22 juni 1941: Operatie Barbarossa, Hitler valt de Sovjet-Unie aan
Publicatiedatum: 22 juni 2021
Op 22 juni 1941 valt nazi-Duitsland de Sovjet-Unie binnen en begint Operatie Barbarossa. Het is de grootste veldtocht uit de geschiedenis. Hitler wil met de aanval lebensraum, levensruimte, voor zijn volk creëren, het communisme vernietigen, de daar aanwezige Joden uitroeien en Slavische volken onderwerpen. Bijna slaagt Hitler er in Moskou in te nemen. Het verlies van de Slag om Stalingrad blijkt voor de Duitsers het omslagpunt van de oorlog, waarna ze aan de verliezende hand zijn.
Voor de naam Operatie Barbarossa heeft Hitler zich laten inspireren door Frederik Barbarossa I, ‘Roodbaard’, die in 1189 de Derde Kruistocht leidt tegen de moslimlegers van Saladin. Operatie Barbarossa is voor Hitler ook een kruistocht, maar dan tegen het communisme dat met middeleeuwse wreedheden moet worden uitgevochten. Op 30 maart 1941 geeft Hitler zijn generaals te kennen dat Operatie Barbarossa een vernietigingsoorlog moet worden.
Tussen 1935 en 1939 voeren Groot-Brittannië en Frankrijk een zogenaamde appeasementpolitiek, een niet-inmengingspolitiek, ten aanzien van Duitsland. De 2 landen hebben de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog nog goed in hun achterhoofd en willen koste wat kost een oorlog met Duitsland vermijden. Tevens zijn de landen niet in staat het militair tegen Duitsland op te nemen. Daarom doen zij concessies aan Duitsland als dat land gebieden zoals het Rijnland in 1936 inneemt. Op 30 september 1938 sluiten Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië en Duitsland het Verdrag van München, waarin Tsjechoslowakije wordt geofferd en Hitler Sudetenland mag innemen. Frankrijk en Groot-Brittannië hopen dat de expansiedrift van Hitler hiermee is gestild en dat een oorlog is voorkomen. Binnen een jaar valt Hitler echter Polen aan en is de Tweede Wereldoorlog een feit.
Het Molotov-Ribbentroppact
Op 23 augustus 1939 maken de 2 ideologische aartsvijanden, het nationaalsocialistische Duitsland en de communistische Sovjet-Unie, afspraken voor een niet-aanvalsverdrag, het zogenaamde Molotov-Ribbentroppact. Beide landen zijn nog niet rijp voor een oorlog tegen elkaar. De ministers van Buitenlandse Zaken van beide landen sluiten het verdrag en die zijn de naamgevers van de overeenkomst. Hitler wil een 2-fronten oorlog, zoals tijdens de Eerste Wereldoorlog, voorkomen. Het verdrag kent een geheime overeenkomst waarin gebiedsuitbreiding voor de 2 landen is afgesproken. Zo mag Sovjetleider Stalin de Baltische Staten, Finland, delen van Roemenië en Oost-Polen innemen zonder Duitse inmenging. Duitsland valt op 1 september 1939 Polen binnen en hoeft niet bang te zijn voor een militaire reactie van de Sovjet-Unie. Op 3 september 1939 verklaren Groot-Brittannië en Frankrijk Duitsland de oorlog.
De ‘Blitzkrieg’ verloopt voor Duitsland voorspoedig en in 1940 zijn grote delen van West-Europa bezet. Door de snelle overwinningen voelt Hitler zich sterk genoeg om af te rekenen met de aartsvijand, de communistische Sovjet-Unie. Iets minder dan een jaar voor de inval beginnen de Duitsers met de voorbereidingen en op 18 december 1940 is het aanvalsplan klaar.
Het plan voor de invasie van de Sovjet-Unie gaat langs 3 wegen. Legergroep Noord moet door de Baltische Staten oprukken naar Leningrad. Daartegenover staat Legergroep Zuid die Oekraïne moet veroveren. Legergroep Midden moet sneller oprukken dan de andere 2 legergroepen. Deze legergroep bestaat voor de helft uit alle pantservoertuigen van de Duitsers. De tanks moeten voor Moskou afzwenken naar het noorden en naar het zuiden om achter de Sovjettroepen te komen die tegenover de Legergroepen Noord en Zuid staan. Zo moet het Rode leger worden omsingeld en uiteindelijk worden verslagen. Tevens moet Legergroep Midden Moskou innemen, het machtscentrum van de Sovjet-Unie.
Operatie Barbarossa
Op zondag 22 juni 1939 om 03.15 uur begint Operatie Barbarossa, de grootste veldtocht uit de geschiedenis. Hetgeen een lange, bloedige, uitputtende en wrede oorlog aan het Oostfront wordt. De aanval komt voor de Sovjet-Unie als een volslagen verrassing. Een enorme Duitse troepenmacht van meer dan 3 miljoen soldaten gaat de grens met de Sovjet-Unie over. Naast de soldaten gaan meer dan 600.000 paarden mee, 7.184 stukken geschut, 600.000 motorvoertuigen, 3.350 tanks en 2.000 vliegtuigen. Net als bij de inval in Polen, slopen de nazi’s symbolisch de grensslagboom. De Duitsers vallen de grensstad Brest aan en bezetten de stad uiteindelijk na een harde strijd van 1 maand.
Het verrassingseffect van de Duitsers is zo groot dat een aantal Sovjetsoldaten in hun pyjama krijgsgevangen wordt gemaakt. De opmars verloopt voorspoedig. De tangbeweging van tanks naar de stad Minsk slaagt. De Duitsers stoten door tot aan de rivier Barazina en steken die over. In de omsingelde gebieden maken de Duitsers honderdduizenden Sovjetsoldaten krijgsgevangen. De Luftwaffe vernielt op de 1e dag ongeveer 1.200 vliegtuigen van de Sovjet-Unie. Net zoals tijdens de invasie van West-Europa verlopen de aanvallen van de Duisters voorspoedig en valt de ene na de andere stad in handen van de Duisters.
Maar in tegenstelling tot de opmars in West-Europa, krijgen de Duitsers te maken met grote verliezen. Tot 31 augustus zijn een half miljoen Duitse soldaten gesneuveld, gewond of vermist. De Duitsers schakelen daarom reservedivisies in. Al na 1 maand is de gevechtswaarde van de pantserdivisies met 50 procent gedaald en in november bedraagt de gevechtswaarde van de infanteriedivisies nog maar 65 procent. Minsk, de hoofdstad van Wit-Rusland, is de 1e grote stad in de Sovjet-Unie die in Duitse handen valt. De stad is door de Duitsers grotendeels verwoest. De Duitsers veroveren op 17 juli Smolensk op weg naar Moskou. De Duitsers zijn dan al 750 kilometer opgerukt vanaf de Poolse grens en nog 400 kilometer verwijderd van de hoofdstad van de Sovjet-Unie.
De weerstand van de Sovjet-Unie is groot. Tijdens de gevechten heroveren Sovjettroepen tijdelijk delen van Smolensk. Vrijwilligersbrigades waar ook vrouwen deel van uitmaken, vechten op leven en dood. Toch valt de stad in handen van de Duitsers die Smolensk tot 25 september 1943 bezetten. Ongeveer 135.000 burgers komen om en in een krijgsgevangenenkamp in de buurt worden ongeveer 100.000 soldaten vermoord. De Duitsers richten een getto voor Joden in en op 15 juli 1942 worden alle Joden in Smolensk doodgeschoten.
Bijna dagelijks veroveren de Duitsers steden in Wit-Rusland, en de steden Kiev en Leningrad worden omsingeld. Het Beleg van Leningrad duurt van 8 september 1941 tot maar liefst 27 januari 1944. Als gevolg van gevechten, honger en kou komen daar honderdduizenden mensen en wellicht wel 1 miljoen mensen om het leven! Om te overleven, eten mensen zelfs andere mensen op. De Duitsers zullen Leningrad niet veroveren en vanwege het heldhaftige optreden van de bevolking, krijgt de stad de titel Heldhaftigste stad van de Sovjet-Unie.
Op 30 september 1941 beginnen de Duisters aan de opmars naar Moskou. De inwoners en het Rode Leger maken zich klaar voor de aanval en bouwen barricades. Eind oktober komt dat Duitse offensief voor het eerst tot stilstand en half november komt dat offensief voor de 2e maal tot stilstand. Op 28 november zijn de Duitsers Moskou tot op 32 kilometer genaderd.
Op 3 oktober 1941 bezetten de Duitsers Orjol op weg naar Moskou. Ongeveer 43.000 van de 80.000 burgers verliezen het leven. Velen verzetten zich tegen de arbeidsplicht. De Duitsers vinden dat sabotage en hangen de weigeraars op of schieten ze dood. De Duitsers gedragen zich als beesten tegen degenen die zij als minderwaardige mensen beschouwen. Er heerst hongersnood en duizenden burgers vinden de dood. Partizanen vechten een moedige strijd tegen de Duitsers. De Sovjetbevolking lijdt vreselijk onder de naziterreur. Joden moeten eerst hun graf graven, waarna ze worden doodgeschoten. Speciale Einsatzgruppen, paramilitaire doodseskaders, executeren zogenaamde ‘ongewenste elementen’ zoals Joden, communisten, zigeuners, homoseksuelen, intellectuelen, gehandicapten en partizanen. Deze moordpartijen hebben vooral in Polen en nog meer in de Sovjet-Unie plaatsgevonden.
Wintercrisis
De vreselijke koude winter breekt aan in de Sovjet-Unie. Zoals gezegd komt ook het 2e offensief naar Moskou vanwege de kou half november tot stilstand. Ze komen niet verder dan op 18 kilometer van Moskou. Op 5 december komt de Slag om Moskou ten einde, worden Duitse tankdivisies verslagen en gaat het Rode Leger in de tegenaanval. Meer dan 800.000 Duitse soldaten zijn dan al gesneuveld. De Duitsers hebben weinig winterkleding, waardoor ze bevriezen van de kou en niet kunnen vechten. Ze hebben aan het begin van Operatie Barbarossa nog het idee dat de oorlog aan het Oostfront binnen een paar weken is afgelopen. De Sovjetsoldaten zijn bekend met de kou en zijn daarop gekleed. De Duitsers worden honderden kilometers teruggeslagen. Tanks en geschut lopen vast en vanwege de kou is de moraal bij de Duisters laag.
Pas in het voorjaar van 1942, na de wintercrisis, zetten de Duisters hun opmars voort. Op 1 januari 1942 wordt generaal Friederich Paulus bevorderd tot General der Panzertruppen en diezelfde dag neemt hij officieel het bevel over 6. Armee over, dat zich op dat moment bij Charkov in Oekraïne bevindt. Op 29 januari veroveren zijn troepen Komsomolsk, een dorp bij Charkov, waar de Duitsers 150 huizen platbranden. Paulus verplaatst zijn hoofdkwartier naar Charkov, waar het 30 graden onder nul is. Op 12 mei begint de aanval van het Rode Leger om Charkov te omsingelen, hetgeen mislukt.
Op 28 juni begint operatie Fall Blau, het Duits zomeroffensief, met de opmars naar de stad Voronezj. Het zal eindigen met de voor de Duitsers vernietigende Slag om Stalingrad. De Sovjettroepen trekken zich terug en de Duisters zijn heer en meester in de lucht. Op 4 juli begint de slag om de stad Voronezj, die door de Duitsers wordt gewonnen. Hitler wil dan zijn aanvalstroepen verdelen in 2 groepen, Legergroep A en Legergroep B. Zijn generaals waarschuwen hem tegen deze verdeling, omdat die tot vertraging en zelfs tot een ramp zou kunnen leiden. Het splitsen van de Duitse troepen zal later worden gezien als de oorzaak van de Duitse nederlaag bij Stalingrad.
Hitler krijgt zijn zin en Legergroep A krijgt de opdracht de olievelden in de Kaukasus te veroveren en Legergroep B moet Legergroep A tegen aanvallen in de rug beschermen. Hitler voert als reden aan dat hij de oliebronnen nodig heeft om oorlog te voeren en dat Stalingrad moet worden ingenomen om de inname van de oliebronnen te dekken. Op 11 juli begint de Duitse opmars te vertragen vanwege brandstof tekort. Op 23 juli 1942 begint de 2e fase van het Duitse zomeroffensief onder de codenaam Operatie Braunschweig. Het doel van de operatie is de gelijktijdige opmars van de Duitse troepen naar de Kaukasus van Legergroep A en naar Stalingrad van Legergroep B waar Paulus en zijn troepen deel van uitmaken.
Legergroep A verovert op 23 juli de stad Rostov en een deel rukt op naar de westelijke Kaukasus, een ander deel gaat naar het zuidoosten van de Kaukasus. Met speciale bergtroepen veroveren de Duisters in de westelijke Kaukasus Elbroes, de hoogste berg van Europa. Ze veroveren Tbilisi en rukken nog zuidelijker op, waarna de aanvallen verzwakken: veel Duitse vliegtuigen zijn inmiddels verplaatst voor de Slag om Stalingrad. Op 27 september komt de Duitse opmars tot stilstand en als de Duitsers omsingeld dreigen te worden, trekken ze zich terug.
De Slag om Stalingrad
Op 3 september komen de troepen van Paulus en van de 4. Panzerarmee tezamen ten westen van Stalingrad. Paulus heeft een ontmoeting met Hitler en hij wijst tevergeefs op de lange, open noordelijke flank en het tekort aan reserves en versterkingen. Op 13 september beginnen de Duitsers met een groot offensief en in oktober hebben ze zo’n 90 procent van de stad in handen, met grote verliezen voor de troepen van Paulus. Op 19 november beginnen Sovjettroepen met een groot offensief.
Op 23 november omsingelen ze de 250.000 manschappen van generaal Paulus. Het blijkt onmogelijk te zijn het leger uit de lucht te bevoorraden: er zijn teveel troepen, de afstanden zijn te groot, er zijn te weinig vliegtuigen en het weer is te slecht. Hitler verbiedt Paulus om uit te breken. De situatie in en om Stalingrad verslechtert en de Duitse troepen worden slecht bevoorraad. Er wordt een bevrijdingsleger naar Paulus gestuurd, hetgeen de laatste kans is voor Paulus om uit te breken. Dat kan hij, vanwege brandstofgebrek niet, en, zoals gezegd, heeft Hitler hem dat verboden. Het bevrijdingsleger komt met kerst tot stilstand en zo wordt het lot van Paulus en zijn troepen beslecht.
Diverse generaals proberen Paulus ervan te overtuigen dat doorvechten zinloos is. Op 8 januari 1943 krijgt Paulus van de Sovjettroepen het voorstel tot overgave. Hij neemt contact op met Hitler, die hem nogmaals beveelt zich niet over te geven. Ondertussen sterven zijn troepen van honger en kou. Het door Duitsers bezette gebied slinkt met de dag. Op 26 januari verplaatst Paulus zijn hoofdkwartier naar een warenhuis dat op 30 januari door het Rode Leger is omsingeld. Hitler bevordert Paulus tot Generalfeldmarschall, waarmee hij verwacht dat Paulus zal doorvechten tot de dood of zelfmoord zal plegen. De anders zeer trouwe Paulus is dat echter niet van plan. In de ochtend van 31 januari 1943 stapt een delegatie van het Rode Leger het gebouw binnen waarop Paulus zich overgeeft.
Na het verlies van Stalingrad verloopt de oorlog voor Duitsland desastreus: Duitse troepen moeten zich terugtrekken en het Duitse moraal loopt een flinke deuk op. De winst van de Slag om Stalingrad betekent voor het Rode Leger juist de wederopstanding. Tijdens Operatie Barbarossa verliezen miljoenen burgers en soldaten het leven. In mei 1945 wordt Duitsland definitief verslagen en is de Tweede Wereldoorlog in Europa voorbij.
(Bron: Dick Verkijk, VPRO-Operatie Barbarossa uit 1966, Stalingradbattle.nl, Tracesofwar.nl, Historianet.nl, Duitslandinstituut.nl, Wikipedia, ANP)
Geef een reactie
U moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
Goed gedetailleerd verslag.video moet ik nog bekijken. Zal ik zeker doen.