Maxime op reis: Alaska
Publicatiedatum: 3 september 2023
Onder de noemer ‘Maxime op reis’ leest u regelmatig verhalen over de eigen reiservaringen van de redactie van MAX Vandaag. Deze keer gaan we naar Alaska! We maken een cruise langs gletsjers, fjorden en nationale parken en tikken heel wat historie aan. En het is een avontuurlijke reis, want we zijn niet alleen aan boord, we gaan ook wandelen over een gletsjer en ontdekken op de fiets een ‘gouden’ dorp.
Holland America Line 150 jaar
3 keer schalt de scheepstoeter in de haven van Vancouver, het teken van vertrek. De zon schijnt en speelt met de spiegelende skyline van de stad. We zijn aan boord van het schip Koningsdam van de jubilerende cruisemaatschappij Holland America Line. 150 jaar Hollands glorie op het water, met een roerige geschiedenis, waarover later meer.
Rond het 300 meter lange cruiseschip met plaats voor 2650 passagiers scheren kleine watervliegtuigen af en aan en trekken met luid ronkende motoren op uit het water. Ze verdwijnen achter de hoge bergen aan de overkant, op weg naar Vancouver Island en andere afgelegen gebieden die British Columbia rijk is. Langzaam varen we door de Straat van Georgia, op weg naar de 1e bestemming van onze 7-daagse trip: Juneau, Alaska’s hoofdstad. Holland America Line vaart sinds 1947 in de Golf van Alaska en is er één van de pioniers.
Maritieme geschiedenis
In het theater van het schip krijgen we de 1e avond een stukje maritieme geschiedenis gepresenteerd met beelden uit vervlogen tijden. We horen dat het Nederlandse HAL-avontuur al begint in 1871. Het is de tijd van de landverhuizers. Vooral Oost-Europeanen verlaten het continent en zoeken hun heil in Amerika.
‘Nederlandsch-Amerikaanse Stoomvaart Maatschappij’
Antoine Plate en Otto Reuchlin, 2 twintigers met een vooruitziende blik, richten een firma op om een rechtstreekse verbinding met stoomschepen tussen Rotterdam en New York op te zetten. Onder de naam ‘Nederlandsch-Amerikaanse Stoomvaart Maatschappij (in de volksmond al snel de ‘Holland-Amerika Lijn’) vaart het schip Rotterdam in 1872 met honderden emigranten voor het eerst naar New York. Tussen 1880 en 1920 steken miljoenen emigranten met de lijndienst vanaf de Wilhelminakade in Rotterdam de Atlantische Oceaan over, voor een beter leven in ‘De Nieuwe Wereld’.
Schepen worden luxer
Al kijkend naar oude beelden, zien we hoe de vloot uitbreidt en de schepen luxer worden. Er komen hutten in verschillende klassen en kunstenaars werken mee aan de inrichting; zo krijgt vlaggenschip Nieuw Amsterdam een plafond van Marokkaans leer in het eersteklas restaurant, pilaren bedekt met bladgoud en een met Delfts blauw betegeld zwembad. Het is een voorbode van wat na de turbulente oorlogsjaren komt; van economische voorspoed tijdens de Eerste Wereldoorlog en enorme verliezen tijdens de Tweede Wereldoorlog, tot het opkrabbelen van de rederij door de massa-emigratie van honderdduizenden Nederlanders naar de VS, Canada en Australië. Wanneer de luchtvaart opkomt, richt HAL zich op waar het vandaag de dag om gaat: luxe cruisevaarten voor vakantiegangers. In 1958 doopt koningin Juliana de SS Rotterdam V, dat later in 1961 de eerste cruise rondom de wereld maakt. ‘Een reis om de wereld in 80 dagen’ wordt een begrip.
Alaska verkocht voor 7,2 miljoen dollar
Geen 80, maar 7 dagen voor ons. Vanuit het Canadese Vancouver varen we via de ‘Inside Passage’ naar het Amerikaanse Alaska, waar we Juneau, Skagway, Glacier Bay National Park en Ketchikan aandoen, en dan weer terugvaren naar Vancouver. Alaska, Amerika’s grootste staat, kent een bijzondere geschiedenis. Amerika koopt Alaska in 1867 van Rusland voor het luttele bedrag van 7,2 miljoen dollar. Rusland heeft geldnood door de oorlog in de Krim, en zit in z’n maag met dat gigantische, onbegaanbare gebied bedekt met ijs en sneeuw, waar toch niets te halen valt. Wat zullen ze zich voor de kop hebben geslagen als daar jaren later goud, zilver en olie wordt gevonden…
Genoeg te doen
Na de 1e nacht op zee wandel ik met mijn reisgenoot naar de Dining Room voor een ontbijt, als door de intercom onze cruisedirector klinkt. Ze vertelt wat er vandaag zoal aan boord te doen is, ook te lezen in het programma-krantje dat we elke dag in onze kamer zullen aantreffen. Morning stretch, Tai Chi of spinning om de dag mee te beginnen, in de middag pickleball, wijn-of whiskey proeven of ‘vraag het uw wildlife-expert’, en ‘s avonds livemuziek luisteren bij de pianobar, spelletjes doen in het Crow’s Nest of een film kijken op het grote doek bij het zwembad.
Het is maar een greep uit het aanbod aan boord. Genietend van ons eitje aan tafel bij het raam kan het decor niet mooier; besneeuwde bergtoppen spiegelen in het rimpelloze water, terwijl verderop een bultrug z’n adem uitblaast en een spuitende fontein achterlaat. Later op de middag zit ik even alleen in de sauna en kijk door een groot, rond raam uit over zee. Langs de kust cirkelt Amerika’s nationale symbool, de American Eagle.
Net een stad uit een Western film
De volgende ochtend meert het schip aan in de haven van Juneau. De hoofdstad van Alaska, al zou je dat niet zeggen als we later in het stadje lopen dat zo uit een Western film lijkt geplukt. Er wonen maar zo’n 32.000 mensen en het is alleen per schip of vliegtuig bereikbaar. Zo groot als de staat Alaska is – ruim 40 keer Nederland – zo uitgestorven is het er op veel plaatsen. Van de totaal 730.000 inwoners woont iets minder dan de helft in Anchorage, het culturele en economische hart van Alaska.
Met een helikopter over de gletsjers
We voegen ons bij een kleine groep voor een busrit naar Juneau International Airport, wat stoerder klinkt dan het is, met slechts 1 start-en landingsbaan. De opwinding stijgt als we de helikopter zien staan waarmee we een tocht over de gletsjers zullen maken. De rotorbladen zwiepen al, harder en harder, ze maken een oorverdovend lawaai. Gebukt rennen we er 1 voor 1 naartoe. Mijn geschreeuw gaat verloren in de wind, de adrenaline giert door mijn lijf.
Onze piloot, gestoken in T-shirt met F16-figuurtjes, manoeuvreert de heli bijna ongemerkt de lucht in om met een scherpe bocht richting de gletsjers te vliegen. Wat ik onder mij zie laat zich lastig beschrijven. Het ijslandschap is in prachtige blauwtinten gehuld, met diepe scheuren en spleten die als aderen door het oppervlak lopen. “Die verschillende kleuren komen door de manier waarop het licht erop reflecteert, en hangt af van de dichtheid van het ijs”, vertelt de piloot, terwijl hij pal langs de toppen van maagdelijk besneeuwde bergen scheert. Hij showt ons zijn favoriete plek, ‘hidden valley’ – een groen dal met een riviertje ingebed tussen de gigantische gletsjers – en wijst ons op een hondensleekamp ver onder ons.
Te voet over de Mendenhell Glacier
Na 20 minuten vliegen worden we midden op een gletsjer bij een oranje windvlag en tent gedropt. 3 gidsen wachten ons op met Nordic sticks en schoenen met spikes, onze felrode sneeuwpakken hebben we al aan. Ik haak aan bij de enthousiaste gids Steven, een 26-jarige afgestudeerde marine-bioloog. Hij wijst op m’n handschoenen die ik in mijn zak wilde stoppen. “Trek ze vooral aan, want mocht je vallen, dan is het ijs zo scherp als glas’, zegt hij. We staan midden op de Mendenhell Glacier, één van de meest populaire en toegankelijke van de 38 gletsjers in deze regio, horen we. Hij strekt zich uit over 19 kilometer tot aan het Mendenhell-meer.
Overblijfsel van de ijstijd
Bij elke voetstap stamp ik mijn spikes stevig in het ijs. Een straffe wind giert langs de gletsjers, af en toe voel ik een vlaag warme wind tussendoor van opgewarmde bergen door de zon. “Ik blijf dit net zo ongelooflijk vinden als jullie”, zegt Steven. “Helemaal als je bedenkt dat deze gletsjer zo’n 250 tot 300 jaar oud is, en een overblijfsel van de ijstijd die 2,6 miljoen jaar geleden begon. Eigenlijk onvoorstelbaar. Helaas trekt hij zich wel steeds verder terug door de opwarming van de aarde.” Bij een klein stroompje vult Steven zijn waterfles, en wij volgen. IJskoud, kraakhelder, zoals water zou moeten zijn, concluderen we. Terwijl we uitkijken over oneindig veel ijs, vul ik mijn longen nog eens goed met de zuiverste lucht ever, en voel me aangenaam nietig.
Alaska kent barre winters
Alaska kent barre winters, waarbij aan de sneeuwmeetpalen langs de wegen valt af te lezen dat het tot zo’n 5 meter hoogte kan komen. Dan sluiten de hoofdwegen en zijn sommige plaatsen maandenlang onbereikbaar. Sommige durfallen blijven, anderen trekken tijdelijk naar een andere staat, naar familie of een 2e huis. “Jullie hebben ongelooflijke mazzel”, zegt een verkoopster in Skagway, waar we de volgende dag zijn aangemeerd.
“Gemiddeld regent het zo’n 300 dagen per jaar in Alaska, en dit is de 2e mooie dag van het jaar. Veel mensen nemen dan gelijk een vrije dag op om ervan te profiteren. Nee, ik niet, jullie zijn mijn business”, lacht ze. Ze legt de seizoenen in Alaska uit. “Juni is onze lente. Juli is het zomer, augustus is herfst. En de rest is winter.” In Skagway wonen ‘s winters zo’n 800 mensen, zomers ongeveer 2500, horen we. Elke dinsdag arriveert een schip met boodschappen om de plaatselijke supermarkt te bevoorraden. “Als je er op dinsdag niet snel bij bent, is alles op en moet je een week wachten op nieuwe voorraad.”
Goudkoorts
De hoofdstraat, Broadway genaamd, is op loopafstand van ons cruiseschip. Vroeger was dit ook de primaire toegangspoort, toen gelukszoekers in 1896 hier per boot aankwamen, om in Klondike op zoek te gaan naar goud. De Klondike Gold Rush maakte van Skagway een soort wilde westen, met saloons, handelsposten en gokhuizen, waarvan enkele gebouwen nog herinneren aan die tijd.
Tijdens een fietsexcursie door uitgestrekte velden en dichte bossen met eeuwenoude bomen doen we een begraafplaats aan waar veel goudzoekers begraven liggen. Want de Gold Rush heeft maar weinig mensen rijk gemaakt. Om bij Klondike te komen moeten ze een barre tocht van 600 kilometer overbruggen door bergen, onder andere over de White Pass. Een nekkenbreker, waar veel mensen het leven laten, en waar ook zoveel paarden zijn gestorven dat het de ‘Dead Horse Trail’ wordt genoemd. 3 jaar later is de Gold Rush voorbij en stort ook de economie van Skagway in. Als de spoorweg destijds niet was aangelegd, was het nu vast een spookstadje geworden.
Het voelt langzaam als ’thuis’
Het schip begint steeds meer als ‘thuis’ te voelen. We herkennen medepassagiers en worden steevast hartelijk begroet door het personeel. Het dagelijkse activiteitenoverzicht en updates van de kapitein over de intercom over weer-en vaarcondities raken vertrouwd, en onze kamer met ruim balkon, badkamer, toilet en kledingkast is ideaal om je even terug te trekken van alle ‘buzz’. Net als de spa, compleet met kapper, massagekamers en een groot bubbelbad.
Glacier Bay National Park
Vandaag nadert het hoogtepunt van de reis: Glacier Bay National Park. Unesco-werelderfgoed van 3,3 miljoen hectare groot. En wederom hebben we geluk met het weer. Buiten op het voordek vergapen we ons aan het voorbijglijdende landschap, gehuld in dikke jas en muts op het hoofd. Personeel serveert Hollandse snert, warme chocomelk en glühwein, terwijl een wildlife ranger over de intercom weetjes over gletsjers, flora en fauna geeft.
Tussen laaghangende wolkenflarden doemen besneeuwde en beboste bergen op en weerspiegelen in het groengrijze water. Af en toe drijft een ijsschots voorbij. De kapitein sluist het schip zo traag als mogelijk door dit mysterieuze landschap om ons er zo goed mogelijk van te laten genieten. We speuren met verrekijkers en zoomlenzen langs de horizon, in de hoop op een walvis, orka of een bruine beer langs de kust. Nieuwsgierige zeeotters drijven op hun rug voorbij, sommige met jonkies op de buik. Een zeehondje rust uit op een losgeslagen ijsschots in het water. Bij de 34 kilometer brede Margerie-gletsjer houden we in. Hier is alles om te doen.
‘Levend’ ijs
Met een beetje geluk zijn we hier getuige van het bijzondere natuurfenomeen van afkalvend ‘levend’ ijs, wat met luid geraas en gekraak gepaard gaat, alsof een intercitytrein voorbij dendert. Maar dan moet je wel geluk hebben en helaas, de natuur laat zich niet regisseren. Al is de aanblik van de enorme, spitse ijspunten alleen al meer dan geweldig. Een passerende boot lijkt een miniatuur voor deze gigantische muur van ijs.
Drijvende hotelkamer
Dan nadert het einde van de reis. Na een laatste stop op de weg terug richting Vancouver in Ketchikan, waar we historische totempalen en inheemse kunst van de indianen van Alaska hebben gezien, is de laatste dag van onze cruise aangebroken. We laten Alaska op ons inwerken in de hottub op het dek, genieten van een fantastisch laatste avondmaal in een specialiteitenrestaurant en pakken voor het eerst weer onze koffer in. Onze drijvende hotelkamer heeft ons ver gebracht.
Onder de noemer Maxime op reis leest u regelmatig verhalen over de eigen reiservaringen van de redactie van MAX Vandaag. Klik hier voor een compleet overzicht en meer reisverhalen.
(Foto’s: Redactie MAX Vandaag/ ©) Jurjen Nielen)
Geef een reactie
U moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
Leuk reisverhaal over Alaska en de Hal. Ik ben heel wat jaar zeevarend op het s.s. Rotterdam geweest en diverse seizoenen op Alaska gevaren. Leuk wetenswaardigheidje is misschien dat de American Eagle in Alaska de Bald Eagle wordt genoemd en dat het nationale symbool van Ketickan de Rainbird is. Dit omdat het daar inderdaad maar heel kort zomer is. Het is een prachtig land waar mijn hart naar uit gaat.