Maxime op reis: Zuid-Afrika
Publicatiedatum: 10 juni 2023
Onder de noemer ‘Maxime op reis’ leest u regelmatig verhalen over de eigen reiservaringen van de redactie van MAX Vandaag. We gaan deze keer naar Zuid-Afrika, van Pilanesberg Nationaal Park bij Johannesburg, tot Kaapstad en Robbeneiland.
Pilanesberg National Park
Met een klein gezelschap zitten we in een open jeep, op safari, ofwel ‘game drive’ met ranger Sebu. Het is 5 uur in de ochtend, de zon verschijnt aan de horizon en strooit een gouden gloed over de stoffige rode aarde. Dit is het beste tijdstip om dieren te spotten. Pilanesberg National Park is een van de 4 grote wildreservaten (Game Reserves) in Zuid-Afrika en ligt zo’n 150 kilometer ten noordwesten van Johannesburg. Het park ontstond na een vulkaanuitbarsting en ligt in en rondom de uitgedoofde krater, een groot stuwmeer als bonus. Ranger Sebu speurt het land af, zet af en toe de jeep stil en luistert. Hij blijkt een man met haviksogen, ziet wat wij niet zien, getraind als hij is om alle signalen op te vangen.
Big Five
Nooit geweten dat de ‘Big Five’, de luipaard, buffel, leeuw en de olifant niks te maken heeft met grootte of zeldzaamheid van de beesten, maar met gevaar. Waar andere dieren proberen te vluchten als er op ze wordt geschoten, gaan zij juist in de aanval. Vandaar dat jagers ze lang geleden tot de ‘Big Five’ hebben bekroond. Gelukkig is dat schieten – stroperij of een idiote Spaanse koning daargelaten – vooral verworden tot foto’s schieten, en dat doen we dan ook volop.
Roerloos
Het hobbelige zandpad en de eerste zonnestralen op ‘t gezicht maken ons dromerig. Opeens klinkt luid geschal. Iedereen schrikt op en houdt in een reflex z’n camera in de aanslag. Een groep olifanten verschijnt tussen de bomen, bijna aanraakbaar zo dichtbij. Sebu houdt een arm omhoog, vinger tegen de mond. We wachten roerloos en muisstil af wat er gaat gebeuren. Sebu praat tegen de olifanten, kalm, in een taal (niet Zuid-Afrikaans) die we niet verstaan. De olifanten staan stil, wapperen hun oren en kijken naar ons. Dan steken ze een voor een over. Een baby-olifantje hobbelt tussen de benen van de beschermende moeder, ooms en tantes in. Het is een ontroerend tafereel. Als ze weer in de bosjes zijn verdwenen vragen we wat Sebu zojuist zei. “Ik praat altijd met dieren”, zegt hij. “Daarmee leid ik ze af van negatieve gedachten die ze misschien hebben over ons. Ze herkennen mijn stem. Ik zag aan hun oren dat ze kalmeerden.”
Wildlife van Zuid-Afrika
De rangers in het gebied waarschuwen elkaar over de portofoon als er ergens dieren worden gespot. Sebu krijgt een melding van een groep leeuwen en welpen aan de rand van het meer. Hij trapt z’n pedalen wat dieper in, maar gooit het stuur om als hij verderop de groep jeeps met turende toeristen ziet. “Die leeuwen zijn ‘m natuurlijk al gesmeerd”, zegt hij. “Ik probeer altijd het gedrag van dieren te voorspellen; ze lopen vaak met de wind mee en nu het heter wordt zoeken ze vast bebossing op.” Hij krijgt gelijk. Verrukt vangen we niet veel later een glimp op van een leeuwin omringd door haar spelende welpen.
Douchen in openlucht
Als we halverwege de ochtend terugkeren naar Ivory Tree Game Lodge voor een koffie met ontbijt, bekijken we onze foto’s. We hebben ze toch maar mooi voor de eeuwigheid vastgelegd: olifanten, giraffen, spelende leeuwen, gapende neushoorns en zelfs een luipaard, sluipend door de bosjes. Alleen de buffel ontbreekt nog aan het rijtje van ‘de grote vijf’. We trekken ons even terug, ieder in z’n eigen lodge, verscholen tussen bomen en struiken midden in het wildreservaat – gelukkig wel veilig omheind. We nemen een douche in openlucht en luisteren naar de geluiden om ons heen. Bijzondere vogels die we niet thuis kunnen brengen, krekels en het ruisen van het struikgewas. Op de veranda nestelen we ons in een comfortabel loungestoel en laten de indrukken van de ochtend op ons inwerken. Wat een fantastische dag, nu al.
Luchtballon
Het is wederom vroeg in de ochtend als we midden op een vlak stuk land kijken hoe een geel-oranje-rode luchtballon langzaam maar zeker opbolt en overeind komt. Een ranger met geweer houdt de omgeving scherp in de gaten; leeuwen jagen het liefst in schemeruur. Hij blijft langzaam rondjes draaien om zijn as tot wij ons veilig en wel in de mand hebben gehesen.
Hoog in de lucht is goed te zien hoe vruchtbaar en groen het landschap is, met heuvels van gestolde lava en ingesleten wildpaden. Af en toe wordt de stilte ruw verstoord door het blazen van de gasflessen. Onder ons lopen 2 neushoorns. In de verte graast een wildebeest. Hij lijkt zich niet bewust van de hyena die zijn pad volgt en steeds dichterbij komt, maar de wind lijkt hem gunstig gezind. De hyena ruikt ‘m niet, lucky him. De natuur en wildlife in volle glorie, onder een feloranje zon die het land langzaam maar zeker in vuur en vlam zet.
Na een klein uur probeert onze gids de ballon aan de grond te zetten. Dat valt nog niet mee. We scheren over boomtoppen en klimmen onder luid geraas weer omhoog. Het is zaak zo dichtbij mogelijk bij een weg te landen waar de jeep met onze beschermheer ons snel kan oppikken in dit letterlijke hol van de leeuw. We landen uiteindelijk op een open veld waar een horde zebra’s zich uit de voeten maakt. Met een vonkelwijn – wat een mooi woord toch voor mousserende wijn – sluiten we deze bijzondere ervaring in stijl af.
Kaapstad
Na een indrukwekkend bezoek aan Pilanesberg Nationaal Park is het tijd om wildlife in te ruilen voor city life. In Kaapstad wel te verstaan! Een bruisende stad vol bars, restaurants en bijzondere wijken. Surfdudes, rastafari’s, studenten en toeristen kleuren het straatbeeld in het hippe centrum. Bij V&A Waterfront in het hart van de haven van de stad is er na de coronapandemie weer volop leven in de brouwerij; het wemelt van vakantiegangers en dagjesmensen op de terrassen aan het water, in de shopping mall en bij de voormalige graansilo van het Zeitz Mocaa Museum.
Townships
Een groter contrast dan bij aankomst kan het niet zijn. Langs de snelweg vanaf de luchthaven zagen we voetballende kinderen voor hutten van golfplaten op, townships als overblijfsel van jaren van onderdrukking. Tijdens de Apartheid (1948-1994) werden zwarten en kleurlingen door de witte regering naar afgezette terreinen buiten de stad verbannen. Het goede nieuws is dat de regering nu een handje helpt door eenvoudige huizen te bouwen. Iedereen die ouder is dan 18 jaar en minder dan 4000 Rand (215 euro) per maand verdient, komt in aanmerking voor gratis huisvesting. Alleen is de wachtlijst inmiddels 10 jaar, horen we van onze taxichauffeur.
‘Instagrammodellenhemel’
Vanaf het centrum rijden we noordwaarts naar de multiculturele moslimwijk Bo-Kaap (Afrikaans voor ‘Boven Kaap’), gelegen rond de hellingen van Signal Hill. We krijgen uitleg over de bewoners van deze bijzondere wijk; veelal afstammelingen van slaven, die door Nederlanders en Britten vanuit o.a. Azië in Zuid-Afrika te werk werden gesteld. We parkeren de auto, waar meteen iemand op af komt om ‘m ‘te bewaken’ en zo een inkomen bijeen te sprokkelen.
De snoepkleurige huizen in de geplaveide straatjes zijn allemaal even fotogeniek met hun felroze, groene, paarse, blauwe of gele muren. “Welkom in de Instagrammodellenhemel”, grapt onze gids, die ze hier de hele dag selfies ziet maken. Vanaf hun balkon kijken 2 oudere bewoners toe hoe verderop 2 poserende meiden elkaar fotograferen en direct hun foto’s checken. Zouden die zich iets van de geschiedenis realiseren…?
Explosie van kleur na afschaffing slavernij
“De slaven mochten geen kleurrijke kleding dragen, ’t werd ze verboden”, vertelt onze gids. “Toen de slavernij in 1834 werd afgeschaft hebben ze een explosie van kleur in de wijk gebracht. Puur om zich te uiten, omdat ze vrijheid van keus, religie en expressie terugkregen, vertelden een paar bewoners mij. Maar ik denk eigenlijk dat het nog steeds een vorm van stil protest is. Elk jaar na de Ramadan geven ze hun huis opnieuw een lik verf.”
Binnen no-time is het donker geworden. De stad aan het water is in lichtjes gehuld. Al hadden we graag in Bo-Kaap gegeten (‘ze hebben er de beste curry’s, geeft ‘kaboem’ in je mond’, aldus de gids), we hebben al een dinerreservering staan. In het Grand Africa Cafe & Beach aan Granger Bay laven we ons aan oesters, koningsklip en een Zuid-Afrikaanse witte wijn. Het zachte schijnsel van de brandende lantaarns in het zand langs de baai zorgen voor een sprookjesachtig decor. Arm en rijk gaan in Zuid-Afrika hand in hand, zoveel is duidelijk. Heel in de verte zwaait het vuurtorenlicht van Robbeneiland.
Robbeneiland
We hebben tickets weten te bemachtigen voor het beruchte Robbeneiland, een jarenlang gekoesterde wens om deze plek te bezoeken komt eindelijk uit. In de voetsporen van de beroemdste gevangene, Nelson Mandela, die hier 18 jaar van zijn 27-jarige gevangenisstraf doorbracht wegens sabotage tegen de apartheidsregering. Eeuwen geleden was dit al een gevangenis, maar dan voor tegenstanders van de Nederlandse VOC. Van leprakolonie, psychiatrisch ziekenhuis en legerbasis, werd Robbeneiland in de jaren 69 weer een gevangenis, dit keer voor criminelen en politieke dissidenten. Na een half uur varen stappen we met een ietwat beladen gevoel van de ferryboot. ‘Ons dien met trots’, staat groot vermeld op de toegangspoort naar de gevangeniscomplexen. Verderop staan bussen klaar die ons over het eiland rijden. De kalksteengroeve, waar gevangen stenen moesten hakken onder de brandende zon, doet de geschiedenis angstig dichtbij komen.
Gids en ex-gedetineerde Peter Vusi Kuba was één van hen. 18 jaar celstraf zat hij hier sinds 1983 deels uit, voor openbare geweldpleging en het dragen van wapens. Na de bustour lopen we met hem langs de cellencomplexen, het sportveld en de slaapzalen. “Ja, het was heel zwaar om hier weer terug te komen”, zegt hij. “Heel zwaar. Maar ik deed het voor onze vorige president. Hij zei: ‘Komt allen terug en heropen deze gevangenis als een museum.’ Mandela wist dat ex-gedetineerden niet bij bedrijven zouden worden aangenomen. Hij liet ons hier ons geld verdienen, verwerken en leren te vergeven. Gedachten aan hem helpt mij mentaal nog elke dag.”
Prison cell nr 5
We lopen langs het gebouw waarin de bezoekersruimte was. Peter vertelt dat hij het nog heeft helpen bouwen als dwangarbeid. “Eén keer per jaar mocht ik er bezoek ontvangen, mijn moeder. Ze mocht maar een half uur blijven en over politiek praten was verboden, een bewaker luisterde mee. Brieven werden gelezen en gecensureerd. Soms kreeg ik alleen een aanhef en afsluiting van de brief terug.” We komen aan bij de galerij met kleine cellen. In ‘prison cell nr 5’ zat Mandela gevangen. Een rode emmer dat dienstdeed als toilet, een klein groen tafeltje met een ijzeren mok en bord en een flinterdunne mat met een paar opgerolde dekens, meer had hij niet.
Zijn getraliede raam keek uit op de werkplaats, waar hij keien uit de kalksteengroeve in kleinere brokken moest hakken. Daar, onder een nog altijd bestaand boompje, verstopte hij ongezien papiertjes met politieke boodschappen voor anderen. Peter loopt door naar zijn voormalige slaapruimte, waar hij met 24 gevangenen zij aan zij en met de handen geboeid sliep. “We kregen pap, 1 snee brood, 1 kop koffie en een lepel suiker. Dat was mijn ontbijt, lunch en diner, elke dag.” Ook hij smokkelde papieren over en weer. “In de badruimte verstopten we briefjes en documenten in emmers water, zodat de honden van bewakers ze niet zouden ruiken. We moesten weten wat er buiten in Afrika gebeurde, we snakten naar hoop.”
Onder de indruk
Peter zegt zijn draai in het leven weer te hebben gevonden. Nederig en onder de indruk nemen we afscheid. Veel mensen zijn stil als we terug op de ferry naar Kaapstad zitten, in gedachten verzonken. Meeuwen zweven mee met een zeebries, ‘free as a bird’. Een groep dolfijnen zwemt langs de boot. Ze springen op uit het water, alsof ze ons toe roepen: ‘Cheer-up!’ Net zoals Mandela zou kunnen hebben gezegd. De Tafelberg lonkt, en een biertje misschien?
Onder de noemer Maxime op reis leest u regelmatig verhalen over de eigen reiservaringen van de redactie van MAX Vandaag. Klik hier voor een compleet overzicht en meer reisverhalen.
(Foto’s: MAX/ Marieke de Ruijter)
Geef een reactie
U moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
Ik ben ook zelf 19 jaar geleden naar Zuid Afrika geweest. Ben bij de oostkust geweest. Van Kruger Park tot Aliwal Shoal, Kwazulu Natal. En heb op de plek gestaan waar Nelson Mandela werd gearresteerd in 1962. Ook ben ik in het dorp geweest wat gebouwd was voor de serie uit de jaren 80 genaamd Shaka Zulu. En door het nummer te zingen van Homeless van Paul Simon samen met Ladysmith Mambazo werd ik als een westerling met open armen omhelsd door de Zulu’s. En ik logeerde niet in een hotel maar een guesthouse en voelde me al na 2 dagen een Zuid-Afrikaan. Was geinteresseerd hoe de mensen zelf leefde. Daardoor was ik een deel van het gezin geworden en kreeg zelfs een duikcursus en heb tussen twee instructeurs de Aliwal Shoal mogen bekijiken. Een enorm tropisch aquarium.
Ben 3 keer in Zuid Afrika geweest. Heb een vriendin wonen in Springs vlakbij Johannesburg.
Het is het mooiste land dat ik ooit heb bezocht. Zoveel verscheidenheid. Heb Joburg en Kaapstad gezien ben op 2 keer op safari geweest in Pilanesberg een keer ’s morgens vroeg en een keer ’s avonds. Heb in Sun city gelogeerd (geweldig) Zou zo weer terug gaan , wat een prachtig land en vriendelijke inwoners. Een aanrader !!