Anthony Fokker, Nederlands luchtvaartpionier en vliegtuigbouwer
Op 21 juli 1919, nu 100 jaar geleden, richt luchtvaartpionier Anthony Fokker met hulp van zijn familie en particulieren de Nederlandsche Vliegtuigenfabriek op. Het bedrijf, later omgedoopt tot Fokker, is aan het eind van de jaren 20 van de vorige eeuw de grootste vliegtuigfabrikant ter wereld. Na decennia vliegtuigbouw in ons land, blijkt Nederland uiteindelijk te klein voor een eigen onafhankelijke vliegtuigbouwer.
Anthony Fokker heeft met zijn vliegtuigen Nederland op de internationale luchtvaartkaart gezet. De luchtvaartpionier weet zijn topvliegtuigen over de hele wereld te verkopen en is zelfs korte tijd de grootste vliegtuigbouwer ter wereld. De KLM vliegt jarenlang met Fokkers. In 2017 komt aan deze relatie na 97 jaar een eind en vliegen Fokker vliegtuigen alleen nog voor buitenlandse maatschappijen.
Anthony Fokker- de beginjaren
Anthony Herman Gerard Fokker wordt op 6 april 1890 geboren in Blitar op Java, voormalig Nederlands-Indië. Zijn vader Herman heeft daar een koffieplantage. Samen met zijn ouders en zijn zus Toos verhuist hij 4 jaar later naar Haarlem. Zijn ouders willen dat Toos en hij een Nederlandse opvoeding krijgen. Op de lagere school haalt hij vaak de laagste cijfers van de klas en hij spijbelt om vliegtuigjes te bouwen en te experimenteren met zijn stoommachine of om in zijn zelfgebouwde kano te varen. Hij heeft een hekel aan school en is alleen goed in handenarbeid. Anthony wil uitvinder worden. Zijn vriend is Frits Cremer, wiens vader in het bezit is van een auto die regelmatig een lekke band krijgt. Anthony en Frits ontwikkelen een massieve autoband, die niet lek kan gaan. Als de 2 patent aanvragen, blijkt dat een Fransman hen al voor is geweest met de massieve autoband. In de 4e klas van de HBS dreigt hij voor de 3e keer te blijven zitten. Dan haalt zijn vader hem van school. Ondanks het feit dat hij niet in het bezit is van een diploma, heeft de jonge Fokker grote plannen.
Anthony Fokker wil vliegen en het liefst eigen vliegtuigen bouwen. Op zijn 20e verjaardag krijgt Fokker een auto en het advies van zijn vader om zich verantwoordelijker te gaan gedragen. Zijn ouders zorgen ervoor dat Tonny niet in militaire dienst hoeft. Dit zou zijn gebeurd met smeergeld. Hij vertrekt naar het Duitse Bingen, om een technische opleiding te volgen. Daar aangekomen blijkt er geen technisch opleidingsinstituut te zijn, maar een eenvoudige rijschool. Fokker reist daarom door naar Zahlbach, waar dan net een nieuwe opleiding luchtvaartkunde is opgezet. Voor Fokker is het geen probleem dat de Fachschule for Flugwesen geen eigen vliegtuigen heeft en dat de instructeur een autocoureur blijkt te zijn die niet in het bezit is van een vliegbrevet. De Nederlander en zijn medestudenten werken vol overgave aan de bouw van een eenmotorige tweedekker van een ontwerp van de Fransman Henri Farman. Het vliegtuig komt echter nooit los van de grond. Het 2e zelfgebouwde vliegtuig van de Fachschule komt wel los van de grond, maar omdat de instructeur/piloot nooit heeft leren landen, crasht het vliegtuig jammerlijk. De piloot overleeft, maar gaat zijn geluk elders beproeven. Het betekent het einde van de Fachschule.
Fokker koopt met de 1.500 mark die zijn vader hem stuurt een half afgebouwd vliegtuig van de Fachschule. Zijn medestudent Franz von Daum financiert de motor, Jacob Goedecker neemt een deel van de constructie voor zijn rekening. In de herfst van 1910 maakt hij met het tot Spin (vanwege de vele draden) omgedoopte vliegtuig zijn eerste vluchten: het zijn eerder sprongetjes in de lucht dan een echte vlucht. Later zal hij over deze beginperiode zeggen: “Ik had het geluk precies op tijd te zijn geboren. Was ik een paar jaar vroeger begonnen, dan had ik de kans mijn nek te breken bij de eerste primitieve proefnemingen. En had ik 2 jaar gewacht, dan zou de toen reeds vereiste technische kennis boven mijn macht geweest zijn.” Von Daum crasht de eerste Spin. Met de 2e Spin leert Fokker zichzelf vliegen en haalt hij zijn brevet. Daarna is het vliegtuig volgens afspraak van Von Daum die vervolgens ook deze Spin vernielt. Met de 3e Spin vliegt Fokker op Koninginnedag 31 augustus 1911 boven de Sint-Bavokerk in Haarlem. In totaal worden 25 ‘Spinnen’ gebouwd.
Fokker tijdens de Eerste Wereldoorlog
De jonge luchtvaartpionier vertrekt naar Berlijn, waar hij bij een vliegveld Fokker Aeroplanbau opricht. Dit verloopt niet succesvol en zijn vader moet financieel bijspringen. In 1914 breekt de Eerste Wereldoorlog uit, hetgeen de redding is voor het bedrijf. Het bedrijf verhuist naar Schwerin. Fokker neemt de Duitse nationaliteit aan. In april 1915 crasht in Duitsland een Franse Morane-Saulnier met aan boord de Franse gevechtspiloot Roland Garros, naar wie later een tennisstadion alsmede het beroemde tennistoernooi wordt vernoemd. Garros probeert het vliegtuig te verbranden, hetgeen niet helemaal lukt. Aan boord bevindt zich een machinegeweer dat door de propellers heen schiet. De propellers zijn met metaal bedekt, zodat de kogels het hout niet vernielen. Fokker en zijn ingenieurs weten een systeem te verbeteren met een nokkenas, waardoor op het moment dat voor de vuurmond zich een propeller bevindt, de kogel niet wordt afgeschoten. Pas als het rotorblad zich niet voor de vuurmond bevindt, wordt de kogel afgevuurd tussen de bladen door. Dit wordt een gesynchroniseerde mitrailleur genoemd. De Fokkervliegtuigen zijn daardoor de schrik van de geallieerde piloten.
Hij bouwt een aantal uiterst succesvolle vliegtuigen, de Eindecker, de Dr. I Dreidecker en de D. VII, en de Duitsers willen dat hij ze op grote schaal gaat produceren. Vele arbeiders worden ingezet om dagelijks tientallen vliegtuigen te bouwen. Fokker raakt bevriend met de meest succesvolle piloot uit de Eerste Wereldoorlog, baron Manfred von Richthofen, bijgenaamd De Rode Baron. Hij vliegt onder andere in de Fokker Dr.1 en weet 80 vliegtuigen uit de lucht te schieten. Von Richthofen krijgt zijn eigen eskader en alle piloten schilderen hun vliegtuigen in bonte kleuren. Dat van Von Richthofen is rood. De Britten noemen het eskader daarom Richthofen’s Flying Circus.
De Fokker D. VII wordt beschouwd als het beste vliegtuig uit de Eerste Wereldoorlog. Fokker bouwt ongeveer 700 toestellen voor de Duitsers. De Amerikanen confisqueren een deel van zijn vliegtuigen aan het einde van de oorlog. Een aantal weet Fokker met behulp van steekpenningen naar Nederland te smokkelen, evenals machines en onderdelen.
Gloriedagen, huwelijken, tegenslagen en overlijden
Fokker keert in 1919 terug naar Nederland. Hij trouwt in Haarlem met Sophie Marie Elisabeth von Morgen, maar het huwelijk strandt na 4 jaar. Hij richt samen met investeerders en steun van de familie De Nederlandsche Vliegtuigenfabriek op en krijgt zijn Nederlandse paspoort terug. Fokker neemt zijn intrek in de hallen in Amsterdam-Noord, waar Albert Plesman, die in oktober 1919 de KLM opricht, in de zomer van 1919 de Eerste Luchtvaarttentoonstelling houdt. Er is geen startbaan, waardoor de rompen en vleugels op dekschuiten naar Schiphol worden gevaren, waar de vliegtuigen worden geassembleerd. Ook in het Zeeuwse Veerle komt een fabriek. De jaren 20 en begin jaren 30 zijn de gloriedagen van het bedrijf Fokker. Naast militaire vliegtuigen produceren ze ook verkeersvliegtuigen. De KLM is een grote afnemer van deze vliegtuigen en gebruiken de F.II en de F.III voor commerciële vluchten. Tevens verkoopt Fokker die vliegtuigen ook aan andere luchtvaartmaatschappijen.
Daarna begint Fokker aan een Amerikaans avontuur. Hij vertrekt in 1923 naar Amerika en begint daar 3 vliegtuigenfabrieken. Hij krijgt publiciteit door records te breken en gevaarlijke vliegdemonstraties te geven. Fokkers bijnaam luidt ‘The Flying Dutchman’. Hij trouwt in 1927 voor de 2e keer: ditmaal met de Canadese Violet Austman. Fokker geeft weinig aandacht aan zijn vrouw, die voor depressies wordt opgenomen en in 1929 uit het raam springt. In 1928 is hij de grootste vliegtuigbouwer ter wereld en is voor hem de Amerikaanse vliegtuigindustrie belangrijker dan de Nederlandse. In 1929 breekt de economische crisis uit, hetgeen zijn weerslag heeft op het aantal orders voor het bedrijf. In 1930 moet hij daardoor zijn bedrijf verkopen aan General Motors. De hoogtijdagen zijn helemaal ten einde als in maart 1931 een Fokker F.VII van TWA neerstort in Kansas en alle 8 inzittenden overlijden. Aan boord bevindt zich een beroemde American Footballcoach, waardoor de crash veel aandacht krijgt in de pers. Een van hout vervaardigde vleugel blijkt te zijn afgebroken. Er komt een vliegverbod op alle Fokkervliegtuigen in de VS. Vliegtuigen met houten constructies, waaronder alle Fokkers, worden gewantrouwd en de reputatie van het bedrijf gaat bergafwaarts. Uiteindelijk sluiten de fabrieken in de VS.
Ook in Europa breekt de crisis uit en Fokker lijdt verlies. Amerikaanse concurrenten vervaardigen vliegtuigen uit lichte metalen, terwijl Fokker nog op de traditionele manier, met houten frame, vliegtuigen bouwt. In 1934 stapt KLM over op de aluminium vliegtuigen van de Amerikaanse vliegtuigbouwer Douglas. Maar met de opkomende oorlogsindustrie uit die tijd stijgt de vraag naar vliegtuigen wederom. Ook weet Fokker de productierechten en verkooprechten van de Douglas DC-2 in de wacht te slepen, waardoor het bedrijf goed verdient, maar tevens de positie van de Amerikaanse concurrent verstevigt. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog in 1939 overlijdt Anthony Fokker in de VS aan de gevolgen van een onschuldige neusoperatie. Hij is 49 jaar geworden.
Na de Tweede Wereldoorlog en faillissement
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn de Fokkerfabrieken 3 keer gebombardeerd. Na de oorlog wordt een begin gemaakt met de wederopbouw van het bedrijf. In 1946 wordt het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling opgericht, waarmee de overheid de ontwikkeling van de Nederlandse vliegtuigindustrie steunt.
In 1951 verhuist Fokker naar Schiphol. Fokker begint in 1953 met de bouw van een groot metalen vliegtuig, de Fokker F.27 Friendship. Door de gelijmde constructie in plaats van de onderdelen met klinknagels aan elkaar te verbinden, is het vliegtuig zeer aerodynamisch, hetgeen wordt overgenomen door andere fabrikanten. De Friendship blijft meer dan 30 jaar in productie en wordt het belangrijkste vliegtuig voor Fokker. De F.28 Fellowship is de minder succesvolle opvolger van de Friendship. Op militair gebied werkt Fokker vanaf 1959 gezamenlijk met andere Europese vliegtuigbouwers aan de 350 F-104G Starfighter. Vanaf 1975 werkt het bedrijf ook mee aan een gezamenlijke productie van de F-16 straaljager. Fokker bouwt met overheidssteun de Fokker 50 en Fokker 100 die moeten concurreren met de Amerikanen. De orders stromen binnen, waarvoor het bedrijf de capaciteiten niet heeft en de levering vertraging oploopt. De kostprijs stijgt, evenals de dollar, waardoor de toestellen onder de kostprijs worden verkocht. Als de orders afnemen zit het bedrijf met een enorme overcapaciteit. Fokker komt in financieel zwaar weer.
DASA, de luchtvaartafdeling van Mercedes-Benz, koopt in 1993 een meerderheidsbelang in Fokker. Toch blijft het bedrijf honderden miljoenen verlies draaien. In 1996 gooit DASA de handdoek in de ring en ook de overheid draait de steunkraan dicht: Fokker gaat als ontwikkelaar en bouwer van vliegtuigen failliet. Nederland blijkt te klein voor een eigen onafhankelijke vliegtuigindustrie. Fokker maakt met 4 gezonde onderdelen een doorstart bij het Nederlandse Stork. Het bedrijf maakt vliegtuigonderdelen. In 2015 neemt het Britse GKN Aerospace Fokker Technologies over. Ze onderhouden onder andere de ongeveer 400 Fokkers die nog overal ter wereld rondvliegen. De oudsten zijn F-27’s uit 1959. Fokkers blijven gevraagd als occasions. Tevens produceert het bedrijf onderdelen voor de Airbus A-380 en de JSF.
In 2017 komt ook een eind aan de lange geschiedenis tussen Fokker en de KLM. Op 28 oktober van dat jaar landen voor de laatste maal onder KLM-vlag 8 Cityhoppers F-70, de verkorte versie van de F-100. Het is het laatste Fokkervliegtuig waarvan de KLM afscheid neemt. Fokkers vliegen vanaf dat moment alleen onder buitenlandse vlag.
Er is sprake van de bouw van een nieuwe Fokker, de Fokker 130-NG (Next Generation) op basis van de Fokker 100. Het prototype zou in 2013 af moeten zijn, maar die datum wordt niet gehaald. Volgens de planning van de Netherlands Aircraft Company zou de Fokker 130-NG in 2020 moeten vliegen. Vooralsnog blijft het de vraag of het vliegtuig ooit het luchtruim zal kiezen en onder welke naam, want de naam Fokker behoort toe aan GKN Aerospace.
Fokker is onderdeel van het Nederlandse cultureel erfgoed. Anthony Fokker, ‘De Vliegende Hollander’, heeft het kleine Nederland als vliegtuigbouwer op de kaart gezet. Maar uiteindelijk blijkt dat kleine Nederland te klein voor een eigen vliegtuigindustrie.
(Bron: Bruce Gould-De Vliegende Hollander, NRC.nl, Trouw.nl, Infonu.nl, NPOfocus.nl, Anderetijden.nl, Historischnieuwsblad.nl, ANP, Wikipedia.)
Meer beelden van vroeger zien? Neem eens een kijkje in het online archief van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.