De hond mee op vakantie? Check dan goed de regels
Publicatiedatum: 13 juni 2023
Wie een hond heeft en op vakantie gaat heeft 2 keuzes: het dier gaat mee op reis of u regelt opvang. Het kan gezelliger voelen om de hond mee te nemen, want hij is immers onderdeel van het gezin. Maar er zijn een hoop regels om rekening mee te houden. Zomaar de grens overgaan kan niet.
2 hoofdlijnen om rekening mee te houden
In de basis zijn er 2 hoofdlijnen om rekening mee te houden in het besluit om de hond mee op vakantie te nemen. Welke wetten en regelgeving u moet opvolgen en of u het dier er wel een plezier mee doet.
Wetten en regelgeving
Wie met een hond naar het buitenland gaat, heeft altijd een Europees dierenpaspoort nodig. Deze kunt u bij de dierenarts krijgen. Vaak krijgt u dit al mee als u de hond voor het eerst ophaalt bij de fokker. Anders kan de dierenarts dit alsnog verstrekken. Het dier moet gechipt zijn, met de juiste persoonlijke gegevens. Vroeger kregen honden ook tatoeages, maar deze is alleen nog geldig als die voor 3 juli 2011 gezet is en nog goed leesbaar. En de hond moet ingeënt zijn tegen hondsdolheid, ook wel rabiës genoemd. Dit moet minstens 21 dagen voor vertrek, maar voor sommige landen is dit langer.
Elk land heeft eigen regels
De bovengenoemde 3 punten gelden voor elk land. Daarnaast hebben landen soms nog eigen toevoegingen. Zo is voor Ierland, Malta en Finland een wormenbehandeling verplicht. In Duitsland mag de hond niet los in de auto zitten en in meerdere Europese landen is een aansprakelijkheidsverzekering verplicht. Dit geldt voor onder andere Frankrijk, Spanje, Denemarken, Italië, en bepaalde regio’s in Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk. Ook geldt in bepaalde landen een aanlijnplicht en mag de hond dus niet los lopen. In Hongarije moet u altijd een muilkorf bij u hebben en in Italië en Oostenrijk is het in openbare gelegenheden verplicht om de hond te muilkorven.
Bepaalde rassen verboden
Ook bepaalde typen hondenrassen zijn in een aantal landen verboden. Zo mag de pitbull in veel landen niet mee op reis. En in bijvoorbeeld Frankrijk zijn ook kruisingen van de American Staffordshire terriër, Staffordshire bull terriër, mastiff, boerboel en tosa niet welkom. Ook Denemarken, Noorwegen, Spanje, Portugal, Ierland, Verenigd Koninkrijk en Kroatië hebben lijsten met verboden rassen.
Een American Staffordshire Terrier
De precieze regels per land
Weten wat de exacte regels zijn? Het Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren (LICG) heeft de invoerrechten per land op een rij gezet. Voor zowel binnen Europa, als buiten Europa. Ook wanneer u terugreist naar Nederland met uw hond, zijn er regels om het land weer in te komen. Op de website van de NVWA kunt u een vragenlijst invullen en uw situatie bekijken. Regelgeving verandert soms ook snel. Het is aan te raden om contact op te nemen met de ambassade van het land waar u naartoe reist. Zij kunnen helpen met de laatste stand van zaken.
Doet u uw hond een plezier om hem mee op reis te nemen?
Dan geldt nog het aspect of u uw hond er wel een plezier mee doet om hem mee te nemen. Honden met een dikke vacht zitten niet te wachten op warme temperaturen. Een vakantie naar Spanje is dan niet altijd aan te raden. Ook zijn niet alle accommodaties geschikt voor huisdieren. Dus zoek dit goed uit voor vertrek.
De hond mee in het vliegtuig
Het soort vervoer kan ook nog uitmaken of u uw huisdier meeneemt of niet. Om een dier mee te nemen in het vliegtuig gelden per vliegmaatschappij verschillende regels. Bekijk dit dus bij de maatschappij die u in gedachten heeft of waar al geboekt is. Meestal moet de hond in een sky kennel. Dit is een speciale kennel voor in het vliegtuig. Deze moet u zelf aanschaffen en meenemen. Kleine honden mogen bij sommige maatschappijen in een tas met u mee. De kennels komen in het vrachtruim te staan. Meer hierover staat uitgelegd op de website van het LICG.
De hond mee in de auto
Neemt u de hond mee in de auto? Kijk dan hoe u hem vervoert. Los in de auto wordt afgeraden. Mocht u hard moeten remmen, dan is het dier niet veilig. En uzelf trouwens ook niet. Een reisbench of een reisgordel is het advies. Zorg dat de hond genoeg ruimte heeft. Neem elke 2 uur pauze. Dit is goed voor uzelf, maar ook voor uw hond. Die kan de benen strekken en zijn behoefte doen. Sommige honden kunnen niet goed tegen lange autoritten. Kies er dan voor om de reis op te breken in kleinere stukken. In overleg kan met de dierenarts tabletjes voorschrijven of een kunt u spray tegen reisziekte gebruiken.
Neem zoveel mogelijk mee van thuis
Een vakantie is voor een hond soms een stressvolle situatie. De locatie is nieuw, het reizen zelf misschien ook. Neem daarom de vertrouwde spullen van de hond mee, zoals zijn eigen mand of plaid, knuffels en andere speeltjes. Ook het eigen voer is belangrijk, zegt het LICG. Ineens van voer wisselen kan maag-darmklachten geven. Let op met blikvoer, de houdbaarheid hiervan kan afnemen in warme temperaturen.
Wat is verder handig om mee te nemen als de hond mee op reis gaat?
Verder is het aan te raden om aan de halsband een kokertje vast te maken, met daarin informatie zoals uw telefoonnummer en eventueel vakantieadres. Neem ook een kopie mee van het registratiebewijs van de hond, met daarop het chipnummer. Een duidelijke foto van de hond is ook handig om mee te nemen, mocht hij onverhoopt weglopen.
En verder de standaard dingen die hondeneigenaren vaak wel bij zich hebben, zoals water voor onderweg, een tekenpen, eet- en drinkbakken en hondenpoepzakjes. Een extra riem kan nooit kwaad.
Conclusie
Een hond kan dus zeker mee op vakantie, als er een goede voorbereiding aan vooraf is gegaan. Bekijk goed de regels van het land en denk ook realistisch na of het voor het dier zelf ook fijn is om mee te gaan. Anders is opvang regelen bij familie, vrienden of een pension toch een betere oplossing.
(Bron: MAX vakantieman, Rijksoverheid, LICG, Nederland Wereldwijd, ANWB. Foto’s: Shutterstock)