Maxime op reis: Tenerife
Publicatiedatum: 11 november 2016
Onder de noemer ‘Maxime op reis’ leest u regelmatig verhalen over de eigen reiservaringen van de redactie van MAX Vandaag. Deze keer reizen we af naar Tenerife. De Canarische eilanden zijn momenteel ongekend populair onder Nederlandse vakantiegangers en wij snappen helemaal waarom.
In één keer zomer
Op een winterse dag in maart pakken we het vliegtuig richting Tenerife en na aankomst op het vliegveld Aeropuerto de Tenerife Sur blijkt het op 4,5 uur uur vliegen al helemaal zomer te zijn. We gaan er een goede week van genieten.
Tenerife is de grootste van de Canarische eilanden en het is zeer de moeite waard om hier een auto te huren en zo het eiland te verkennen. Bijzonder is dat het klimaat in het noorden verschilt van dat in het zuiden. In het noorden regent het regelmatig en het is er groen en vruchtbaar. Het zuiden is zeer zonnig en droog en hier liggen dan ook de grote badplaatsen. Zelfs ’s winters is het klimaat hier zeer aangenaam.
Pico de Teide
Vandaag staat de hoogste berg van Spanje (en slapende vulkaan) de Pico de Teide op het programma. De autorit door de dennenbossen er naar toe is prachtig en van verre is de 3.718 m hoge Teide al te zien. Doordat de weg flink bochtig is moet u er wel wat tijd voor incalculeren. We parkeren onze auto bij het bezoekerscentrum en besluiten één van de wandeltochten naar de voet van de vulkaan te ondernemen. Er staat 1,5 uur voor en de tocht leidt ons langs het bijzondere vulkaanlandschap. Het laatste gedeelte van de beklimming van de Teide gaat moeiteloos, daarvoor nemen we de kabelbaan, die ons tot z’n 200 meter onder de top van de vulkaan brengt. En daar blijken we in één keer terug in het Nederlandse winterweer te zijn: er ligt volop sneeuw en ijs! Na uitgebreid rondgekeken te hebben en het immense uitzicht bewonderd te hebben keren we weer terug naar de gondel van de kabelbaan en vervolgens (via een kortere route) naar de auto. Op de terugweg naar ons hotel in Costa Adeje rijden we door uitgestrekte lavavelden. Schitterend om te zien, maar helaas geen parkeermogelijkheden om even wat foto’s te schieten.
Badplaatsen
Langs de zuidkust liggen de mooie, grote badplaatsen Los Cristianos en Playa de las Américas. Met beide een sfeervolle boulevard met veel winkels en eettentjes. Ook een prima plek om vanaf een terrasje mensen te kijken of een wandeling te maken over het zwarte zandstrand. Ook hier merkt u zo goed dat u zich op een vulkanisch eiland bevindt. Als u meer van authentieke witte Spaanse stadjes houdt, dan zullen deze badplaatsen u minder bevallen, want alles draait hier om het toerisme.
Walvissen spotten
Vanaf de pittoreske plaats Los Gigantos gaan we het water op, om hopelijk walvissen en dolfijnen te zien. De brochure geeft een 100 procent garantie dat we deze zeedieren te zien krijgen, de eerste 3 kwartier op de Atlantische oceaan zien we echter wel veel zee, maar geen enkele vin. Maar dat komt helemaal goed en minutenlang vergapen we ons aan een groep walvissen. Op de weg terug naar de haven zien we ook nog 2 dolfijnen, maar die hebben vandaag geen zin om zich op de foto te laten zetten. Ons vaartochtje is in elk geval meer dan geslaagd.
Masca
Vanaf de boot hebben we al een glimp opgevangen van Masca. Deze plaats ligt in een kloof tussen 500 meter hoge rotsen die loodrecht vanuit zee opdoemen. Nu pakken we de auto om het plaatsje van dichtbij te gaan kijken. Nou moeten we zeggen dat we door de jaren heen al behoorlijk wat kilometers op bochtige bergweggetjes afgelegd hebben, maar deze tocht is toch wel even pittig. De laatste 5 kilometer van de route naar Masca is zo smal dat tegenliggers niet kunnen passeren. Daarvoor zijn om de paar honderd meter verbredingen in de weg gemaakt. Dat het op sommige stukken niet alleen bochtig, maar ook zo’n 10 procent stijl is, maakt het een uitdagend ritje. Maar wát een uitzicht krijgen we er voor terug. Het plaatsje zelf bestaat slechts uit een tiental huizen, maar ook hier is er gelegenheid om wat te drinken of een souvenir te kopen. De 5 kilometer terug naar de doorgaande weg zijn een ‘peulenschil’, nu we weten wat ons te wachten staat. Op naar de noordkant van het eiland!
Icod de los Vinos
Zo gauw we richting het noorden rijden slaat het weer om. Was het zo even nog strakblauw, nu komen we in een grauwe wereld terecht. Ons doel is Icod de los Vinos. Zoals de naam al doet vermoeden is de productie van wijn hier erg belangrijk. Wij gaan er deze keer echter specifiek voor de drakenbloedbomen naar toe. Deze schijnen een respectabele grootte aangenomen te hebben en inderdaad, het zijn uit de kluiten gewassen ‘jongens’. Nu we er toch zijn bezoeken we ook meteen het kerkje. Ook al zag dat er van buiten misschien wat simpel uit, de binnenkant is prachtig en bijzonder de moeite waard. Op de terugweg naar het zuiden breekt de lucht open en eenmaal in de buurt van Costa Adeje is het weer overtuigend zomers geworden.
Santa Cruz
Ook de hoofdstad van Tenerife, Santa Cruz, brengen we een bezoek. Het is een redelijk grote stad, met grote pleinen, een heuse winkelstraat met internationale ketens en veel mooie, oude gebouwen en kerken. Wel allemaal goed te belopen en wij starten onze wandeling vanaf de parkeergarage naast de Afrikaanse bazaar, de Mercado de Nuestra Señora de África. Dit is een deels overdekte markt, waar vooral veel levensmiddelen te koop zijn, maar ook bijvoorbeeld exotische bloemen en planten.
Op het Place de Espana ligt een enorme vijver (of eigenlijk meer een schaal). Alleen tijdens ons bezoek even zonder water er in. Een eenzame Spanjaard was die (in zijn eentje dus) aan het schoonmaken. Succes señor!
In de winkelstraat zitten naast de vele winkels ook allerlei cafeetjes en de meeste ervan hebben een terras, waar de locals hun koffie drinken. Wij schuiven ook even aan om van het zonnetje en de conversaties om ons heen te genieten.
Piramides van Gúimar
Op de terugweg vanaf Santa Cruz hebben wij nog één bezienswaardigheid op ons programma staan: de piramides van Gúimar. Het vermoeden bestaat dat mensen vanuit Egypte via de Canarische eilanden naar midden Amerika zijn gevaren op boten gemaakt van papyrus. De Noorse antropoloog Thor Hyerdal heeft de oversteek in de jaren 70 gemaakt met een zelfgemaakte boot van papyrus om te bewijzen dat het mogelijk was. Daarna heeft hij zich intensief bezig gehouden met de opgraving van de piramides en het resultaat is er naar. Het terrein staat daarnaast vol met schitterende planten en bomen, wat de wandeling langs de piramides nog meer de moeite waard maakt. Op 2 dagen per jaar (de winter- en zomerwende) schijnt de zon precies langs de zijkant van de piramides. Vergelijkbaar met Stonehenge in Engeland en de piramides van de Azteken en Maya’s in Midden Amerika.
Na een week op Tenerife zijn we het er over eens dat er genoeg te zien is voor een langere vakantie op dit mooie eiland. We keren dus zeker nog eens terug.
Update augustus 2020: de tuinen van Tenerife
In 2020 zijn we inderdaad teruggekeerd naar dit mooie eiland. We bezoeken dan onder andere een aantal prachtige tuinen. Over dat bezoek leest u op onze Tuin & balkonpagina.
Lees ook: Maxime op reis: Alhambra, Maxime op reis: Sicilië, Miami en de Florida Keys en Maxime op reis: Cuba.