Maxime op reis: Noord-Portugal
Publicatiedatum: 8 september 2017
Onder de noemer ‘Maxime op reis’ leest u regelmatig verhalen over de eigen reiservaringen van de redactie van MAX Vandaag. Deze keer bezoeken we Noord-Portugal. Want wie de ruige kant van Portugal wil leren kennen, zou zeker eens het noordoosten moeten bezoeken. Wandel door uitdagende bergpassen, ga pootje baden in ijskoud rivierwater en laad de batterijen op in een van de vele kuuroorden.
Vanaf Porto tot aan de Spaanse grens en verder landinwaarts richting het oosten ligt de streek Minho. Een weelderige regio, waar dorpjes als een lint langs rivieren liggen en huizen omringd worden door wijnranken. Portugezen gaan hier graag op vakantie om zich onder te dompelen in de natuur. Buitenlandse toeristen hebben deze regio daarentegen nog amper ontdekt.
Ponto de Lima
Vanaf luchthaven Francisco Sá Carneiro Porto is het ongeveer anderhalf uur rijden naar de eerste bestemming van onze driedaagse wandelvakantie: Ponte de Lima. Het is een van de oudste steden van Portugal, gesticht in 1125 en gelegen langs de oevers van de Lima-rivier. Kuddes pelgrims trokken op hun route van Braga naar Santiago de Compostela langs deze Romeinse nederzetting. Ze kwamen Ponte de Lima binnen over de indrukwekkende Romeinse brug met 27 bogen, waaraan het stadje haar naam dankt. Massieve torens en gekartelde muren omringen de stad.
We lopen in het oude stadscentrum door nauwe, kronkelende straatjes. Heren op leeftijd zitten op een bankje aan een plein, anderen drinken bier op ‘t terras en leggen een kaartje. Op het menu van de talloze restaurants staat vis, vers uit de rivier, en natuurlijk ‘vinho verde’. Minho, en met name Ponte de Lima, staan bekend om de beste ‘groene wijn’, fris en sprankelend als champagne.
Elke tweede maandag van de maand wordt in Ponte de Lima een van de grootste boerenmarkten van Portugal gehouden. In de tweede week van september vieren de inwoners het bestaan van de stad met de Feiras Novas (nieuwe markten). Dat doen ze al sinds 1826. Het duurt 3 dagen en trekt jaarlijks duizenden bezoekers.
Teruggeworpen in de tijd
De volgende dag staat ons een pittige wandeling door natuurgebied Serra D’Arga te wachten. Het is een prachtig bergachtig gebied, waarin de oude tradities en cultureel erfgoed nog niet verloren zijn gegaan, roemen de recensies.
Met goede wandelschoenen, mueslirepen en water beginnen we vanuit het dorp Cerquido aan ‘trilho Lobo Atlântico’ onder begeleiding van ervaren gids Hugo Marques. De wandelroute heet naar internationale maatstaven de ‘korte route’; minder dan 30 kilometer, in één dag te doen. Wandelaars kunnen kiezen uit de gele of rode route, al naar gelang de gewenste afstand.
We lopen over karrensporen van honderden jaren oud. Onderweg vullen we in een klein dorpje met slechts enkele huizen onze waterfles bij een put met handpomp. En wanneer we de berm van het nauwe pad induiken als een boerin met haar koeien moet passeren, is het of we even worden teruggeworpen in de tijd. Zo ging dat dus hier en zo gaat het er nog.
Onze gids Hugo blijkt behoorlijk energiek. Hij kent het gebied als geen ander en loodst ons behendig door de bergpassen. De wandeling is een aaneenschakeling van geweldige uitzichten. ’s Nachts kun je hier wolven horen huilen, vertelt hij, en lopen er wilde paarden en geiten in dit gebied. Zonder een gids zouden we hopeloos verdwalen; de paden lijken op sommige plekken in niets op paden, maar vormen letterlijk een berg keien of voeren door ruige vegetatie. We moeten we vaak de aandacht bij onze voeten houden om niet te struikelen of een enkel te verzwikken. Dachten we vooraf nog makkelijk die 9 kilometer ‘even te doen’, na een poosje bergopwaarts klimmen en remmend afdalen denken de meesten van ons daar wel anders over. Bezint dus eer ge begint! Gevoelige knieën, knalrode hoofden, incluis die van mij. Iemands hartslagmeter beveelt tot pauzeren.
Blij toe zijn we dan ook als we na enkele kilometers lopen bij Prado do Teixeira onze voeten in het ijskoude water van de rivier kunnen dompelen. Een momentje van bezinning. Terwijl we eten van onze repen en genieten van de stilte, laten we de betoverend mooie omgeving op ons inwerken. De dappersten onder ons nemen een duik.
Thermen
In Portugal zijn zo’n 40 thermale oorden te vinden, elk met z’n eigen geneeskrachtige water. We zijn in het hart van het Nationale Park Peneda-Gerês, waar kuuroorden de zuivere berglucht en de natuurlijke bronnen met medicinaal water aanprijzen. Van oudsher komen mensen van heinde en verre om ‘de batterijen op te laden’ en opnieuw in balans te komen. In Gerês staan de kuuroorden bekend om geneeskrachtig water bij maagproblemen, vertelt onze gids. Op doktersadvies komen patiënten hier naar toe om 14 dagen lang dit water drinken. Maagproblemen zouden dan als sneeuw voor de zon verdwijnen. Een lange rij mensen bij een openbare bron getuigt van geloof. Ze vullen gretig flessen met dit ‘wonder van Moeder Natuur’.
Nationaal Park Peneda-Gerês ligt in het uiterste noorden van Portugal op de grens met Spanje. Door dit oudste natuurpark van Portugal lopen 4 woeste bergketens (Peneda, Soajo, Amarela en Gerês), die voornamelijk bestaan uit graniet. De bergen ontstonden tussen 380 en 275 miljoen jaar geleden, de tijd dat de continenten op aarde naar elkaar toe ‘dreven’.
Wederom te voet zuigen we onze longen vol gezonde berglucht. We zullen zo’n 3 uur wandelen, te beginnen in Soajo. Hier staan nog oude maisopslagplaatsen, espigueiros genoemd. We komen voor het eerst andere buitenlandse toeristen tegen, die allemaal de bijzondere huisjes op de foto zetten.
Als we vanuit het rivierdal weer richting de hoogvlaktes trekken, komen we bij bergweides en uitgestretke heidevelden met grillige rotsformaties. Hier en daar staan iglo-achtige hutten, ook wel ‘branda’ genaamd. Vroeger werden ze gebruikt door herders, die ’s zomers met hun kudde schapen, geiten of koeien de bergen in trokken.
Nossa Senhora de Peneda
‘s Middags sluiten we onze reis af met een bezoek aan dé toeristische trekpleister van de regio: het heiligdom van Nossa Senhora da Peneda, halverwege Soajo en Castro Laboreiro. Een reeks monumentale trappen wordt geflankeerd door 20 kleine kapellen, die het leven van Jezus uitbeelden. Levensechte beelden op ware grootte van een kruipende Jezus met kruis op zijn rug, met lijdzame toekijkers er naast, doen voelen of je er een van bent. Bovenaan de trappen prijkt een imposante kerk. Deze kerk is gebouwd in een holte van graniet, op de plek waar Nossa Senhora das Neves zich zou hebben geopenbaard. Elk jaar, in de eerste week van september, komen honderden pelgrims hier op af om dit te vieren.
Noord-Portugal is bij lange na niet zo toeristisch ontdekt als de zuidelijk gelegen Algarve. Wie ongestoord wil opgaan in de veelzijdige natuur, kan hier zeker het hart ophalen, de longen vol zuigen en de kuitspieren trainen. Een feest voor lichaam en geest.
Andere mooie wandelingen
Pedra Bela Waterfall Trail is een mooie route met halverwege een imposante waterval dat de bergen doorklieft. Niets fijner om na een fikse wandeling bij te komen in een van de spa’s in Gerês en je als herboren te voelen.
De wandelroute door het beschermd natuurgebied Corno de Bico is volgens gids Hugo het mooist van alle nationale parken in Portugal als het gaat om flora en fauna: eiken, kurkbomen en veel soorten wilde narcissen en orchideeën groeien tussen de ronde, met mos begroeide rotsen.
Porto en het noorden van Portugal heeft 4 Unesco Werelderfgoed locaties: de historische stad Porto, Guimarães, de prehistorische rotstekeningen in de Côa Kunst Vallei en de Douro Vallei.