3 kampen en 1 scheepsramp: Wim Aloserij heeft het allemaal overleefd
Geen enkele Nederlander kan zeggen dat hij of zij tijdens de Tweede Wereldoorlog 3 concentratiekampen en 1 enorm scheepsramp heeft overleefd. Geen enkele, behalve de inmiddels 94-jarige Wim Aloserij. Op 4 april 2018 verschijnt er een boek over zijn bizarre oorlogsverleden, waar onder meer de onderstaande gebeurtenissen aan bod komen.
Dwangarbeid in Duitsland
Nu slijt de 94-jarige Aloserij zijn dagen onder meer met het verspreiden van het geloof als Jehova’s getuige, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog zien zijn dagen er heel anders uit. In 1943 begint het allemaal. Hij is dan 19 jaar en wordt naar het Duitse Braunschweig gebracht, waar hij moet werken als metaalbewerker. Hier blijft hij niet lang, want een aantal maanden later vlucht hij al liggend op de dak van een trein terug naar Nederland. Daar duikt hij onder, maar de bezetter weet hem te vinden en hij wordt naar kamp Amersfoort gebracht.
Van Amersfoort naar Neuengamme
In Amersfoort wordt hij op transport gezet naar kamp Neuengamme, nabij Hamburg. “We werden meteen geslagen. Ik moest mijn kleren afgeven, werd overal geschoren en kreeg een streepjespak. Vanaf dat moment was mijn naam weg. Ik was slechts een nummer: 49019”, zegt Aloserij in het Algemeen Dagblad over zijn aankomst in dit kamp. In Neunengamme moet hij hard werken, net als in kamp Hsum-Schwesing, waar hij een paar weken daarna naartoe wordt gebracht. In dit kleine, Noord-Duitse kamp moet hij onder zeer ware omstandigheden werken aan een verdedigingswal tegen de geallieerde troepen. Het gebied waar Hsum-Schwesing ligt is moerasachtig, dus staan de gevangenen soms wel tot hun middel in het koude water terwijl zij bezig zijn tankgrachten te graven.
Volledig uitgeput
Door dit werk raakt Wim Aloserij volledig uitgeput. Nog even, en de zware arbeid zou zijn dood worden. Net op tijd wordt hij weer op transport gezet naar Neuengamme, waar hij aan de slag gaat als mandenvlechter, schilder en smid. Dit is aanzienlijk lichtere arbeid dan in het vorige kamp, maar de situatie in het kamp is rampzalig. Van de in totaal 6000 Nederlandse gevangenen, overleven er slechts 600. De meesten van hen overlijden door uitputting of honger, ook al staat in de officiële documenten van het kamp vaak een andere doodsoorzaak vermeldt.
Dodentochten
Aloserij weet in leven te blijven en is erbij als het kamp wordt ontruimd, omdat de geallieerden dichtbij zijn. Na de ontruiming moeten alle nog levende gevangenen naar de baai van Lübeck worden gebracht. Hier liggen 2 schepen op hen te wachten. De weg naar Lübeck is zwaar: Aloserij wordt vervoerd in een stampvolle goederenwagon, een reis die veel gevangenen niet overleven. Naast de transporten per trein, moeten veel gevangenen ook ter voet naar de baai. Deze zogenoemde ‘dodentochten’ eisen vele levens.
Brandende schepen
Eenmaal op de schepen zijn de gevangenen nog niet veilig. Naast overlevenden, zitten er ook SS’ers op de schepen en dat is voor de Britse luchtmacht RAF de reden om de vloot te bombarderen. De schepen vliegen in brand en zinken snel. Veel van de voormalige gevangenen overlijden door verbranding of verdrinking, terwijl veel van de SS’ers wel in leven blijven door de reddingsboten en zwemvesten die zij hebben. Aloserij staat voor een duivels dilemma zodra het schip waarop hij zit, de Cap Arcona, in brand vliegt en zinkt. Hij kan niet in het water springen of op het schip blijven, want beide opties resulteren in de dood. Gelukkig ziet hij een touw aan de reling hangen waarmee hij zich in het water laat glijden. Net voordat hij het water raakt, drijft er een rubberbootje voorbij waar hij en een aantal andere overlevenden inklimmen. Ze peddelen zo ver mogelijk van het branden en zinkende schip vandaan, naar de kust van het inmiddels bevrijdde Neustadt.
Overlevingsstrategie
Later in 1945 wordt hij herenigd met zijn familie. Zij moeder zegt bij hun weerzien dat zij zeker weet dat Maria hem heeft geholpen met overleven. Hijzelf ziet dat anders, want hij denkt dat dit alles te maken heeft met de volgende overlevingsstrategie: “Val niet op in zo’n kamp. Niet vooraan staan hen zoveel mogelijk uit het zicht blijven. Dan heb je weinig last.”
Hallo Nederland
Hallo Nederland besteedt op 3 april 2018 aandacht aan het verhaal van Wim Aloserij. U Ziet Hallo Nederland elke werkdag om 18.30 uur op NPO 2.
(Bron: Algemeen Dagblad, redactie hallo Nederland, Tubantia)
Geef een reactie
U moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
Ik ben bijzonder geïnteresseerd in dit boek en verhaal omdat mijn oom Gijsbertus Kemp vrijwel in dezelfde kampen heeft gezeten.
Van 30-8-1944 tm 8-9-1944 in Amersfoort,
Van 8-9-1944 tm 25-9-1944 in Neuengamme,
Van 25-9-1944 tm 5-11-1944 in Husum-Schwesing en is daar overleden (aan een blinde darmontsteking?).
Mogelijk kan ik via dit boek en dhr. Aloserij meer over deze tijd te weten komen.
Recentelijk heb ik deze kampen bezocht, de heropening van Husum-Schwesing op 28 april 2017.
Ik ben zeer geìnteresseerd in dit boek, omdat mijn oom Leo ook in twee van de drie genoemde kampen heeft gezeten. Op 13 mei 1944 werd hij opgepakt op het onderduikadres bij mijn ouders, omdat hij geweigerd had terug te gaan naar zijn werkadres in Kassel in het kader van de “Arbeitseinsatz”. Hij heeft daarna tot 8 september 1944 in kamp Amersfoort gezeten ( in de ziekenbarak IV). Daarna in kamp Neuengamme. Hij is uiteindelijk omgekomen in maart 1945 in kamp Bergen-Belsen. Dit jaar zou hij ook 94 zijn geworden.
Ik heb het boek direct gekocht en ben het aan het lezen, nu bekend geworden is dat de heer Aloserij is overleden, juist nu iets van zijn verhaal in het openbaar zou vertellen.
Ik voel me zeer betrokken, omdat mijn schoonouders in de oorlog joodse onderduikers verborgen gehouden hebben, verraden zijn en met veel geweld door de Gestapo opgepakt. Dit alles waar de 4 kinderen bij waren.
Mijn schoonvader, Geuko de Groot, is ook via kamp Amersfoort in Neuengamme terecht gekomen. Mijn schoonmoeder werd in de gevangenis in Groningen gezet en daar zeer slecht behandeld.
Net als Aloserij is mijn schoonvader vanuit Neuengamme op de Cap Arcona geraakt en heeft hij ook dat overleefd. Pijnlijk is extra dat deze mensen na een lange zwerftocht terug in Nederland daar zeer koel zijn ontvangen en maar moesten zien hoe ze hun leven weer op de rails kregen.
Uiteraard is het hele gezin getraumatiseerd. Dit is duidelijk tot in de 2de en 3de generatie.
Mijn schoonvader sprak nooit over zijn ervaringen in de kampen, alleen met een kampgenoot. Ik weet nu uit de ervaring in mijn gezin wat het betekent om 2de en 3de (en 4de) generatie oorlogsslachtoffer te zijn. Deze oorlog is nog steeds onder ons. Het is belangrijk om ons dat te realiseren, vooral voor degenen die nog steeds de sporen ervan dragen.