Zo gaat u goed voorbereid de weg op bij een storm

Een aantal keer per jaar krijgen we in Nederland te maken met een storm waarvoor het KNMI een waarschuwing afgeeft. Is het stormachtig dan zal het advies altijd zijn om niet onnodig de weg of op pad te gaan. Maar wat als u toch de weg op moet, hoe pakt u dit dan aan? Wij hebben tips.   

Wanneer is er sprake van een storm?

We spreken van een storm wanneer het windkracht 9 is. Een zware storm en zeer zware storm hebben windkracht 10 en 11. Bij windkracht 12 is er spraken van een orkaan, maar die komt zelden voor in Nederland. Een storm ontstaat door grote tegenstellingen in de temperatuur. En vooral in de kustgebieden worden vaak de hoogste windsnelheden gemeten. Dit heeft alles te maken dat daar meer open vlaktes zijn waardoor de wind niet geremd wordt. Sinds september 2019 krijgen stormen waarvoor het KNMI een waarschuwing afgeeft een naam. De eerste storm in Nederland met een naam is Ciara.

De waarschuwingen die het KNMI afgeeft bij storm en zware windstoten gaan van code geel naar oranje tot rood. Hieronder wat het advies is per kleur:

Hoge auto’s vangen veel wind

Bij code geel is sprake van waakzaamheid. Er is kans op overlast en vertraging in het vliegverkeer. Nemen we het een stap verder, code oranje of rood, dan is het advies om niet de weg op te gaan als dat echt niet nodig is. Maar soms is het onvermijdelijk dat u de weg op moet. Bereid u dan goed voor, want er kunnen gevaarlijke situaties ontstaan. Rijden met een caravan en aanhanger wordt op dit soort dagen afgeraden. Hoe hoger de aanhanger, hoe meer wind deze vangt. Ga dus bij voorkeur niet met een caravan of aanhanger de weg op. Is het toch nodig, rijd dan niet te hard en vermijd bruggen, dijken en andere open vlaktes. Daar vangt u immers de meeste wind.

Bekijk voor u vertrekt sowieso eerst wat de stand van zaken op de weg en in het ov is. Storm leidt vaak tot veel files en treinen die uitvallen. Voor het verkeer op de weg kunt u terecht op de site van Rijkswaterstaat. In de NS-app vindt u de laatste ontwikkelingen op het spoor.

Niet te hard rijden en afstand houden

Het allerbelangrijkste is om niet te hard te rijden en afstand te houden. Dit is overigens bij alle weersomstandigheden het beste advies, maar met storm in het bijzonder. Het geeft u meer tijd om te anticiperen en te reageren op onverwachte situaties. Door de snelheid te verlagen heeft u ook een betere controle over de auto. Houd beide handen aan het stuur. Niet knijpen. Mocht de wind van zij komen en tegen de auto ‘aanduwen’ dan heeft u bewegingsruimte om dit op te vangen. Dat geld ook voor de luchtdrukverschillen die optreden als er vrachtverkeer passeert. Met beide handen aan het stuur kunt u dit makkelijker opvangen.

Storm met wind en regen

Gaat de storm gepaard met hevige regenval? Pas dan wederom u snelheid en de afstand tot uw voorganger aan. Kijk goed om u heen wat de rest van het verkeer doet. Wordt het te hevig, zoek dan een parkeerplaats op (of stop bij een tankstation) en wacht tot de bui over is. Stop niet op de vluchtstrook. Die is echt alleen voor noodsituaties. U kunt uzelf en anderen onnodig in gevaar brengen. Als het regent is de kans groot dat de ruiten beslaan. Probeer dit zoveel mogelijk te voorkomen om het zicht vrij te houden. Lees hier hoe u dit kunt voorkomen.

Aquaplaning

Liggen er grote plassen op de weg? Rijd daar rustig doorheen. Er kan aquaplaning optreden. Dat is het waterlaagje tussen de band en het wegdek, het moment dat u even geen grip heeft. Dit ontstaat vooral als u te hard door een plas rijdt of als de band de hoeveelheid water niet kan verwerken (banden met weinig profiel). Voelt u dat u grip verliest, laat het gas dan rustig los, houd het stuur vast en stuur zo min mogelijk. Ga niet aan het stuur trekken. Raakt de auto toch in de slib, blijf dan kijken en sturen naar de richting waar u naar toe wilt en trap de koppeling in. Voor automaatrijders, zet de auto in de N-stand.

(Bron: KNMI/ANWB/AD/archief. Foto: ANP/KNMI)