Drukte bij Amsterdamse hotels

De Amsterdamse hotels hebben het druk. Gemiddeld is vorig jaar 78 procent van alle kamers verhuurd. Alleen in Londen en Dublin is de dichtheid hoger; deze steden scoorden 80 procent, zo blijkt uit cijfers van het consultancybureau PricewaterhouseCoopers (PwC).

De populariteit hebben de Amsterdamse hotels vooral te danken aan de 8 miljoen mensen die jaarlijks naar onze hoofdstad komen voor een bezoek aan de grote musea, zoals Het Rijksmuseum en het Van Gogh Museum. Een nieuw record wat betreft bezoekersaantallen. Vooral het Van Gogh Museum en het Tropenmuseum doen het goed. De eerstgenoemde is maar liefst 10 procent meer bezocht dan in 2015, wat betekent dat de teller uitkomt op zo’n 2,1 miljoen gasten. Het Tropenmuseum heeft ook succes. In 2016 is het museum vaker bezocht dan in de 24 jaar daarvoor, wat 212.000 bezoekers betekent.

Venetië als voorbeeld

Hoewel de hotels volop profiteren van de groeiende bezoekersaantallen, trekken anderen aan de bel. Volgens Jan van der Borg, hoogleraar stedelijke economie en toerisme aan de universiteit van Venetië, gaat het met Amsterdam dezelfde kant op als met de stad waar hij werkt. “Als de gemeente de markt niet stevig bij de hand neemt, dreigt ook Amsterdam te venetianiseren”, aldus Van der Borg. Het Italiaanse Venetië geldt als het schoolvoorbeeld van hoe toerisme uit de hand kan lopen. In het centrum van deze stad zijn de huizen onbetaalbaar en ontstaan er conflicten tussen bezoekers en bewoners.

Hotelstop

Het is een feit dat het in onze hoofdstad steeds drukker wordt, maar de verwachting is niet dat zij de komende jaren veel meer hotelgasten ontvangen, aldus de cijfers van PwC. Dit omdat er weinig nieuwe hotels bijkomen door de strenge regels die de gemeente Amsterdam doorvoert. Zo is er een hotelstop van kracht, die ervoor zorgt dat er geen nieuwe hotels meer bijkomen in het centrum van de stad.

(Bron: ANP /Het Parool /PwC)