Maxime op reis: Liverpool
Publicatiedatum: 1 juni 2017
Onder de noemer ‘Maxime op reis’ leest u regelmatig verhalen over de eigen reiservaringen van de redactie van MAX Vandaag. Omdat het album Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band van The Beatles op 1 juni 2017 50 jaar wordt, gaan wij dit keer naar de thuisstad van deze band: Liverpool.
Beatlemania
The Beatles, wie kent ze niet? In de jaren 60 van de vorige eeuw was er geen band zo populair als deze formatie. John Lennon (gitaar en zang), Paul McCartney (basgitaar en zang), George Harrison (gitaar en zang) beginnen eind jaren 50 met optreden in en rondom Liverpool. Vlak voordat zij doorbreken, doen zij dit vooral in de welbekende uitgaangsgelegenheid The Cavern Club, in het centrum van de stad. Van 1961 tot halverwege 1963 staan zij hier ruim 275 keer op de planken. Dat is gemiddeld zo’n 15 keer per maand. In 1962 komt drummer Ringo Starr bij de band en in datzelfde jaar scoren ze hun eerste hit: Love me do. De rest is geschiedenis.
John Lennon Airport
Wie aankomt in Liverpool, wordt meteen geconfronteerd met The Beatles. Het vliegveld heet John Lennon Airport en bij de bushalte ligt een grote, gele onderzeeër, een duidelijke verwijzing naar hun lied Yellow Submarine (wat letterlijk gele onderzeeër betekent). Het vliegveld ligt op nog geen 20 kilometer van de stad en is goed bereikbaar met de bus, dus we besluiten op deze manier naar ons hotel te gaan. Tijdens de rit rijden we door Speke, een voorstadje van Liverpool waar George Harrison is opgegroeid. Opvallend is dat we onderweg enorm veel grote parken passeren. Daar heeft Liverpool er nogal veel van. 10, om precies te zijn. Naast Londen, is er geen enkele andere stad in Groot-Brittannië met zoveel parken als Liverpool.
Liver Building
Na een busrit van 40 minuten, komen we aan bij Liverpool ONE Station. Dit busstation ligt direct aan het Albert Dock, een opgeknapt havendok dat tegenwoordig fungeert als de grootste toeristische attractie van de stad. Vanaf dit punt is het maar 10 minuten lopen naar ons hotel. Terwijl we lopen, passeren wij prachtige gebouwen die direct aan de rivier de Mersey liggen. Een daarvan is het Royal Liver Building. Vroeger was het het kantoor van een groot verzekeringsbedrijf, maar tegenwoordig is het de thuishaven van verschillende bedrijven.
Matthew Street
Nadat we in ons hotel zijn aangekomen, gaan we direct de stad in. Gelukkig ligt het centrum op loopafstand, dus staan we binnen 15 minuten in Matthew Street. Dit is dé Beatles-straat van Liverpool. Op de hoek staat een beeld van John Lennon ons op te wachten en als we even verder lopen, zien we de beroemde The Cavern Club. Althans, een replica daarvan, want de originele is in de jaren 70 gesloten. Om er te komen, moeten we een lange trap af die ons uiteindelijk naar de kelder brengt. Hier ademt alles The Beatles. U kunt er souvenirs kopen en 1 wand wordt volledig bedekt door een groot kunstwerk van ‘The Fab 4’ (de bijnaam van The Beatles, red.)
De bibliotheek
Na een drankje te hebben gedronken in The Cavern, vervolgen we onze weg door het centrum. Onderweg komen we het standbeeld van Eleanor Rigby tegen, die The Beatles bezingen in hun gelijknamige lied. We staan even stil, maar vervolgen onze weg al snel naar de bibliotheek. Dat schijnt een van de allermooiste gebouwen van de stad te zijn. Naast een gloednieuw gedeelte, heeft deze ook 2 prachtige oude leeszalen. Vooral de ronde zaal met koepel op de eerste verdieping is erg de moeite waard.
The Beatles Story
We zijn 4 dagen in Liverpool en besluiten op dag 2 The Beatles Story te bezoeken. Dit is een groot museum dat het hele verhaal rondom The Beatles vertelt, van begin tot einde. Terwijl we hier naartoe lopen, komen we het grote standbeeld van de band tegen aan de oever van de Mersey. We nemen even de tijd voor een fotomoment, voordat we onze weg naar het museum vervolgen.
Het is gelukkig niet te druk, dus kunnen we alles goed bekijken. Zo herbergt het museum een grote collectie fan-artikelen, waaronder een set met miniatuurfiguurtjes van elke beatle en een dekbed met de hoofden van Paul, John, Paul en Ringo erop.
Ook is er een ruimte met daarin replica’s van de pakken die The Beatles dragen op de hoes van Sgt. Peppers. Ze zijn precies gemaakt volgens de maten van de originele exemplaren.
Albert Dock
Het museum bevindt zich aan het Albert Dock, zoals bijna elk groot museum van de stad. Hoewel er veel te zien is aan het voormalige havendok, besluiten we toch iets anders te gaan doen. Wie ongeveer 15 minuten naar het westen loopt, komt bij de enorme anglicaanse kathedraal van de stad. Om er te komen, moeten we door een wijk lopen vol oude pakhuizen.
Ooit werden hier alle goederen opgeslagen die per boot in Liverpool arriveerden, maar inmiddels staan deze gebouwen er verlaten bij. Ditzelfde geldt voor de arbeiderswijk die pal achter de pakhuizen ligt.
Dit gedeelte van de stad verraadt dat Liverpool niet de rijkste stad van Groot-Brittannië is, maar dat doet niet af aan de sfeer. Zelfs in dit minder verheffende gedeelte is iedereen vriendelijk en worden we begroet op straat.
De kathedraal
Na een korte wandeling staan we voor de gigantische kathedraal. En nee, dat is niet overdreven. Deze kerk, die in de jaren 60 van de vorige eeuw pas werd opgeleverd, is de op 6 na grootste kathedraal ter wereld. Tijd om een kijkje te nemen.
Van binnen is de kerk al even indrukwekkend als van buiten. Hoewel de anglicaanse kerk (de Engelse afsplitsing van de katholieke kerk) niet uitpakt met muurschilderingen, is de bouwstijl prachtig. Het gebouw is opgedeeld in verschillende ruimtes: 1 grote en 4 kleinere.
We spreken een gids aan die ons vertelt dat er in totaal 3000 mensen in de kerk passen. Ook vertelt hij dat de kerk veelvuldig gebruikt wordt voor grote diners en concerten. Daarnaast is het jaarlijks de locatie waar de diplomering van de Liverpool Institute for performing arts plaatsvindt, een kunstacademie die is opgezet door Beatle Paul McCartney.
Na ons bezoek aan de kerk gaan we terug naar het centrum. Onderweg doemt er muziek op die steeds harder klinkt. Opeens zien we naast ons een man in een kilt met een doedelzak en een groot spandoek. Het blijkt St.Patrick’s Day te zijn, een Ierse feestdag die groots gevierd wordt in Liverpool. Niet zo gek, want het ligt vlakbij Noord-Ierland en 80 procent van de Liverpudlians (zo heten de inwoners van de stad) zijn van Ierse afkomst.
Omdat het centrum overspoeld wordt door feestvierders en het begint te regen, gaan we terug naar ons hotel.
Huizen van John en Paul
Na een nacht slapen zijn we klaar voor misschien wel het hoogtepunt van onze trip naar Liverpool: een bezoek aan de huizen waar John Lennon en Paul McCartney zijn opgegroeid. Al vroeg in de ochtend gaan we naar de afgesproken verzamelplek en daar worden we opgepikt door de chauffeur die ons en nog 4 anderen naar de bestemmingen brengt. Kaartjes voor deze tour hebben we vooraf gekocht via de site die de huizen beheert (het National Trust), want er is geen andere manier om deze plekken te bezoeken.
Met zwaar Liverpools accent vertelt de chauffeur dat we eerst naar het huis van John Lennon gaan. John heeft zijn jeugd doorgebracht in een wijk genaamd Woolton. Hier strijken na de Tweede Wereldoorlog vooral welgestelde mensen neer. John’s oom George en tante Mimi, door wie hij is opgevoed, hebben in die tijd net hun boerderij verkocht, dus konden zich het huis aan Menlove Avenue veroorloven.
Huis John Lennon
Een gids leidt ons rond door het mooie huis. We vinden het een heel bijzondere ervaring, want alles gaat veel meer leven. We lopen opeens op dezelfde trap als waar hij 18 jaar elke dag vanaf liep. Het meest bijzondere moment vinden wij als we in Johns slaapkamer mogen kijken. Het is een enorm klein kamertje aan de voorkant van het huis. Er staat een bed, een kast en aan de muur hangt een kleine wastafel. Dit is de plek waar John verschillende liedjes schreef. Terwijl we door het huis lopen, vertelt de gids honderduit over John’s jeugd. Hoewel daar al veel over geschreven en gezegd is, vertelt hij toch iets wat wij niet wisten. John schijnt als een van de weinigen uit zijn klas te zijn geslaagd voor een test die ervoor zorgt dat hij kan gaan studeren.
Huis Paul McCartney
Na 1 uur in Johns huis, worden we weer opgehaald door onze chauffeur. Hij brengt ons naar de plek waar Paul heeft gewoond. Het huis van Paul McCartney en zijn familie staat in een wijk die na de Tweede Wereldoorlog vrij snel is opgebouwd. Liverpool is zwaar getroffen door de bombardementen, waardoor hele delen van de stad zijn weggevaagd. Veel mensen raken dakloos en zij worden opgevangen in huizen zoals deze aan Forthlin Road.
Pauls huis is opgedeeld in kleine kamertjes. Meteen valt ons op dat er in de woonkamer verschillende soorten behang op de muur zitten. Ook het tapijt lijkt gemaakt van meerdere stukken. Hier heeft degene die ons rondleidt een mooi verhaal bij: Pauls ouders waren arm en kochten de restjes op voor weinig geld. Zodoende konden ze toch een tapijt op de grond en behang op de muur hebben. Ook weet ze ons te vertellen dat Paul nog regelmatig in Liverpool komt en soms zelfs langs zijn ouderlijk huis gaat.
Na de tour worden we weer afgezet in de stad. We hebben het gevoel dat we iets heel bijzonders hebben gezien die dag.
Strawberry Fields
Het is alweer onze laatste dag in Liverpool. Omdat onze vlucht vrij vroeg vertrekt, besluiten we direct na het ontbijt naar het vliegveld te gaan. We worden er naartoe gebracht door een aardige taxichauffeur die ons allerlei vragen stelt. “Zijn jullie hier voor The Beatles?” is er een van. Wij antwoorden bevestigend en vervolgens stelt hij voor om nog langs wat bezienswaardigheden te rijden die we nog niet hebben gezien. Zodoende brengt hij ons naar het hek van Strawberry Fields, het kindertehuis dat wordt bezongen in het gelijknamige nummer.
Ook brengt hij ons naar de kerk waar John Lennon en Paul McCartney elkaar voor het eerst ontmoetten. Paul ziet John hier optreden in de tuin en de 2 worden later aan elkaar voorgesteld. Misschien wel de meest belangrijke ontmoeting in de muziekgeschiedenis.
Na deze bijzondere taxirit vol Beatles-verhalen, komen we aan bij John Lennon Airport. Tijd om naar huis te gaan, maar we komen zeker nog eens terug naar deze fijne stad.