Apollo 11: mens op de maan
“Dat is een kleine stap voor een mens, een gigantische sprong voor de mensheid.” Met deze legendarisch geworden woorden zet de Amerikaan Neil Armstrong op 20 juli 1969 als eerste mens een voet op de maan. Honderden miljoenen mensen zijn er getuige van als de mens de aarde verlaat om een nieuwe wereld te ontdekken en hij zijn sporen op een ander hemellichaam achterlaat.
Een maan is een hemellichaam dat een baan om een planeet maakt. Een maan is kleiner dan een planeet en heeft minder gewicht. Dat heeft weer tot gevolg dat de aantrekkingskracht van een maan veel minder is dan die van een planeet. Door de grotere aantrekkingskracht van de planeet maakt de maan gedwongen een baan om die planeet.
Onze maan is ongeveer 10.000 jaar na de aarde ontstaan als gevolg van een botsing die de Grote Inslag wordt genoemd, die ongeveer 3 miljard jaar geleden heeft plaatsgevonden. De oerversie van de aarde klapt op een planeet ter grootte van Mars, waarbij zoveel energie vrijkomt dat de onbekende planeet volledig smelt en verdampt. Evenals een groot deel van het gesteente op aarde. De resten van die planeet en de aarde smelten samen, waardoor de aarde een stuk groter wordt. Door de klap wordt tevens een hoop materiaal de ruimte in geslingerd. De maan ontstaat als gevolg van het samenklonteren van dat gesmolten steen, gas en puin. De maan heeft een grootte van 27 procent van de aarde. De aantrekkingskracht van de maan is op aarde te merken door eb en vloed, dat door de maan wordt bepaald. De gemiddelde afstand tussen de aarde en de maan is 384.000 kilometer.
Zolang de mens bestaat, vereert hij de maan en zou de volle maan invloed hebben op onze stemming (de maanziekte), op de geboortecijfers, op de menstruatiecyclus en op onze slaapkwaliteit. Voor dit alles is echter geen wetenschappelijk bewijs gevonden. Het geeft wel aan dat de maan de mens bezighoudt. Jules Verne en H.G. Wells schrijven boeken over reizen naar de maan, die grote inspiratiebronnen vormen voor velen die van ruimtereizen dromen. We hebben naar de satelliet van de aarde zelfs een dag in de week vernoemd, namelijk de maandag. Het is dus niet zo gek dat de mens al eeuwen droomt om die fascinerende en inspirerende maan te bezoeken. Die droom komt op 20 juli 1969 uit.
Koude oorlog in de ruimte
De maanlanding is het gevolg van een ruimterace tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten van Amerika tijdens de Koude Oorlog. Het is een prestigestrijd tussen 2 grootmachten en 2 politieke systemen over wie het meest technologisch geavanceerd is en welk systeem financieel in staat is om een miljardenproject voor een reis naar de maan te bekostigen. Het is tevens een boodschap van de één aan de ander: als ik een mens op de maan kan zetten en veilig weer naar aarde kan brengen, dan kunnen mijn raketten elk doel op jouw grondgebied treffen. De wedloop zal maar 1 winnaar kennen: er is maar 1 maan.
In 1926 ontwerpt de Amerikaanse natuurkundige Robert Goddard een raket op vloeibare brandstof. Hij is pionier op het gebied van moderne rakettechnieken en wordt beschouwd als een belangrijke grondlegger van de ruimtevaart. Halverwege de jaren 20 begint een groep wetenschappers in Duitsland te experimenteren met raketten. Begin jaren 30, als de nazi’s aan de macht zijn, voegt de later beroemd geworden raketgeleerde Wernher von Braun zich bij die groep. Von Braun is al sinds zijn kindheid gefascineerd door ruimtereizen. Hij ontwikkelt samen met zijn groep van wetenschappers de V1- en V2-raketten, die vooral worden afgeschoten op Groot-Brittannië en België. De V-2 is de eerste raket die de ruimte bereikt. Aan het eind van de oorlog geven hij en een deel van zijn team zich over aan de Amerikanen. Een geleerde uit de groep van Von Braun motiveert die beslissing als volgt: “We verachten de Fransen, we zijn doodsbang voor de Russen, we denken dat de Britten ons niet kunnen betalen… dan blijven de Amerikanen over.” Toch gaat een deel van die groep wetenschappers naar de Sovjet-Unie. Von Braun is naast briljant wetenschapper een man die de ruimtevaart goed weet te verkopen. Onder andere door mee te werken aan 3 films over ruimtevaart van de Disney studio’s weet hij het Amerikaanse volk warm te krijgen voor die ruimtevaart. De wedloop in de ruimte begint eind jaren 40 als Von Braun en zijn team voor de VS de eerste middellangeafstandsraket ontwikkelen voor militaire doeleinden. De Sovjet-Unie ziet dat als een bedreiging en ontwikkelt daarom een eigen raket.
Het Sovjet-raketprogramma: van voorsprong naar achterstand
Von Brauns tegenhanger in de Sovjet-Unie is de raketgeleerde Sergej Koroljov. Koroljov gaat in de jaren 30 aan de slag bij een groep wetenschappers die onderzoek doen naar raketten en ruimtevaart. Ze hebben nooit een werkzame raket weten te lanceren, vanwege de zuiveringen door Stalin. Koroljov en zijn groep worden gevangengezet. Pas als Stalin inziet dat een oorlog met Duitsland onafwendbaar is, begint hij het nut van aeronautische ingenieurs op waarde te schatten. Koroljov en anderen worden te werk gesteld in een strafkamp voor wetenschappers. Na de oorlog wordt hij hoofdontwerper voor het ontwerpen van raketten. Samen met eigen geleerden en wetenschappers van het team van Von Braun, ontwikkelt hij het raketprogramma voor de Sovjet-Unie. In 1951 lanceert het land haar eerste raket. In 1957 gaat een schok door het Westen als de Sovjet-Unie de eerste satelliet in de ruimte lanceert: de Spoetnik 1. De satelliet zendt piepjes uit die in de hele westerse wereld op de radio zijn te ontvangen. Zijn die piepjes geheime signalen aan spionnen? Tot op dat moment wanen de VS zich technologisch superieur aan de Sovjet-Unie. De Amerikanen zijn bang voor een nucleaire aanval door die zogenaamde Spoetnikcrisis, waardoor er vaart wordt gezet achter het eigen ruimtevaartprogramma: zo wordt in 1958 NASA opgericht en worden miljarden vrijgemaakt om de achterstand in te halen.
In 1957 brengt de Sovjet-Unie het eerste levende wezen in de ruimte. Die twijfelachtige eer valt aan het hondje Laika, dat de ruimtereis niet overleeft. Het is de eerste test van meerdere met dieren om uiteindelijk een mens in de ruimte te brengen. Dat gebeurt op 12 april 1961 als de Rus Joeri Gagarin niet alleen de eerste mens in de ruimte wordt, maar tevens de eerste is die in een baan om de aarde roteert. Begin jaren 60 stelt Koroljov de Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov voor om een bemand maanprogramma op te starten. Het is een tijd waarin in de Sovjet-Unie hongersnood heerst, waardoor het programma geen doorgang vindt. Als de Amerikanen hun achterstand snel inhalen, besluit het Kremlin in 1964 toch tot een maanprogramma, maar achteraf blijkt dat de dan opgelopen achterstand te groot is. Vele testen mislukken. In 1966 overlijdt de briljante Koroljov plotseling. Veel wetenschappers zijn ervan overtuigd dat als de Sovjet-Unie begin jaren 60 het bemande ruimtevaartprogramma had laten doorgaan, zij de eersten op de maan zouden zijn geweest.
Het Apolloprogramma
De Amerikanen zien eind jaren 50 en begin jaren 60 de successen van de Sovjet-Unie in de ruimte met lede ogen aan. President John F. Kennedy reageert geërgerd en vraagt zijn adviseurs om een ruimtespektakel. Die komen met het voorstel om een mens voor het einde van het decennium op de maan te zetten en hem weer veilig naar de aarde te brengen. In zijn beroemde toespraak aan het Congres in 1961 kondigt hij dit plan aan. Het is het begin van Apolloprogramma dat de eerste mensen naar de maan zal brengen.
In 1961 schieten de Amerikanen de chimpansees Ham en Enos de ruimte in en brengen die veilig terug op aarde. Op 5 mei 1961 gaat Alan Sheppard als eerste Amerikaan de ruimte in, gevolgd door Virgil Grissom in juli van dat jaar. De eerste Amerikaan die, net als de kosmonauten van de Sovjet-Unie, in een baan om de aarde wordt gebracht is John Glenn op 20 februari 1962. De jaren daarna gaan meer Amerikanen de ruimte in ter voorbereiding op de maanlanding. Zo wordt in 1965 de eerste Amerikaanse ruimtewandeling gemaakt. Tijdens een test op de aarde met de later tot Apollo 1 omgedoopte ruimtecapsule op 27 januari 1967 komen alle 3 de astronauten om het leven door brand. Hierna volgen 5 onbemande testvluchten. De eerste bemande Apolloraket, Apollo 7, wordt op 11 oktober afgeschoten met 3 astronauten aan boord om de commando- en servicemodule, de besturingsmodule, te testen. Met kerst 1968 roteert Apollo 8 om de maan met 3 astronauten aan boord. Apollo 9 test in maart 1969 in een baan om de aarde alle modules die nodig zijn om op de maan te landen. Apollo 10 voert diezelfde testen uit boven het maanoppervlak. De maanlander wordt ontkoppelt en zweeft op 15 kilometer hoogte boven de maan. Na deze generale repetities is het op 16 juli 1969 tijd voor Apollo 11 om de eerste mensen op de maan te zetten.
Apollo 11: mens op de maan
Als gezagvoerder en eerste mens op de maan wordt voor Neil Armstrong gekozen, die al meerdere ruimtereizen op zijn naam heeft staan. Hij staat er om bekend dat hij geen groot ego heeft. De tweede man op de maan wordt Edwin ‘Buzz’ Aldrin. Michael Collins gaat mee om de besturingsmodule te vliegen boven het maanoppervlak. NASA besluit om de maanlander te laten landen op de maan in het zuidelijke deel van de ‘Sea of Tranquility’, Mare Tranquillitatis, omdat er in dat gebied weinig kraters en oneffenheden op het maanoppervlak zijn en de kans op een moeilijke landing klein is.
De lancering van Apollo 11 vindt plaats op 16 juli 1969. De gigantische Saturn V-raket van 110 meter groot met bovenop de Apollo 11 ruimtecapsule waarin zich de 3 astronauten bevinden, wordt afgeschoten vanaf het Kennedy Space Center in Florida. Het grootste gedeelte van de raket bestaat uit brandstof die nodig is om het aardoppervlak te verlaten. Zodra de brandstof op is in een deel van de raket, wordt dat deel afgestoten. De lancering verloopt geweldig en in 12 minuten tijd bevindt de raket zich in een baan om de aarde. Na anderhalve omwenteling om de aarde ontsteekt de derde trap van de raket, verlaat het ruimtevaartuig de baan om de aarde en gaat richting maan. Een half uur later ontkoppelt ook die derde trap van de raket en kan de bemanning wat uitrusten.
Na 3 dagen komt de capsule met de maanlander aan bij de maan. Op 20 juli koppelt de maanlander zich los van de besturingsmodule, met daarin Armstrong en Aldrin. Ze ontsteken de raketmotor van de maanlander, omgedoopt tot ‘Eagle’, en dalen af naar het maanoppervlak. Omdat ze niet op tijd zijn begonnen aan die afdaling zal de Eagle op enkele honderden meters of zelfs kilometers van de oorspronkelijke landingsplek landen. NASA besluit de daling niet te onderbreken. De astronauten zien uit hun raam het maanoppervlak naderen en nemen op hun landingsplek puntige rotsen, “zo groot als Volkswagens”, waar. Ook zijn er kraters. Armstrong besluit daarom de maanlander zelf op een veilige plek aan de grond te zetten. Om gewicht te sparen is er weinig brandstof aan boord en volgens berekeningen later op aarde blijkt dat ze nog 45 seconden aan brandstof over hebben als Armstrong en Aldrin het maanoppervlak bereiken. Dan klinken krakerig de eerste woorden vanaf de maan: “Engines off. Houston, Tranquility Base here. The Eagle has landed.” De eerste beelden vanaf de maan gaan de hele wereld over. Ongeveer 650 miljoen mensen zijn aan de buis gekluisterd.
Armstrong en Aldrin op de maan
Na zo’n 6 uur maakt Neil Armstrong het luik van de maanlander open en daalt hij de trap af naar het maanoppervlak. Hij stapt van de maanlander af en spreekt de inmiddels legendarische woorden uit: “ That’s one small step for (a) man, one giant leap for mankind”. Er klinkt gejuich uit de kelen van miljoenen aardbewoners als duidelijk is dat de eerste mens op de maan staat. Voor een kort moment voelen alle mensen zich emotioneel verbonden met die ene mens op de maan.
Ongeveer 20 minuten later volgt ‘Buzz’ Aldrin. “Mooi uitzicht, vind je niet”, luidt zijn eerste indruk van de maan. Armstrong beaamt dit. Aldrin noemt het uitzicht op de maan als een “heerlijke troosteloosheid”. Op de maan krijgen de astronauten een telefoontje van president Nixon. Hij zegt: “Dit moet het meest historische telefoontje zijn dat ooit is gevoerd vanuit Het Witte Huis”. De 2 verzamelen monsters en maanstenen en nemen foto’s. Ze onthullen een plaquette en planten de Amerikaanse vlag op de maan. Ze installeren meetinstrumenten en Armstrong maakt een maanwandeling. Armstrong beschrijft wat hij ziet: “De oppervlakte is poederachtig. Ik kan het opschoppen met mijn teen. Het plakt als fijne laagjes, als koolstofpoeder, aan de zolen en de zijkanten van mijn laarzen. Ik zak er maar een paar millimeter in, maar ik kan de afdruk van mijn laars zien in de fijne, zanderige deeltjes… Er schijnen geen moeilijkheden te zijn om rond te bewegen, wat we al verwachtten… Het heeft een sterke schoonheid van zichzelf. Het heeft veel weg van de hooggelegen woestijnen in de VS. Het is anders, maar het is heel mooi hier.” Armstrongs laatste opdracht is het achterlaten van gedenktekens ter nagedachtenis aan omgekomen Sovjet-kosmonauten en Amerikaanse astronauten.
Na 21.5 uur verlaten ze de maan. Ongeveer 2.5 uur later zijn ze weer terug bij Collins in de besturingsmodule en kan de reis naar huis beginnen. Op 24 juli landen de 3 astronauten veilig op aarde. Ze worden als helden binnengehaald: zo krijgen ze in New York de bekende ticker-tape parade als ze door de straten van de stad door ontelbare mensen worden bejubeld. President Nixon eert de 3 astronauten in Het Witte Huis.
Tot nu toe hebben 12 mensen het maanoppervlak betreden. De Amerikanen stoppen in 1972 met het Apolloproject vanwege geldgebrek.
Er zijn mensen die niet geloven dat er mensen op de maan zijn geweest: de hele maanreis zou zijn opgenomen in een filmstudio. De Amerikanen zijn echter niet gek. Want wat als alle foto’s waren mislukt en er geen communicatie vanaf de maan, om welke reden dan ook, mogelijk zou zijn? Naast fysiek bewijs dat ze hebben meegenomen van de maan, hebben Armstrong en Aldrin daarom ook een reflector achtergelaten. In totaal hebben de Amerikanen 3 reflectoren tijdens verschillende missies op de maan geplaatst. Met krachtige lasers kunnen astronomen tot op de millimeter nauwkeurig de afstand tussen de aarde en de maan meten. Die reflectoren leveren het onomstotelijke bewijs dat de Amerikanen echt op de maan zijn geweest. Zelfs de Sovjet-Unie heeft dat nooit ontkend.
Toekomst: weer mensen op de maan
De Amerikanen willen binnen 5 jaar weer mensen op de maan zetten. Op de maan moet dan een basis worden gebouwd voor toekomstige missies naar Mars. Ook gaan ruimtetoeristen de maan betreden. Zij zullen daar dan de eerste voetafdruk van Neil Armstrong met ontzag aanschouwen, zoals wij hier op aarde de Nachtwacht of de Mona Lisa bewonderen.
Lees ook: Maxime op reis, Kennedy Space Center.
(Bron: NASA.gov, Nu.nl, Historiek.net, Spiegel.de, NRC.nl, Express.co.uk, Anderetijden.nl, Sterrenkunde.nl, Spaceage.be, Wikipedia.)
Meer beelden van vroeger zien? Neem eens een kijkje in het online archief van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.