De Amerikaanse presidentsverkiezingen van na 1945, deel 3
Publicatiedatum: 8 november 2016
Iedere 4 jaar gaan de Amerikanen naar de stembus om een kandidaat te kiezen voor het presidentschap van de Verenigde Staten. Hier volgt deel 3 van ons overzicht van de race naar het Witte Huis van na 1945 tot heden.
2000: Albert A. Gore (D)-George W. Bush (R)
De verkiezingen van 2000 gaan de geschiedenis in als één van de meest controversiële verkiezingen aller tijden in de VS. De 2 kandidaten eindigen nek aan nek en nog steeds is de uitslag voer voor discussie.
Na tweemaal president te zijn geweest, is het voor Bill Clinton niet meer mogelijk zich kandidaat te stellen. Vicepresident Al Gore doet een gooi naar de nominatie en wint zonder problemen de verkiezing van zijn partij.
Zoon van oud-president Bush, George W. Bush, moet een harde campagne voeren voor zijn kandidatuur voor zijn partij. Uiteindelijk wint hij de nominatie met ruime meerderheid.
Eer en waardigheid
Het gaat in die tijd economisch goed met het land. Tijdens de campagne voor het Witte Huis hangt de schaduw van Clintons ontrouw boven de presidentsrace. Bush belooft dat hij ’’eer en waardigheid” zal herstellen in het Witte Huis. Gore gaat heel weinig met Clinton op campagne: de president is alleen te zien in staten waar hij zeker is van een grote aanhang. Dat doet hij wel met zijn vrouw Tipper met wie hij vaak zoenend te zien is als teken van trouw.
Als de uitslagen binnenkomen, zijn er veel staten waar de race nek aan nek is. “Too Close to call”, luidt het vaak in de media die dag: het verschil is te klein om een winnaar uit te roepen. In de staat Florida, de staat die beslissend blijkt te zijn, betekent dat automatisch een hertelling. Het duurt nog meer dan een maand voor de resultaten van Florida bekend zijn vanwege hertelling na hertelling.
Uiteindelijk wordt George W. Bush als winnaar uitgeroepen, omdat hij de meeste kiesmannen weet te vergaren: 271 voor Bush tegen 266 voor Gore. Maar er hebben meer Amerikanen voor Gore gestemd dan voor Bush: 48.38% stemt op Gore en 47.87% op Bush.
Hooggerechtshof
Gore vecht deze beslissing aan tot en met het Hooggerechtshof. Hij twijfelt of het bij het stemmen en bij het hertellen in Florida wel helemaal eerlijk is gegaan. Als het Hooggerechtshof met 5 tegen 4 stemmen in het nadeel van Gore beslist, accepteert hij zijn verlies en feliciteert hij Bush met zijn overwinning.
2004: George W. Bush (R)-John F. Kerry (D)
Bush krijgt zonder problemen de nominatie van zijn partij voor een tweede ambt. Ook Kerry heeft het niet moeilijk om zijn nominatie in de wacht te slepen: hij wint alle voorverkiezingen voor de kandidatuur van zijn partij.
In 2001 vallen moslimterroristen Amerika aan. 2 vliegtuigen vernietigen het World Trade Center, 1 crasht op het Pentagon en 1 crasht voordat hij zijn doel heeft bereikt, vermoedelijk het Witte Huis. Amerika en de wereld zijn geschokt: de aanslagen zijn voor een deel live op tv te volgen. Bush verklaart The War on Terror, de oorlog aan terreur, en valt in 2003 Irak binnen. Hij verdenkt Saddam Hoessein ervan chemische, nucleaire en biologische wapens te bezitten. Dat blijkt niet waar te zijn. VN-gezant Hans Blix struint tevergeefs heel Irak af op zoek naar massavernietigingswapens. Ook valt Bush Afghanistan aan. Hij denkt dat het brein achter de aanslagen, Osama Bin Laden, zich in het land bevindt.
Vertrouwen
Het is dan ook niet verwonderlijk dat het belangrijkste thema van de race de veiligheid van het land en de wereld is. Net als zijn vader schildert Bush zijn tegenstander af als een linkse politicus die niet in contact is met de gewone Amerikaan. Kerry voert campagne met de slogan “Sterk in eigen land, gerespecteerd in de wereld”. Met het laatste wil hij het vertrouwen herwinnen dat veel landen zijn kwijtgeraakt na de oorlog in Irak: er zijn immers geen massavernietigingswapens gevonden en dat was voor Bush de reden om ten strijde te trekken.
Bush heeft de hele campagne een voorsprong gedurende de race. Die wordt alleen nog maar groter als een paar dagen voor de verkiezingen Osama Bin Laden een video naar buiten brengt. Hij spreekt daarin zijn vreugde uit over de aanslagen en zegt dat die beter zijn verlopen dan waarop hij had gehoopt.
Bush wint de verkiezingen met 50.73% van de stemmen tegen 48.27 voor Kerry. Bush krijgt 286 van de kiesmannen achter zich, Kerry 251.
Onpopulair
Tijdens de periode van Bush als president begint hij een oorlog tegen terreur. Als in Irak geen massavernietigingswapens worden gevonden, valt dat slecht bij de landen die altijd al tegen de oorlog zijn geweest. Hij voert belastingverlaging in die voornamelijk ten goede komen van de bovenste inkomens laag. In 2007 bevindt de economie zich in een neerwaartse spiraal. Veel Amerikanen kunnen hun schulden niet meer afbetalen en Amerika raakt in de grootste economische depressie sinds de jaren 30 van de vorige eeuw. De overheid moet banken redden van de ondergang. Vanwege de deregulering in de bankensector van de jaren 80 blijken banken onverantwoord veel leningen te hebben uitstaan. Bush is aan het eind van zijn ambtsperiode één van de meest onpopulaire presidenten uit de geschiedenis.
2008: Barrack H. Obama II (D)-John S. McCain III (R)
Bush heeft na 2 periodes als president geen recht meer om zich opnieuw kandidaat te stellen. De zittende vicepresident Dick Cheney begeert het ambt niet waardoor de presidentsrace 2 nieuwe kandidaten kent.
Na een lange strijd wint de senator van Arizona John McCain de nominatie van de Republikeinse partij. De kandidaat voor het vicepresidentschap is voor de 2e keer in de geschiedenis een vrouw, te weten de gouverneur van Alaska Sarah Palin.
Zwarte kandidaat
Aan het begin van de race voor de kandidatuur van de Democratische Partij ligt Hillary Clinton, de vrouw van de voormalige president Bill Clinton, ruim op kop. Zij is de voormalige First Lady en senator voor de staat New York. Dan meldt een jonge, zwarte professor en senator uit de staat Illinois zich aan het politieke front: het is Barack Obama. Het zou voor het eerst zijn dat een zwarte persoon (Obama is weliswaar van gemengde afkomst) zich kandidaat stelt voor het presidentschap.
Obama weet met zijn charismatische verschijning en inhoudelijke campagne veel kiezers achter zich te krijgen. Vooral de zwarte gemeenschap is erg enthousiast. “Change” is in die tijd het woord dat bij elke bijeenkomst van Obama zichtbaar en hoorbaar is. “Yes we can” luidt de slogan van Obama. Hij haalt Clinton in de peilingen in en dat valt niet goed bij de voormalige First Lady.
Bobby Kennedy
Als Clinton in de race voor de Democratische presidentskandidaatschap hopeloos achter Obama staat, maakt ze een enorme blunder. Ze zegt geëmotioneerd: “Bobby Kennedy is vlak voor zijn verkiezing als presidentskandidaat ook doodgeschoten.” Dit schiet bij veel Amerikanen in het verkeerde keelgat. Is de wens soms de vader van de gedachte? Rechts-extremisten bedreigen de zwarte kandidaat en de beveiliging rond Obama is enorm.
Als de situatie voor Clinton uitzichtloos is op de nominatie, steunt ze Obama en hij wint het kandidaatschap van zijn partij. Veel Democraten zien in Clinton een goede vicepresident. Maar ze moet het doen met 4 jaar als een tamelijk onopvallende minister van Buitenlandse Zaken onder de latere president Obama.
Het gaat zeer slecht met de economie hetgeen een belangrijk onderwerp is in de campagne. George W. Bush gaat geen moment op campagne voor zijn partijgenoot McCain: hij wordt gezien als de man die niets heeft gedaan aan de economische malaise van het land. Veel Amerikanen zijn de oorlog in Irak zat. Niet in de laatste plaats vanwege de twijfelachtige reden het land aan te vallen. McCain heeft voor de oorlog gestemd en Obama tegen. Als McCain zegt dat de oorlog in Irak misschien nog wel 50 of 100 jaar kan duren, kost dat hem veel stemmen.
Obama wint de verkiezingen met 52.93% van de stemmen tegen 45.65% voor McCain. De nieuwe president krijgt 365 kiesmannen achter zich, McCain 173.
2012: Barack H. Obama II (D)-Willard M. Romney (R)
Obama krijgt zonder problemen de partij achter zich en is wederom de presidentskandidaat voor de Democratic Party.
De Republikeinse Partij is meer verdeeld en Romney moet het vooral opnemen tegen meer conservatieve Republikeinen. Uiteindelijk wint hij de nominatie van zijn partij.
De race spitst zich vooral toe op binnenlands politiek en dan met name de slechte economische situatie als gevolg van de banken- en huizencrisis die in 2007 begint. Er is in die tijd een hele kleine opleving in de economie en Obama vindt dat dat zijn verdienste is. Romney zegt dat de geringe opleving volledig te danken is aan het bedrijfsleven.
Obamacare
Daarnaast zijn de Republikeinen faliekant tegen Obamacare, een verplichte ziektekostenverzekering. Iedere Amerikaan is verplicht zo’n verzekering te hebben en verzekeringsmaatschappijen hebben de plicht deze te verstrekken. In de VS zijn miljoenen mensen zonder ziektekostenverzekering. Het plan wordt tussen 2010 en 2020 stapsgewijs ingevoerd.
Obama wint de verkiezingen met een minder grote voorsprong dan tijdens zijn eerste verkiezing tot president. Hij krijgt 51.06% van de stemmen tegen 47.20% voor Romney. Obama krijgt de stem van 332 van de kiesmannen, Romney moet het doen met 206.
Tijdens het presidentschap ontvangt Obama in 2009 de Nobelprijs voor de Vrede zonder daar veel voor te doen. Hij voert Obamacare in en beëindigt de gevechtsmissies in Irak. Hij laat bombardementen uitvoeren op de terroristische organisatie IS. Veel zwarte mensen zijn teleurgesteld in Obama’s economische beleid en voelen zich nog steeds achtergesteld. Dat is onder andere zichtbaar als vele zwarte en blanke Amerikanen de straat op gaan als gevolg van politiegeweld tegen zwarte mensen, de zogenoemde “Black Lives Matter”-beweging.
Tijdens het Obamabewind vermoorden elite-eenheden van het Amerikaanse Korps Mariniers, The Navy Seal’s, Osama Bin Laden in Pakistan, hetgeen door de Amerikanen met gejuich wordt ontvangen.
2016: Hillary D. Rodham-Clinton (D)-Donald J. Trump (R)
Na 2 keer president te zijn geweest, is het wettelijk niet meer mogelijk voor Obama een derde termijn aan te gaan.
Voormalig First Lady Hillary Clinton heeft als gouverneursvrouw, First Lady, senator en als minister van Buitenlandse Zaken onder Obama veel politieke ervaring opgedaan. Het is voor de tweede keer dat Clinton probeert president te worden nadat ze in 2008 de Democratische voorverkiezingen verliest van Barack Obama. Clinton krijgt de nominatie door in de kandidaatsverkiezingen voor haar partij Bernie Sanders te verslaan.
Clinton heeft er nooit een geheim van gemaakt een politieke carrière te ambiëren. Enigszins typerend is de opmerking die zij maakt tijdens de eerste ambtstermijn van haar man. Ze bezoeken de geboorteplaats van Hillary en passeren een benzinestation. “Kijk”, zegt Hillary, “Daar werkte mijn eerste vriendje.” “Wees dan maar blij dat je niet met hem bent getrouwd ”lacht haar man, president Bill Clinton. Hillary antwoordt gevat: “Dan zou hij nu president van de Verenigde Staten zijn geweest.”
Elite
Het probleem tussen Hillary en de kiezer is dat de meesten haar niet ziet zitten. Omdat ze een vrouw is, omdat ze in het verleden (zeer) linkse opvattingen heeft gehad, omdat ze afstandelijk en intellectueel is (ze is slimmer dan haar man), en omdat ze weinig op heeft met de gewone Amerikaan die zij vertegenwoordigt. Clinton komt op campagne op werkbezoek zeer krampachtig over. Op de werkvloer is duidelijk dat ze zich moeilijk kan inleven in het bestaan van de gewone arbeider die de eindjes aan elkaar probeert te knopen. Ze voelt zich meer thuis bij de “elite”.
Overigens valt het met haar zeer linkse opvattingen als politica wel mee. Ze is bijvoorbeeld een voorstander van de doodstraf.
Clinton heeft een moeilijke relatie met de pers. Er is dan ook geen vrouw uit de politieke geschiedenis die zo publiekelijk te kijk is gezet als gevolg van de seksuele escapades van haar man.
Goldman Sachs
Daarnaast neemt zij net als haar man werkelijk van iedereen geld aan, in het verleden zelfs van Donald Trump. De bank Goldman Sachs betaalt haar na haar ministerschap voor 3 lezingen een bedrag van 675.000 dollar. Dit na de bankencrisis van 2008 waar later Goldman Sachs wordt aangewezen als één van de grote boosdoeners. Het transcript van de lezingen weigert Clinton naar buiten te brengen.
Tevens is ze auteur van 3 boeken. Haar eerste boek brengt haar 8 miljoen dollar op, het tweede 14 miljoen en het derde 12 miljoen dollar. Haar man weet na zijn presidentschap met lezingen en boeken meer dan 100 miljoen dollar bij elkaar te sprokkelen.
Clinton ligt onder vuur omdat ze als minister van Buitenlandse zaken e-mails verstuurt en ontvangt op een door de veiligheidsdienst niet beveiligd account. De geheime diensten zeggen dat de kans waarschijnlijk is dat het account is gehackt. De FBI stelt een onderzoek in.
Huwelijk
Donald Trump erft een groot deel van zijn vermogen, geschat op meer dan 5 miljard dollar, en wordt rijker met vaak twijfelachtige onroerend goed-deals en met hotels en casino’s. Trump is een voormalig tv-persoonlijkheid. Hij weet met een keiharde campagne het kandidaatschap van zijn partij in de wacht te slepen. Maar een deel van zijn partij is zo tegen de ‘populist’ Trump dat ze zelfs tijdens de conventie voor zijn nominatie openlijk pleiten voor Hillary Clinton.
In het verleden is Trump nog een fervent aanhanger van Hillary in de race voor de Democratische presidentskandidaat. Letterlijk zegt hij: “Ik steun Hillary. Ze is een fantastische vrouw.” Hij doneert geld aan de Clinton Foundation, een door de Clintons opgericht fonds voor goede doelen. Ze blijken het geld tevens te gebruiken om de politieke campagne te financieren. Als tegenprestatie zijn de Clintons aanwezig op het derde huwelijk van Trump in 2005 en daarvan bestaan foto’s. Inmiddels is zijn mening over zijn huidige politieke rivaal drastisch veranderd. Trump doet zijn woorden uit die tijd tegenwoordig af met de uitleg dat hij toen sprak als zakenman.
Trump, de man die zegt de belastingen te verlagen, heeft zelf al jaren geen belasting betaald. Ook tegen Trump is de FBI inmiddels een onderzoek gestart: hij zou onder andere banden hebben met de Russische overheid.
Beledigen
Trump weet werkelijk iedere groepering te beledigen, waaronder Mexicanen, minderheden, gehandicapten en Hillary Clinton. Hij krijgt wereldwijd kritiek als blijkt dat hij vrouwen seksueel heeft lastig gevallen en daar nog trots op is ook. Er zijn vrouwen die zeggen door de presidentskandidaat te zijn aangerand.
Trumpaanhangers zijn over het algemeen blanke mensen die gedesillusioneerd zijn in de politiek en de heersende elite. Zij hebben niet meegeprofiteerd van hausses in de economie in het verleden en zien dat hun kinderen het slechter krijgen dan zij. Zij zijn het die hun huizen zijn kwijtgeraakt als gevolg van de huizen- en de bankencrisis en die met hun belastinggeld banken overeind hebben gehouden. Van de globalisering in de economie trekken zij geen profijt en ze zien meer fiducie in de protectionistische, nationalistische politiek van Trump. Het is voor Trump een pre dat hij niet eerder met politiek te maken heeft gehad en dat hij niet behoort tot het politieke establishment.
Oma
Deze race om het presidentschap is er 1 tussen de zogenoemde populisten en de elite. De discussie tussen de 2 kemphanen is niet een inhoudelijke maar meer 1 van “stem op mij, dan wordt hij/zij tenminste geen president”. Beide kandidaten hebben 1 getal gemeen: 60% van de Amerikanen zegt zeer negatief te staan tegen allebei. Beledigingen gaan over en weer, maar vooral Trump gedraagt zich in woord en daad niet presidentieel. 1 kiezer verwoordt het op CNN als volgt: “Pa en ma gaan scheiden en ruziën over wie de kinderen krijgt. Maar wij willen naar oma… .”
De race tussen de 2 is onconventioneel: voor het eerst kan een vrouw president worden. Daarnaast is de zakenman Trump een volstrekt vreemde in politiek Washington. 1 van de 2 is de nieuwe president van de Verenigde Staten. Die zal te maken krijgen met een gepolariseerd land en zal voor de schijnbaar onmogelijke taak staan het land te verenigen na een politieke strijd vervuld met haat.
De belangrijkste opgave van de aanstaande 45ste president van de Verenigde Staten van Amerika is het verenigd weer terug te brengen in de Verenigde Staten.
Uitslag 2016: Hillary D. Rodham-Clinton (D)-Donald J. Trump (R)
Op verkiezingsdag 8 november 2016 lijkt voor Hillary Clinton geen vuiltje aan de lucht: ze staat in de peilingen ruim voor en in het Republikeinse kamp hopen ze op een wonder. De sterren blijken gunstig te staan voor Trump.
Want als de uitslagen binnenkomen is het veel meer een nek aan nek-race dan voorspeld. Tot verbazing van de Democraten verliezen ze North-Carolina en Ohio. Als dan de staat Florida ook naar Trump gaat, zijn de rollen omgekeerd: op verschillende nieuwszenders begint het besef door te dringen dat de voorspellingen niet kloppen en dat Clinton nu, naast winst in traditionele Democratische staten, ook de staten moet winnen waarin de uitslag van te voren niet vaststaat.
Het wordt stil in het Democratische kamp en beurzen gaan omlaag als gevolg van een ‘dreigende’ overwinning van de Republikeinen. De goudprijs stijgt met meer dan 3%.
Het blijft ongekend spannend. Maar als de Republikeinen ook Pennsylvania binnenslepen, is het voor Clinton een gelopen zaak. Trump heeft meer dan 270 kiesmannen achter zich, meer dan de helft van het totale aantal kiesmannen. Clinton belt Trump om hem te feliciteren.
‘Populist’
Het lijkt erop dat veel Democraten niet zijn gaan stemmen. Dit waarschijnlijk als gevolg van de gunstige peilingen voor Clinton: “Ze wint toch wel”, is de redenering. Een groot aantal zwarte kiezers is niet gaan stemmen. Dit in tegenstelling tot 4 en 8 jaar geleden tijdens de race om het presidentschap van Obama. Tevens zijn er kiezers die niet in openbare peilingen er voor uit willen komen een aanhanger te zijn van de ‘populist’ Trump.
Donald J. Trump is de 45ste president van de Verenigde Staten. In zijn overwinningsspeech zegt hij president te willen zijn van alle Amerikanen. Trump: “Ik ben er voor iedereen die een betere toekomst voor zichzelf en Amerika wil, ongeacht van welk ras of welke religie je ook bent.”
(Bron: CNN, BBC, Discovery Channel, Whitehouse.gov, VPRO, Wikipedia)
Lees ook De Amerikaanse presidentsverkiezingen van na 1945, deel 1 en deel 2.