75 jaar geleden: Dolle Dinsdag
Publicatiedatum: 5 september 2019
Na 4 lange jaren van oorlog, lijkt er op 5 september 1944 snel een einde te komen aan de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Met de nadruk op lijkt, want dit in werkelijkheid niet zo. De dinsdag waarop Nederland even in de waan van de bevrijding leeft, wordt Dolle Dinsdag genoemd. Vandaag, op 5 september 2019, is dit precies 75 jaar geleden.
Toespraak van Gerbrandy
September 1944 begint goed voor de geallieerde troepen. Frankrijk is zo goed als bevrijd en ook in België schiet het op. Deze snelle opmars zorgt voor optimisme bij de Nederlandse regering én de koningin. “Gij weet dat de bevrijding voor de deur staat”, zegt koningin Wilhelmina op 3 september 1944 in een uitzending van Radio Oranje. Minister-president P.S. Gerbrandy durft op 4 september 1944 nog een stapje verder te gaan op de radiozender. “Nu de geallieerde legers op onweerstaanbare wijze de Nederlandse grenzen overschreden hebben, ben ik er van overtuigd dat gij hen een hartelijke en waardige ontvangst zult bereiden, welke zij verdienen als bevrijders van ons land en de vernietiging van den tiran.” De premier ontketent met zijn toespraak een stroom aan nieuwsberichten over de naderende bevrijding van Nederland. De persbureaus uit binnen en buitenland buitelen over elkaar heen, hetzelfde geldt voor de kranten. Eén probleem: wat Gerbrandy in zijn toespraak zegt, is niet waar. De geallieerde troepen zijn nog helemaal niet de grens overgestoken.
Feest op straat
Dat het slechts een gerucht betreft weet niemand dan nog. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat op 5 september 1944 overal in Nederland mensen de straat op gaan om te vieren dat de Duitsers zijn verslagen. Het land is dan al 4 jaar lang in de greep van de bezetter, die de broekriem steeds strakker aantrekt in de bezette gebieden. Zo ook in Nederland. De voedselvoorraden beginnen op te raken en er zijn duizenden mensen opgepakt en weggevoerd naar vernietigingskampen. Bovendien is tegen de herfst van 1944 een tekort aan zo ongeveer alles, waardoor het voor de overgebleven bevolking steeds moeilijker wordt om het hoofd boven water te houden. Iedereen snakt naar een doorbraak en die lijkt zich op 5 september 1944 dus aan te dienen. Deze dag gaat de geschiedenisboeken in als Dolle Dinsdag, een term die vermoedelijk voor het eerst gebruikt wordt in een speciale bevrijdingseditie van het satirische tijdschrift De Gil. De Gil is destijds een vreemde eend in de bijt. Alles aan het blad doet vermoeden dat het gemaakt is door mensen van geallieerde zijde, maar na de oorlog blijkt dat het is opgezet in opdracht van de Duitsers.
Verwarring bij de bezetter
Naast veel vreugde, veroorzaakt het nieuws over de naderende bevrijding ook veel verwarring. De in Nederland gestationeerde Duitsers snappen niet wat er aan de hand is en beginnen in blinde paniek bewijs van hun wandaden te vernietigen. Eén van hun bekendste en ernstige paniekdaden is het razendsnelle ontruiming van Kamp Vught. Hier zitten op dat moment duizenden mensen die nog dezelfde dag op de trein naar werkkamp Ravensbrück of vernietigingskamp Sachenhausen worden gezet. Ook vluchten veel Duitsers naar het oosten van het land, zodat zij snel naar Duitsland kunnen als het echt fout gaat. De vlucht van de bezetter zorgt in de oostelijke provinciën voor ware files, herinnert een inwoner van Deventer zich. Hij wordt geciteerd in het boek Onrust over de Worp. Belevenissen van de bewoners van de Linker IJsseloever gedurende de bange jaren van C. B. Struppert: “Kanonnen, fouragewagens, vrachtauto’s, uitpuilend van Moffen. In uniform en in burger. Soldaten, officieren, Todt-kevels, Parteigenossen. Ze kijken met verbeten tronies. Daar, een stelletje met NSB-pakjes aan, landwachters, auto na auto. Dan een nieuwe afdeling, paarden en wagens, boerenkarren, huifkarren, platte wagens… Wat een armzalig zoodje.” In de video hieronder ziet u beelden van de Duitse uittocht.
Helaas voor de Nederlandse bevolking blijven er ook genoeg Duitsers achter in de andere delen van het land. Dit zorgt voor verschillende schermutselingen, soms met bloederige of dodelijke afloop.
Einde van de NSB
Ook onder aanhangers van de Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) en hun families zorgt Dolle Dinsdag voor paniek. Leider Anton Mussert besluit dat alle NSB-families uit het westen en centrum van het land zo snel mogelijk naar het oosten moeten komen. Voor velen is Duitsland het uiteindelijke doel. Al op Dolle Dinsdag zelf laat de beweging tientallen evacuatietreinen vertrekken. Op 6 september gebeurt precies hetzelfde. Met 1 van de treinen die op 6 september vertrekt vanaf Amsterdam Centraal, loopt het slecht af. Trein Watergraafsmeer 11429 vertrekt om 14.45 vanaf het grootste station van de hoofdstad, maar komt niet ver. Nabij Diemen staat de trein stil en signaleren de mensen in de trein al snel 3 geallieerde gevechtsvliegtuigen. Zij beginnen op de trein te schieten, waarbij volgens een rapport van de brandweer Diemen 37 mensen omkomen. 30 mensen raken zwaar gewond, 40 personen hebben lichte verwondingen. In de periode waarin dit gebeurt wordt er heel vaak op rijdende voertuigen geschoten door de geallieerden. De Duitsers vervoeren immers nog steeds munitie naar Nederland en ook gaan er nog steeds veewagons vol mensen naar de concentratiekampen.
Naast schatting vertrekken er op 5 en 6 september meer dan 30.000 NSB’ers en hun families via de oostelijke provinciën naar Duitsland. Er zijn in Nederland amper nog leden over en degenen die er nog zijn, krijgen ruzie. 5 september 1944 mag dan nog niet het einde van de Tweede Wereldoorlog betekenen, maar is wel de datum waarop de NSB definitief wordt ontwricht.
Gevolgen van Dolle Dinsdag
De vreemde combinatie van vreugde en paniek die op 5 september 1944 in Nederland heerst, is een paar dagen later alweer verdwenen. Al in de avond van 5 september 1944 bericht Radio Oranje niet meer over de opmars van de geallieerden in Nederland. Er wordt dan duidelijk dat de bezetter helemaal niet verslagen is en dat de geallieerden niet in Nederland zijn. Het gerucht is vermoedelijk gevoed door een misverstand tussen de Nederlandse en Britse troepen. Het schijnt zo te zijn dat een Britse verkenner rond 3 september in Breda belandt. Daar neemt hij contact op met een Britse tankcommandant die hem vraagt waar hij is. “I am here at Café Breda, I am at Café Breda on the Bredabaan”, schijnt de man toen te hebben gezegd. De tankcommandant geeft deze informatie door aan de divisiecommandant, die het op zijn beurt weer vertelt aan de generaal. Omdat Gerbrandy een dag later zegt dat de Britten de Nederlandse grens over zijn gestoken, geloven de Britten het verhaal van de verkenner. De Nederlanders redeneren precies andersom. Zij nemen aan dat als de Britten niet zeker zouden zijn van hun zaak, zij heus wel gewaarschuwd zouden hebben. Of dit ook daadwerkelijk zo is gegaan, zal nooit helemaal duidelijk worden.
Bevrijd, maar geen vrijheid
Ongeveer 10 dagen na Dolle Dinsdag arriveren de geallieerden wel echt in Nederland. Zij bevrijden dan grote delen van Zuid-Nederland, waaronder Eindhoven. Bevrijd betekent overigens geen vrijheid voor de inwoners van deze stad. In juni 2019 spreken wij de 86-jarige Frans Rummens. Hij woont destijds in de stad en vertelt onder meer over de erbarmelijke omstandigheden in de Eindhoven na de bevrijding in 1944.
(Bron: Andere Tijden, Trouw, Historiek, Verzetsmuseum, NIOD, Nationaal Archief, NPS)