Alfabetisering

Alfabetisering: dé basisvoorwaarde voor ontwikkeling

Sinds april 2017 leven we met 7.5 miljard mensen op de wereld. In het kader van de geboorte van die 7.5 miljardste mens zet MAX Vandaag voor 6 belangrijke thema’s de vooruitgang die de mensheid in 200 jaar heeft geboekt op een rij. Immers, dankzij die progressie leven mensen langer, gezonder, gelukkiger en met meer zeggenschap over en invloed op hun lot. Deze keer: alfabetisering.

Lezen en schrijven is een kernvaardigheid. Het is tevens een manier om het scholingsniveau van een volk af te lezen. In de afgelopen 200 jaar is het aantal geletterden drastisch toegenomen. Kan in 1820 nog maar 12 procent van de mensen over de hele wereld lezen en schrijven, tegenwoordig kan ‘slechts’ 17 procent van de wereldbevolking dat niet.

Ondanks grote verbetering in het verspreiden van basisonderwijs en het doorgaande verbeteren van het verminderen van ongelijkheid in onderwijs, zijn er nog belangrijke uitdagingen voor de boeg. In de armste landen is onderwijs een bepalende voorwaarde voor ontwikkeling. In die landen is nog een groot gedeelte analfabeet. In Niger bijvoorbeeld kan slechts 36 procent van de jongeren in de leeftijdsgroep van 15 tot 24 jaar lezen en schrijven.

Verlichting

De vroegste vormen van geschreven communicatie stammen van ongeveer 3.500 voor Christus. Geletterdheid wordt in het verleden zeer geassocieerd met het uitoefenen van macht. In de Middeleeuwen begint de boekproductie te groeien en wordt alfabetisering langzamerhand belangrijk gevonden in de Westerse wereld. In de Verlichting wordt gesteld dat, wil Europa zich ontwikkelen, iedere Europeaan moet kunnen lezen en schrijven. Het heeft echter nog eeuwen geduurd voordat het zover is. Pas in de 19e en 20e eeuw mag het percentage geletterden hoog worden genoemd in de vroeg geïndustrialiseerde landen.

Alfabetiseringsgraad

In de periode 1800-2014 zien we dat de alfabetiseringsgraad langzaam maar constant toeneemt tot aan het begin van de 20e eeuw. Na het midden van de 20e eeuw groeit het getal snel als de uitbreiding van het basisonderwijs wereldwijd prioriteit krijgt. In 1950 kan nog maar 36 procent van de wereldbevolking lezen en schrijven. Dat percentage stijgt in 1960 naar 42 procent en naar 56 procent in 1970. Om op dat percentage te blijven tot 1980. In 1990 kan 68 procent zich schriftelijk uitdrukken. Dan gaat het snel de goede kant op: In 1999 kan 82 procent van de wereldbevolking lezen en schrijven en in 2014 is dat gestegen tot 85 procent.

Noordwest Europa

Tussen 1600 en 1800 leren veel Noordwest Europeanen lezen en schrijven. In het jaar 1475 is er nog maar één land in Europa waar het percentage geletterden boven de 10 procent ligt en dat is Nederland. Slechts voor een korte periode, rond en na 1550 halen enkele andere Europese landen als Groot-Brittannië, Frankrijk en Duitsland ons in. Bij ons daalt het aantal geletterden tussen 1475 en 1550 van 17 procent naar 12 procent, terwijl in bovengenoemde landen het percentage stijgt van onder de 10 procent naar ongeveer 20 procent.

Daarna haalt niemand in Europa ons nog in. In 1650 kan meer dan de helft (53 procent) van de Nederlanders lezen en schrijven. In 1750 is 85 procent van de Nederlanders geletterd, in 1850 meer dan 90 procent. Wereldwijd haalt alleen de VS ons vanaf 1920 in, om uiteindelijk op hetzelfde percentage, iets minder dan 99 procent vandaag de dag, uit te komen.

Analfabeten en laaggeletterden in Nederland

Nederland telt tegenwoordig ongeveer 250.000 analfabeten en 2.5 miljoen laaggeletterden of functioneel analfabeten (cijfers Algemene Rekenkamer 2016). Dit zijn mensen die wel in staat zijn hun naam te lezen en losse woorden en korte zinnen te begrijpen, maar niet om een langere tekst te consumeren. Ook hebben ze vaak problemen met rekenen en hebben ze moeite een computer te gebruiken. Ze beheersen het minimale niveau om deel te nemen in de samenleving niet.

Latijns-Amerika

Europa heeft dus een voortrekkersrol gespeeld bij het verspreiden van basisonderwijs. Pas in de tweede helft van de 20e eeuw zien we wereldwijd het percentage analfabeten dalen. In Latijns-Amerika bijvoorbeeld is het percentage in veel landen in de vorige eeuw gedaald van 40 procent tot 50 procent. Zo is in Brazilië het percentage in 1900 nog 65 procent en nog 51 procent in 1950. Dan neemt het aantal analfabeten snel af: in 1970 naar 32 procent en in 1990 naar 19 procent om in 2000 uit te komen op 15 procent van de Brazilianen die niet kunnen lezen en schrijven.

Landen als Argentinië, Cuba en Uruguay hebben in Latijns-Amerika de minste analfabeten. In die landen is het percentage in 2000 gedaald tot ongeveer 2 procent. In andere landen in die regio, zoals Guatemala en Haïti, gaat de afname een stuk langzamer. Zo kan in Guatemala nog 31 procent van de bevolking in 2000 niet lezen en schrijven. In Haïti, het land met het hoogste aantal analfabeten in die regio, is in 2000 nog iets minder dan 50 procent analfabeet.

Afrika

In alle landen op de wereld buiten Afrika, op Afghanistan na, ligt het percentage geletterden boven de 50 procent. Toch zijn er landen in die regio met een hoog percentage geletterden zoals Zuid-Afrika, Gabon en Libië, die allen rond de 90 procent scoren.

In Afrika blijven, ondanks inspanningen, grote verschillen bestaan in geletterdheid. In Burkina Faso, Niger en Zuid-Soedan kan nog steeds minder dan 30 procent van de mensen lezen en schrijven.

Geletterd in één generatie

Wat we in Afrika wel zien is dat het aantal jongeren tot 24 jaar dat leest en schrijft beduidend hoger ligt dan het landelijk gemiddelde. Ook in landen als Burkina Faso, Niger en Zuid-Soedan.

In Noord-Afrika en het Midden-Oosten zien we dat het aantal analfabeten in één generatie drastisch is gedaald. In die landen kan minder dan één derde van de oudere generatie lezen en schrijven, onder jongeren ligt dat gemiddelde boven de 90 procent!

(Bron: Our World in Data, Universiteit van Oxford, Jan van Putten-Politieke Stromingen, Wikipedia)

Geef een reactie

Reactie

    marc duyols says:

    Ikzelf heb al 10 jaar ervaring in Nigeria, waar ik meerdere maanden per jaar verblijf.
    Het valt me op dat onze kleinkinderen in Nigeria wel naar school gaan, maar dat het onderwijs er van een erbarmelijke slechte staat is. Er zijn de staatsscholen die helemaal niets bij brengen, en dan heb je de privéscholen, maar ook hier geldt dat wie er veel wil voor betalen , er een beter onderwijs vorm voor krijgt dan zij die maar weinig kunnen betalen. Het lezen en schrijven richt zich hoofdzakelijk op het lezen van de bijbel – koran, maar richt zich helemaal niet op begrijpend lezen. Wiskunde onderwijs beperkt zich tot optellen – aftrekken, de volgorde van de bewerkingen is totaal onbekend. Een atlas raadplegen is onbekend, landen en werelddelen benoemen is uit den boze. Communicerende vaten een duistere truc.
    Ik praat hier over kinderen die een bachelor opleiding volgen en volgden. Darwin is totaal onbekend want die is te verwarrend voor de gelovigen.
    Diploma’s worden er uitgereikt bij de vleet, en het aantal quasi analfabeten die zich civil engineer noemen stijgt met het aantal jaren dat papa wil betalen om zoon of dochter naar school kan laten gaan. Want diploma’s krijg je als je naar school gaat, niet als je de stof beheerst.
    Zolang het onderwijs op zo’n laag pitje blijft, zal Africa nooit uit haar underdog positie komen.