komt de industrie in problemen. Miljoenen mensen raken hun baan kwijt en een deel van hen wordt vanwege de schulden uit huis gezet. De Verenigde Staten komen in een grote economische crisis terecht. De gevolgen hiervan zijn merkbaar over de hele wereld. De Amerikaanse overheid en Amerikaanse banken, die aan landen in Europa na de Eerste Wereldoorlog geld hebben geleend, eisen dat geld terug.
Dit heeft vreselijke gevolgen voor onder andere de Weimarrepubliek in Duitsland. Die gaat gebukt onder de herstelbetalingen die het land moet doen als gevolg van de Eerste Wereldoorlog. Volgens veel historici draagt de beurskrach van 1929 bij aan de crisis en de onrust begin jaren 30 in Duitsland. Het land krijgt te maken met een enorme toename van de werkeloosheid. Hierdoor groeit de populariteit van Adolf Hitler en krijgt hij de kans om aan de macht te komen.
Crisis in Nederland na beurskrach
De hele wereld krijgt dus te maken met de gevolgen van de economische crisis in de Verenigde Staten, zo ook Nederland. In 1930 zijn ongeveer 150.000 mensen werkeloos. In 1935 is dat opgelopen tot ongeveer 350.000 mensen op een bevolking van zo’n 8 miljoen. Het is voor het eerst dat de werkeloosheid in Nederland zo’n omvang heeft bereikt en zo lang duurt. Ons land kent in die tijd nog weinig sociale voorzieningen. Werkelozen zijn daarom aangewezen op liefdadigheid en giften. Er komt steun voor de armen. Dat is niet veel geld, want de steuntrekkers zouden weleens lui kunnen worden. Om voor die steun in aanmerking te komen, moeten de werkelozen dagelijks stempels halen bij het stempelkantoor. Sommige vrouwen en ook kinderen werken om hun steentje bij te dragen.
Minister-president Colijn van de ARP en zijn regering zijn aanvankelijk zeer passief in het bestrijden van de crisis en de werkeloosheid. Het komt vanzelf weer goed, is het idee. De regering houdt de hand op de knip, wil niet tornen aan de waarde van de gulden en past de begroting niet aan. Later blijkt dit zeer slecht te zijn geweest voor het herstel van de economie.
Werkverschaffingsprojecten
De regering wil mensen weer aan het werk krijgen en bedenkt daarom landschapsprojecten die veel werk opleveren. Bij grote klussen die al op de planning staan, zoals de inpoldering van de Noordoostpolder en de aanleg van de Afsluitdijk, worden werklozen uit heel het land aan het werk gezet. In Utrecht wordt het Julianapark uitgebreid en in Rotterdam het Kralingse Bos. In Amsterdam is de uitbreiding van het spoorwegnet rond de stad een onderdeel van de werkverschaffing. Werkelozen beginnen met de aanleg van verhogingen voor het Muiderpoortstation en het Amstelstation en buiten de stad wordt het Amsterdamse Bos aangelegd.
Colijn laat zich laatdunkend uit over de werkverschaffingsprojecten en de werkelozen. Hij zegt: “We krijgen zo langzamerhand een volk waarin geen enkele man meer is die niet op krukken loopt. En ik vraag mij: is dat nou waarlijk de weg om een krachtig volk te behouden? Dat wordt met geld alleen, met het strooien van geld uit de gemeenschap, niet verkregen.”
Economisch herstel beurskrach pas na de oorlog
Vanwege die passieve houding van Colijn en zijn regering, ontstaat er onvrede bij de kiezers. In tijden van onrust en armoede, is er bij sommige mensen behoefte aan een sterke leider, die zich in ferme taal uit. In 1931 richt Anton Mussert de Nationaal-Socialistische Beweging, de NSB, op. Het is een partij die veel gelijkenissen vertoond met de Duitse NSDAP, de partij van Adolf Hitler. Mussert belooft de werkeloosheid te bestrijden en Nederlanders weer trots te laten zijn op hun land. Bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten in 1935 krijgt de NSB 8 procent van de stemmen. Het succes verdampt echter als de partij radicaliseert en de gevestigde partijen waarschuwen voor de NSB. Hierdoor halveert het aantal mensen dat op die partij stemt in 1937. De NSB is voor de oorlog nooit een grote partij geworden.
Nederland krijgt nog te maken met zeer moeilijke jaren. In mei 1940 wordt ons land bezet door de Duitsers. Tijdens de oorlog is er geen economisch herstel. Pas na de Tweede Wereldoorlog kruipt Nederland uit de economische malaise. Er ontstaan nieuwe ideeën over de aanpak van werkeloosheid. De werkeloze wordt menselijker en minder wantrouwend beschouwd. De overheid spant zich in om de werkeloze aan een baan te helpen. Ook ontstaat de verzorgingsstaat waardoor een uitgebreid stelsel van uitkeringen wordt ingevoerd.
(Bron: Britannica.com, History.com, Canonvannederland.nl, NOS.nl, NPOKennis.nl, Wikipedia. Foto’s: ANP)
Geef een reactie
U moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
Ik las onlangs een ander artikel over de beurskrach van 1930.
Belangrijke oorzaak van wereldwijde crisis was de Amerikaanse president die -uit populistische motieven- een handelsoorlog begon door idioot hoge importheffingen te zetten op buitenlandse producten. Herkent u dit verhaal? Ik hou mijn hart vast als Trump de kans krijgt om zijn plannen uit te voeren.