Maxime op reis: Sri Lanka

Onder de noemer ‘Maxime op reis’ leest u regelmatig verhalen over de eigen reiservaringen van de redactie van MAX Vandaag. Deze keer reizen we naar ‘de parel van Azië’, Sri Lanka. We verwachten er wuivende palmbomen aan te treffen, glooiende theeplantages, wonderschone tempels, chaotisch verkeer en een stukje wildlife. We worden niet teleurgesteld…

Na een vlucht van zo’n 14,5 uur, met een tussenstop in Doha (Qatar) komen we om even voor 10 uur lokale tijd aan in de commerciële hoofdstad Colombo. We gaan deze reis als groepsrondreis doen en verzamelen ons bij onze gids voor de komende 2,5 week. De leeftijden van onze groepsgenoten lopen uiteen van 29 tot 82 jaar, een lekker afwisselende groep dus.

Chaotisch verkeer

Er moet nog een kilometer of 40 afgelegd worden naar ons eerste overnachtingsadres en we maken kennis met de buschauffeur die ons hopelijk vele veilige kilometers over het eiland brengt. Uiteindelijk doen we bijna 2 uur over het betrekkelijk korte traject. Ondertussen krijgen wij een zeer goede indruk van het verkeer op Sri Lanka. Inderdaad zo chaotisch als wij ingeschat hebben. Auto’s, scooters, tuktuks, vrachtwagens, fietsen en bussen rijden kriskras door elkaar en ondanks dat het een 2-baans weg is, rijden er soms wel 4 of 5 voertuigen tegelijk naast elkaar. Ondertussen de honden ontwijkend, die in groten getale onbekommerd langs de weg liggen. Zij weten blijkbaar dat de Sri Lankanen de gave hebben in deze georganiseerde chaos zonder brokken hun weg te vervolgen. Ons hotel brengt de rust terug. In tegenstelling tot op de weg is er aan de kust niemand te bekennen.

(Vis)markt Puttalam

De volgende ochtend trekken we verder richting noorden. Onderweg krijgen we bij de plaats Puttalam de gelegenheid een (vis)markt te bekijken. Het krioelt er van de mensen en de kraampjes en de geuren komen ons tegemoet. De vis ligt er dan ook in de blakende zon uitgestald. Verser kan overigens niet, want even verderop zien we dat er een continue aanvoer is vanaf het water. Ernaast bewonderen we in een grote markthal de uiteenlopende en zeer kleurrijke groenten, fruit en kruiden.

Eigenlijk is het plan om vandaag in de buurt van ons eindpunt, Anuradhapura, de tempel van Mihintale te bezoeken. Er breekt tijdens de lunch echter een tropische (onweers)bui los, die van geen stoppen weet. We rijden nog wel naar de tempel, maar onze gids vindt het niet verantwoord de bijbehorende bergen te beklimmen en verplaatst de excursie naar de dag erna. We arriveren daardoor wat eerder bij het hotel voor de komende nacht en als het eenmaal wat droger wordt, maken we een wandelingetje langs het meer waaraan dat ligt. Langs de weg staan prachtige, hoge bomen en tot ons plezier blijken die vol leven te zitten. Vol met apen om precies te zijn. We zullen er deze vakantie nog vele zien, maar dit zijn de eerste.

Anuradhapura

De dag erna begint droog en gelukkig maar, want we hebben een vol programma voor de boeg. Anuradhapura is vele tempels en stoepa’s rijk en we beginnen met de rotstempel Isurumuniya. Op het terrein zijn een tempel, een stoepa en de kunstschat de minnaars van Isurumuniya te vinden. We laten onze schoenen achter en op blote voeten bewonderen we het vele moois, waaronder de 14 meter lange liggende Boeddha. Het is de eerste keer van vele keren dat we in ’tempelkleding’ op pad gaan: schoen-loos en met bedekte schouders en knieën.

Heilige Bodhi boom

Vervolgens rijden we naar het belangrijkste tempel- en bedevaartscomplex van Anaradhapura, waar de heilige Sri Maha Bodhi boom staat. Naar verluidt is deze boom een stek van de boom waaronder Boeddha in India verlichting bereikte. Samen met tientallen Sri Lankanen offeren we in het naastgelegen tempeltje bloemen en bekijken we de processie waarin geschenken naar Boeddha gebracht worden. Te voet gaan we verder naar de grootste stoepa ter wereld, de Ruwanweliseya stoepa. Voor de bouw zijn miljoenen bakstenen gebruikt en elk jaar wordt de buitenkant opnieuw wit gepleisterd.

Mihintale

Nu is het alsnog tijd voor de tempel van Mihintale, de geboorteplaats van het boeddhisme op Sri Lanka. Een lange trap leidt ons de berg op en de monumenten zelf bevinden zich vervolgens op 3 verschillende rotsen. Niet iedereen wordt even enthousiast van de uitgesleten traptreden (of zelfs totaal ontbrekende traptreden) die daarvoor nog beklommen moeten worden. Een deel van de groep gaat de klim aan en de rest bewondert de bezienswaardigheden van onderaf. In korte tijd pakken de wolken zich samen en niet veel later komt het water opnieuw met bakken tegelijk naar beneden, maar deze keer laten we ons niet wegjagen en druipend van de regen komen we uiteindelijk weer bij de bus aan.

De leeuwenrots

Vandaag is het tijd voor één van de (letterlijke) hoogtepunten van onze reis: het beklimmen van Sigiriya, oftewel de leeuwenrots. Na een busrit van 2,5 uur zien we de rots in de verte opdoemen. Ongelooflijk dat wij daar straks, als alles goed gaat, bovenop zullen staan. De rots is bijna 200 meter hoog en heeft zeer steile wanden. Aan de voorkant is heel vaag nog te zien waar de rots zijn naam aan te danken heeft: een leeuwenkop. De ooit uitgehouwen leeuwenpoten zijn wel nog in volle glorie, maar daarvoor moeten we eerst naar boven om die te kunnen zien. We sluiten achteraan in de rij en in een langzaam (maar daardoor goed vol te houden) tempo beklimmen wij gestaag de rots.

In reisbeschrijvingen op internet hebben we al gelezen dat zich wespennesten bevinden op de rots en dat de overheid beschermende kleding aanbiedt. Gelukkig zijn de wespen niet agressief in de periode dat wij er zijn, dus er is geen bescherming nodig, maar aan de vele, grote nesten en waarschuwingsborden te zien is dat ook wel eens anders. Onderweg naar boven passeren we verschillende bezienswaardigheden. We komen langs de spiegelmuur, de weinige overgebleven fresco’s en vervolgens bij het leeuwenplateau. Hiervandaan volgen de laatste trappen naar de top. Daar aangekomen bekijken we de ruïnes van het koninklijke paleis en vergapen we ons aan het werkelijk schitterende uitzicht. Waarna we tree voor tree weer naar beneden afdalen. Na deze krachtinspanning zijn we inmiddels meer dan aan lunch toe, maar onze gids heeft tot onze verbijstering nog een bezoekje aan het bijbehorende museum op het programma staan. Het is helaas niet meer echt aan ons besteed. Eenmaal terug in het hotel is de hele groep al snel in het zwembad te vinden en kunnen de vermoeide spieren even bijkomen voor de komende dagen.

Polannaruwa

De volgende ochtend maken we een busrit van 5 kwartier naar de ruïnestad Polannaruwa. We gaan de overblijfselen uit de 11e tot 13e eeuw per fiets bekijken. Een ideale manier van vervoer, want het gebied is uitgestrekt. Na het bekijken van het voormalige paleis gaan we richting het terras van de tandrelikwie, die hier in vroeger tijden lag. We komen ook langs de Sathmahal Prasada, een piramidevormig gebouw, waarvan de oorsprong onbekend is, maar doet denken aan de bouwwerken in Cambodja. Net buiten het terrein komen we bij de Gal Vihara aan. Dit wordt beschouwd als één van de mooiste monumenten van Sri Lanka. In de rotswand zijn 4 Boeddhabeelden uitgehouwen, waaronder een 14 meter lange, liggende Boeddha.

Jeepsafari in het binnenland

Hierna verruilen we de tweewielers weer in voor de bus en nadat we onze magen hebben gevuld met alweer een heerlijke lunch gaan we op jeepsafari. Open jeeps brengen ons hiervoor ver het binnenland in. Het grootste deel van de tocht staan we rechtop, zodat we zoveel mogelijk mee krijgen van het prachtige landschap, de vele dieren en de vrolijke kinderen die wij onderweg tegen komen. Wat een machtige ervaring. We zien onder andere varanen, ijsvogels, adelaars, toekans, apen, een slang en kameleons. We weten af en toe gewoon niet meer waar we moeten kijken. Ondertussen de af en toe zeer laaghangende takken ontwijkend.

Aan het eind van de middag bereiken we een groot meer. Hier schijnen zich olifanten te laten zien en we worden niet teleurgesteld. We gaan te voet verder en aan de overkant spotten we al snel een grote en een kleine olifant. Met nog wat beter turen zien we er steeds meer. Eigenlijk net wat te ver weg, maar dat maakt ons niet uit. We zien olifanten. In het wild.

Boeddistische grottempels van Dambulla

Met de mooie herinneringen aan de voorafgaande dag verlaten we ons hotel in Habarana en gaan we op weg richting Kandy, de laatste koningsstad van Sri Lanka. Onderweg maken we een stop in Dambulla, dat in de Culturele Driehoek ligt. We brengen er een bezoek aan de indrukwekkende grottempels. De eerste grot stamt uit de 1e eeuw en de 4 overige grotten zijn uit latere tijden. Naast vele schitterende Boeddha’s zijn er prachtige muurschilderingen te zien in de grotten van verschillende formaten. De grootste grot is maar liefst 50 meter lang, 25 meter breed en 7 meter hoog en de kleinste is slechts enkele vierkante meters groot.

De tegenstelling is groot als we vervolgens de berg afdalen en bij de moderne Gouden Tempel aankomen. De 30 meter hoge Boeddha achter de tempel maakt zeker indruk op ons, maar verder doet het gebouw ons eerlijk gezegd meer aan een Chinees restaurant denken. Hierna brengen we een bezoekje aan één van de vele kruidentuinen die deze omgeving in Sri Lanka rijk is en waar van allerlei bomen en planten met helende krachten smeersels en pillen gemaakt worden. En dan is het op naar onze eindbestemming, Kandy. Als we deze stad binnen rijden, valt het ons op dat de sfeer hier wat minder gemoedelijk is dan we inmiddels gewend zijn.

De tand van Boeddha

Zoals we al gelezen hebben begint de ochtend in Kandy vroeg. Heel vroeg. Rond half 5 beginnen de verschillende tempels en moskeeën aan hun oproepen tot het gebed. Voor de komende nacht nemen wij ons voor met oordopjes te gaan slapen. Na het ontbijt staat er vandaag maar een kort ritje te wachten. We blijven in en om Kandy, waar we als eerste de schoonheid die Sri Lanka rijk is op flora-gebied gaan bekijken in de botanische tuin. Het weer zit niet zo mee, maar dat weerhoudt ons er niet van de tuin van alle kanten te bekijken. Het woord ‘park’ dekt overigens meer de lading, want het gebied beslaat maar liefst 60 hectare. Er zijn duizenden soorten planten te vinden en wij vergapen ons de komende uren aan reuzenbamboe, palmen-lanen, uit de kluiten gewassen ficussen, de meest mooie orchideeën en een stukje dierenleven: bomen vol met honderden vliegende honden.

Na de lunch rijden we de drukke stad door naar het paleis. Hier is de tempel met de tand, waar de tandrelikwie tegenwoordig bewaard wordt. Het is de belangrijkste tempel van Sri Lanka en één van de belangrijkste voor het Boeddhisme. De relikwie is slechts eens in de 5 jaar te zien voor het publiek en helaas is het nu niet het juiste jaar. Wel is de tempel zelf te bekijken. Samen met de vele Sri Lankanen bekijken we de pracht en praal van het gehele paleis en het bijbehorende museum, waar ook overblijfselen uit de VOC-tijd te vinden zijn.

Even buiten het tempelcomplex wonen we vervolgens een show bij met traditionele dans en muziek. Tijdens speciale dagen, zoals bruiloften, worden veel van de dansen nog altijd opgevoerd. De opzwepende show wordt afgesloten met een waar spektakel, vuurlopen. Een aantal van de dansers loopt meermaals over een in vuur en vlam gezette baan van kooltjes.

Theevelden

Na een dag ter vrije besteding (in ons geval met een goed boek) is het tijd om Kandy te verlaten en we gaan richting het theegebied. De theeplant (Camellia sinensis) groeit in Sri Lanka het best boven de 1000 meter, in de net wat koelere gebieden en die zijn rijkelijk te vinden in het midden van het land. Met de bus slingeren we steeds verder de bergen in en al gauw zien we de begroeiing overgaan van tropische palmen en bananenplanten naar bomen en theeplanten. De glooiende velden zijn een lust voor het oog en we hopen dat het ritje nog wel even duurt. Een kopje thee gaat er inmiddels echter ook wel in en we worden op onze wenken bediend, want we maken een stop bij één van de theeplantages, waar we in de bijbehorende fabriek te zien krijgen welk proces er aan ons kopje thee vooraf gaat. Uiteraard mogen we die uiteindelijk ook proeven.

We rijden verder in zuidoostelijke richting, waarna we in het plaatsje Ramboda de watervallen bewonderen. Weer wat verder worden de theevelden afgewisseld met groentevelden. Dit gebied bevat duidelijk een groeizaam klimaat, want alle groenten zijn fors en zien er zeer smaakvol uit. Bij tientallen kraampjes langs de weg worden de goederen aangeboden.

Als we de top van de berg bereiken rijden we een heel andere wereld binnen, die nog het meest valt te beschrijven als… Engeland. De pittoreske plaats Nuwara Eliya staat vol met Engelse koloniale huizen en we herkennen talloze planten die ook in onze Nederlandse tuinen staan, zoals rozen, petuniá’s, geraniums en hortensia’s. Als we uitstappen begrijpen we waarom de Britten zich hier zo thuis gevoeld hebben. Met de graad of 20 die het hier zomers op deze hoogte is, voelt het aan ‘als thuis’. Wij kunnen die ‘lage’ temperatuur prima hebben, maar we vermaken ons als we zien hoe de Sri Lankanen gekleed gaan. Met dikke winterjassen en mutsen.

We verheugen ons al de hele reis op wat we nu gaan doen: een rit met de trein vanuit het plaatsje Nanu Oya. Helaas krijgen we eerst nog te maken met iets waar we thuis meer dan genoeg ervaring mee hebben: vertraging. Zo’n 5 kwartier later dan gepland gaan we dan toch per trein het volgende traject afleggen. We hadden min of meer verwacht een overvolle trein aan te treffen, maar niets is minder waar en we hebben een hele coupe voor onszelf. De landschappen glijden voorbij, de één nog mooier dan de ander en het enige wat nu nog roet in het eten gooit is de ondergaande zon. Het laatste gedeelte leggen we in het pikkedonker af, maar niet voordat de lucht eerst nog alle tinten roze en paars heeft aangenomen. Dat is nog eens een zonsondergang. In Bandarawela stappen we uit. We verblijven hier in een prachtig historisch hotel, waar ooit de Engelse theeplantersclub in gevestigd was. Wat we nu niet zien, omdat we in het donker aankomen, is dat er een moskee tegenover het hotel ligt, maar daar komen we de volgende ochtend vroeg genoeg achter!

Yala National Park

We dalen vandaag weer af naar tropische temperaturen, maar niet voordat we opnieuw genoten hebben van schitterende uitzichten. Omdat de vorige safari zo goed bevallen is, hebben wij ons nu ook ingeschreven voor de optionele safari in het uitgestrekte Yala National Park. Vanuit Tissa (voluit Tissamaharama), één van de oudste plaatsen in het zuiden, vertrekken we met een jeep richting natuurpark. Vanaf 1 september gaat het park 1,5 maand dicht omdat de dieren dan vanwege de droge periode veelal wegtrekken, maar wij zijn er nog net op de valreep en zien een groot scala aan dieren in hun natuurlijke habitat. Waaronder ook weer olifanten, maar ditmaal van bijzonder dichtbij. En daarnaast vele soorten bijzondere vogels, waterbuffels, wilde zwijnen, krokodillen en apen. Alleen luipaarden, waar Yala om bekend staat, laten zich tijdens ons bezoek helaas niet zien, maar daar kunnen we niet mee zitten.

Galle

Voordat we onze rondreis afsluiten en laten bezinken met een paar laatste dagen aan de kust, staat er nog één stadsbezoek op het programma, de zuidelijk gelegen havenstad Galle. Hier is nog veel te merken van de Nederlandse invloed in de 17 en 18e eeuw. Er staan Nederlandse gebouwen en sommige straten hebben zelfs nog Nederlandse namen. We bezoeken het fort en maken een mooie wandeling door de sfeervolle straten en onderweg zien we vele bruidspaartjes die 1 september als trouwdag gekozen hebben, omdat dit een voor Boeddhisten zeer belangrijke dag is. Als laatste lopen we nog naar de Groote Kerk, de oudste protestante kerk op Sri Lanka.

Colombo

Na 3 dagen uitrusten aan de Indische oceaan is het tijd om onze koffers te pakken. Voordat we terug naar huis vliegen rijdt onze bus ons door Colombo om deze stad nog wat nader te bekijken. We krijgen alles te horen over de verschillende wijken en inwoners. Het bliksembezoek is niet genoeg om een echt goede indruk te krijgen, maar nodigt wel uit er misschien ooit nog eens een uitgebreider kijkje te nemen.