Annie M.G. Schmidt, Nederlands meest geliefde schrijfster
Publicatiedatum: 21 mei 2020
Annie M.G. Schmidt, meerdere generaties van na de oorlog zijn met haar werk opgegroeid. Met een groot gevoel voor humor en met een eigen taalgebruik weet zij zowel kinderen als volwassenen te raken met haar versjes, boeken, musicals en radio- en tv-series. Op 21 mei 2020 is het alweer 25 jaar geleden dat de meest geliefde schrijfster van Nederland is overleden.
Annie M.G. Schmidt heeft een groot en succesvol oeuvre nagelaten: haar musicals als Heerlijk duurt het langst en Foxtrot, haar series als In Holland staat een huis en Ja zuster, nee zuster, liedjes als M’n opa en In een rijtuigie en natuurlijk Jip en Janneke zijn maar een aantal van haar werken die in ons collectieve geheugen vastzitten. In haar werk zit steevast een knipoog of een dubbele bodem, waardoor kinderliedjes en versjes ook voor volwassenen om te grinniken zijn met een woordspeling of een absurdistische voorstelling.
Annie wordt op 20 mei 1911 geboren als Anna Maria Geertruida Schmidt in Kapelle in Zeeland. Ze is de 3e dochter met dezelfde naam: haar 2 oudere zusters zijn overleden, waardoor haar moeder zeer over haar waakt. Ze heeft 1 broer. Haar vader is dominee en het gezin woont in de pastorie tegenover de kerk. De andere kinderen in het Zeeuwse dorp vinden haar maar raar: ze spreekt geen Zeeuws, loopt niet in klederdracht en speelt vrijwel nooit buiten. Het huwelijk van haar ouders is niet erg gelukkig en ze heeft weinig contact met haar vader. Ze begint op jonge leeftijd met het schrijven van gedichten en is vroegwijs. De jonge Annie bekijkt de wereld met een scherp oog en ziet volwassenen soms andere dingen doen dan ze zeggen. Haar vader bijvoorbeeld is dol op eenden. Als hij tijdens de Eerste Wereldoorlog wordt gevraagd als dominee in Sittard, waar hij een groter huis kan krijgen en meer geld, barst er een discussie los tussen haar ouders waar ze niet veel van begrijpt. Ze vangt wel af en toe het woord “eenden” op. Haar vader verklaart daarop van de preekstoel dat hij de baan niet heeft aangenomen, omdat God hem heeft gevraagd te blijven. “Dat was God niet,” schrijft Annie later, “dat waren de eenden. Waarom zei hij niet gewoon: ‘Ik blijf liever bij mijn eenden?’”
De moeder van Annie is een voormalig onderwijzeres. Ze leert Annie al voeg lezen en schrijven. Als ze 14 jaar is, stuurt haar moeder enkele van haar versjes naar de beroemde Nederlandse dichter Willem Kloos. Die is zeer te spreken over Annies dichtkunsten en schrijft terug: “Uit den vlotlevendige en harmonische, ja hier en daar zelfs muzikalen rhytmus, laat zich afleiden dat er diep wezenlijk iets in haar zingt.” Ook raadpleegt haar moeder een helderziende, die voorspelt dat haar dochter een groot schrijfster zal worden.
Bibliothecaresse en Het Parool
In de jaren 20 van de vorige eeuw gaat Annie naar de HBS in Goes. Op de HBS verandert het zoete meisje in een recalcitrante puber, die regelmatig spijbelt. Ook krijgt ze interesse in het andere geslacht. In 1928 logeert een meisje uit Den Haag bij de familie Schmidt. De 2 gaan stiekem naar een vliegshow in Vlissingen en raken aan de praat met een paar piloten. Ze mogen mee de lucht in en gaan na afloop eten, drinken, dansen en vrijen. Annie zal met 1 van die piloten nog regelmatig contact hebben. “Soms vloog hij met zijn toestel heel laag boven de HBS, waar ik met kloppend hart in zat. Ik durfde niet aan mijn medeleerlingen te vertellen dat het voor mij was. Ze zouden het niet geloofd hebben.” In 1930 slaagt Annie voor haar examen HBS.
Annie gaat in Den Haag op kamers wonen om, net als haar broer, te studeren voor notaris, hetgeen ze eigenlijk niet wil. Ze is echter meer geïnteresseerd in jongens, uitgaan en dansen. Ze woont een jaar in Duitsland om de taal te leren, gaat naar Schoevers om secretaresse te worden, maar het loopt allemaal op niets uit. “Niets lukte en ik wilde ook niets”, zou ze daar later over zeggen. Annie komt uiteindelijk terecht als bibliothecaresse van de Openbare Leeszaal in Middelburg. Tot haar verbazing vindt ze het werk heerlijk. Ze haalt haar diploma en gaat op kamers wonen. In 1938 debuteert Annie op aandringen van haar moeder in het christelijk letterkundig tijdschrift Opwaartse Wegen met 2 verzen. Eén van die verzen verwijst naar Willem Kloos, die al vroeg het talent van Annie heeft onderkend.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt ze directrice van de Openbare Bibliotheek in Vlissingen. Ze weigert het bordje ‘Voor Joden verboden’ op te hangen, verwijdert geen door de Duitse bezetter verboden boeken uit de bibliotheek en vertikt het om Nationaalsocialistische bladen uit te stallen.
Voor de oorlog heeft Annie al een tijdje in Amsterdam gewoond. In 1946 treedt ze in dienst bij verzetskrant Het Parool in Amsterdam en verhuist naar de stad. Ze is zeer gelukkig met haar nieuwe betrekking en gaat voor Het Parool het archief opzetten. Bij Het Parool heerst een uitbundige en losbandige sfeer. Annie over deze periode: “Iedereen ging met elkaar naar bed, allemaal getrouwde mannen, die met elkaars vrouwen gingen, feesten en afspraakjes en toestanden en zo. Eerst stond ik daar heel onwennig tegenover, maar ik vond het allengs wel aardig.” Ze wordt opgenomen in een groep van journalisten, kunstenaars en intellectuelen. Iedereen leeft in de euforie van de oorlog die voorbij is. Annie leert Fiep Westendorp kennen, de illustrator die later de boeken van Jip en Janneke van tekeningen zal voorzien.
Annie raakt zwanger van “een jongen met een blauwe pet”. Hij blijkt ook nog homoseksueel te zijn. Het kind wordt nooit geboren, omdat ze vanwege de stress een spontane abortus krijgt. Ze zal deze ingrijpende ervaring een groot deel van haar leven voor zich houden. Pas 30 jaar later schrijft ze het liedje Over tijd over die zwangerschap voor de musical Foxtrot. Annie gaat in therapie. Ze zegt hierover: “M’n avonturen die schipbreuk leden… ik moest geholpen worden, genezen van vreemde dwangvoorstellingen. Met m’n werk en liefde is het veel beter gegaan daarna. (…) Ik had een veel te grote binding met mijn moeder. Een veel te grote identificatie met m’n moeder. En als je moeder je tegen je vader probeert op te zetten is dat wat je eigen liefdesrelaties bederft.”
Eerste successen en relatie
Annie begint met het schrijven van versjes en verhaaltjes voor Het Parool. De reacties zijn zeer enthousiast. Ze valt af, kleedt zich jeugdiger en ontwikkelt zich tot een geestige vrouw, die plezierig is in de omgang. Ze schrijft teksten voor cabaretuitvoeringen voor een personeelsavond en componeert voor een aantal teksten zelf de muziek. Ook speelt ze zelf mee. Het is een groot succes en onder de naam De Inktvis treedt het cabaret op. Wim Sonneveld, Wim Kan en Cor Ruys kopen teksten van Annie. Ze krijgt succes bij een steeds groter wordend publiek. Haar gevoel voor humor, absurditeit en haar directe taalgebruik wordt door velen gewaardeerd.
Annie is een onconventionele vrouw, die weinig op heeft met de heersende moraal van die tijd. Ze plaatst een contactadvertentie, waarop onder anderen de chemicus en zakenman Dick van Duijn reageert. Ondanks het feit dat hij is getrouwd, beginnen de 2 een relatie, die 34 jaar zal duren. Ze raakt van hem zwanger. Dick en Annie gaan in Berkel en Rodenrijs wonen. Hun zoon Flip, die later acteur wordt, wordt in 1952 geboren.
In 1950 verschijnt haar eerste bundel met kinderversjes, getiteld Het fluitketeltje. In 1952 schrijft ze voor de VARA-radio de eerste Nederlandse soap: In Holland staat een huis, ook wel bekend onder de naam De familie Doorsnee. Tegen de achtergrond van de saaie, maar gezellige jaren 50 komen onderwerpen als woningnood, de introductie van de televisie, make-up, emigratie en de nylon bh aan bod. Ook maakt de eerste homoseksueel zijn opwachting in de media: het is de winkelbediende Fred. Het succes van de hoorspelserie is enorm. Tijdens de uitzendingen is het stil op straat en de liedjes uit de serie raken zeer bekend en verschijnen op plaat.
Jip en Janneke en Ja zuster, nee zuster
Vanwege het succes van De familie Doorsnee wordt Annie een nationale bekendheid. Ze trekt met schrijver Simon Carmiggelt, tevens journalist van Het Parool, het land in met een cabaretvoorstelling over humor. Vanaf 1952 verschijnen in Het Parool Jip en Janneke. De verhalen zijn voorzien van tekeningen van Fiep Westendorp. De avonturen van Jip en Janneke zijn mede geïnspireerd op het leven van haar opgroeiende zoon Flip en zijn buurmeisje. Jip en Janneke worden later in boekvorm uitgegeven en in meerdere talen vertaald. Annie groeit uit tot één van de meest geliefde schrijvers van kinderboeken. Ze is altijd een groot liefhebber geweest van de sprookjes van de Deen Hans Christian Andersen. In Annies verhalen lopen fantasie en werkelijkheid vaak door elkaar. Ze creëert surrealistische voorstellingen: zo kunnen dieren praten, evenals de brievenbus, vliegen heksen op bezemstelen, maar verplaatsen zich ook per auto en vermaken engelen zich met een transistorradio. In 1953 verschijnt Abeltje en in 1957 wordt Wiplala uitgeroepen tot kinderboek van het jaar.
Vanaf 1957 verschijnt op de tv Pension Hommeles, dat wordt gezien als de eerste Nederlandse televisieserie. Annie schrijft de teksten, Cor Lemaire de muziek. Bekend liedje uit de serie is Ik zou je ‘t liefste in een doosje willen doen van Donald Jones. Als ze in het begin van de jaren 60 componist Harry Bannink ontmoet, wordt hij de vaste componist, die haar teksten van muziek voorziet. Ze hebben allebei hetzelfde soort humor en hij heeft een feilloos gevoel voor Annies teksten. Samen schrijven ze de eerste Nederlandse musical Heerlijk duurt het langst, die 2 seizoenen volle zalen trekt.
Tussen 1966 en 1968 verschijnt de komische serie Ja zuster, nee zuster op de buis, geschreven door Annie met muziek van Harry Bannink. Het gaat over de verwikkelingen in Rusthuis Klivia, waar zuster Klivia de scepter zwaait. De serie staat in ons collectieve geheugen gegrift. Zowel de teksten als de acteurs zijn van grote kwaliteit. Liedjes als In een Rijtuigie, M’n opa, De kat van ome Willem en Ja zuster, nee zuster kunnen door iedereen van boven de 50 worden meegezongen. Heel Nederland zit aan de buis gekluisterd.
Dick en Annie besluiten zich eind jaren 60 permanent te vestigen in hun vakantiehuis in Zuid-Frankrijk. Aanvankelijk is Annie er gelukkig, maar gaandeweg gaat ze de Nederlandse cultuur en Amsterdam missen. Dick krijgt het aan zijn hart en raakt eind jaren 70 in een depressie waar hij nooit meer uit zal komen. In 1981 slikt hij een overdosis tabletten. Annie houdt zijn hand vast tot hij is overleden. Ze keert terug naar Amsterdam en betrekt een huis aan het Vondelpark. Het groeit uit tot een plek waar artiesten en kunstenaars elkaar ontmoeten. Ze krijgt maculadegeneratie, een ziekte die het netvlies aantast. Ze wordt geopereerd, maar verliest daarna plotseling het gezichtsvermogen van haar andere oog. Ze kan niet meer lezen, hetgeen voor een schrijver verschrikkelijk is. Ze luistert veel naar muziek en naar de radio.
Laatste jaren en overlijden
In 1987 ontvangt Annie de Constantijn Huygensprijs. Een jaar later wordt aan haar de ‘Nobelprijs voor de jeugdliteratuur’ uitgereikt, de Hans Christian Andersenprijs.
Vanwege het verlies van haar gezichtsvermogen kan ze nauwelijks meer schrijven. Ze ontwikkelt andere lichamelijke problemen en is steeds meer afhankelijk van mensen die haar verzorgen. Ze praat met vrienden vaak over de dood. Ze vraagt Harry Bannink muziek te schrijven voor haar begrafenis. “Heb je er haast mee, Annie?”, luidt zijn antwoord. Annie reageert met een schaterlach.
Ongeveer 1 jaar later, op 21 mei 1995, 1 dag na haar 84e verjaardag, overlijdt Annie in haar slaap. Nederland treurt om het verlies van zijn meest geliefde schrijfster. Meerdere generaties van na de oorlog zijn met haar werk opgegroeid. Ze heeft kinderen en volwassenen aan het lachen gemaakt en aan het denken gezet. Daardoor heeft Annie M.G. Schmidt bij iedere Nederlander een plek in het hart veroverd.
(Bron: Annie-mg.com, Wat ik nog weet-Annie M.G. Schmidt, Beeldengeluid.nl, Wikipedia, ANP.)