Vogels hebben ook allemaal een eigen persoonlijkheid
Publicatiedatum: 8 april 2019
Niet alleen mensen, maar ook vogels hebben allemaal een eigen persoonlijkheid. Zo zijn ze lang niet allemaal even nieuwsgierig of assertief. Dat blijkt uit verschillende onderzoeken. Onder meer het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) houdt zich bezig met dit onderwerp.
Trage en snelle koolmezen
De onderzoek van het NIOO-KNAW focust zich vooral op de koolmees. Dit omdat er al relatief veel bekend is over dit vogeltje en er veel van zijn in Nederland. Dat maakt het observeren eenvoudiger. Onderzoeker Kees van Oers bestudeert het gedrag van deze vogeltjes al ruim 20 jaar en heeft in die tijd vast kunnen stellen dat de ene mees de andere niet is. In essentie zijn er 2 soorten: de trage en de snelle koolmees. Allebei zijn ze nieuwsgierig en onderzoekend, maar de trage mees neemt minder risico. De snelle gaat juist overal als een speer op af waardoor deze sneller voedsel zal vinden. Doordat de snelle zo’n waaghals is, hebben zij wel een mindere overlevingskans dan de trage, stelt NIOO-KNAW. Of een koolmees traag of snel is, is genetisch bepaald en terug te zien in hun hormoonhuishouding. Snelle vogeltjes maken meer dopamine (het gelukshormoon) aan als zij bijvoorbeeld op nieuw aangeboden voedsel duiken, terwijl trage een dopaminepiek laten zien als zij dit juist niet doen. Over het algemeen staat het snelle vogeltje hoger in de rangorde dan de trage.
Andere vogels met karakter
De koolmees is niet de enige vogelsoort waarbij verschillen in persoonlijkheid te zien zijn. Engels onderzoek wijst uit dat er onder groenvinken ook veel verschillen zijn. Onderzoekers van de Universiteit van York confronteren 22 groenvinken met een aantal felgekleurde objecten in hun voerbak. Sommige vogels zijn er als de kippen bij, terwijl anderen juist afwachtend zijn. Het onderzoek wijst ook uit dat de afwachtende vogeltjes meer stress ervaren dan hun assertieve soortgenoten. Het hoge stressniveau zorgt ervoor dat de vogeltjes doorgaans eerder dood gaan. Hun timide houding zorgt er aan de andere kant ook voor dat zij minder snel opgegeten zullen worden door roofdieren.
(Bron: University of York, NIOO-KNOW, NRC)