Larven van de longworm in slakken gevaarlijk voor honden: hier moet u op letten
Publicatiedatum: 5 juni 2024
Wie weleens met zijn hond op vakantie is geweest naar het buitenland kent hem misschien wel: de hart- en longworm (Angiostronulus Vasorum). Ook wel de Franse hartworm genoemd. Sinds 2008 komt deze worm ook in bepaalde gebieden van Nederland voor. Honden die ermee in aanraking komen, kunnen er ernstig ziek door worden. Ook katten kunnen besmet raken met longwormen, in dit geval de Aelurostrongylus abstrusus. Ze worden onder andere overgebracht door slakken en daar wemelt het momenteel van. Dus we vertellen waar u op moet letten, wat u preventief kunt doen en hoe een besmetting met longworm te behandelen is.
Waar komt longworm voor?
Niet alle slakken in Nederland zijn besmet met de longwormparasieten. In het geval van de Franse hartworm zijn die tot nu toe aangetroffen in de regio Den Haag, de Hoge Veluwe en in de Oostvaardersplassen. Buiten Nederland komen ze voor in Duitsland, Denemarken, Frankrijk, Italië en bepaalde gebieden in Spanje. In het geval van de longworm bij de kat, moet er vooral rekening mee worden gehouden in de omgeving van Breda. Mogelijk komt hij op meer plekken voor, maar er zijn niet altijd klachten merkbaar.
Hoe worden honden en katten besmet met longworm?
Honden en katten kunnen besmet raken met de longworm, wanneer ze de larven ervan binnenkrijgen. Eenmaal in het lichaam ontwikkelt een larve zich tot een volwassen worm. De larven komen voor in slakken en in dieren die besmette slakken binnen krijgen: vogels, muizen, kikkers en reptielen. Diersoorten die weleens op het menu van honden en katten staan dus. Maar ze hoeven ze niet eens op te eten, om besmet te raken. De besmette diersoorten laten de larven namelijk ook op allerlei verschillende manieren achter. Bij een slak bevinden de larven zich bijvoorbeeld ook in het slijm, dat ze overal achterlaten wanneer ze zich verplaatsen. Zo kan het ook gebeuren dat de larven het honden- of kattenlijf bijvoorbeeld binnen komen via het eten van gras, het kauwen op stokken of het drinken van water.
Waarom zijn longwormlarven gevaarlijk voor honden en katten?
De larven van de longworm belanden wanneer honden of katten ze binnen krijgen in de darmen. Daar werken ze zich door de darmwand heen en komen dan in de bloedbaan terecht. Op die manier verplaatsen ze zich naar de longen en / of het hart en groeien daar uit tot volwassen wormen. Volwassen longwormen leggen eitjes, die zich weer tot nieuwe larven ontwikkelen. Wanneer de larven uit de longen worden opgehoest, worden ze vaak ook weer doorgeslikt. Op deze manier komen ze in de darmen terecht en daarmee ook in de ontlasting en vervolgens worden ze uitgepoept. Honden hebben nog weleens de neiging om poep te eten, dus op deze manier wordt de larve ook weer doorgegeven. Bovendien zijn er slakken die op hondenpoep afkomen en zo ook weer met larven besmet raken. Zo ontstaat er een kettingreactie.
Wat zijn de symptomen van een besmetting met longworm bij een hond?
Wanneer een hond besmet is met de longworm kunnen er verschillende klachten optreden. De symptomen zijn onder andere:
- Ademhalingsproblemen en hoesten
- Groeiachterstand
- Verminderde eetlust, overgeven, diarree en vermageren
- Kokhalzen
- Longontsteking
- Verminderde conditie
- Afwijkend gedrag
- Bloedstollingsstoornissen
Tijdig ingrijpen is noodzakelijk, anders kan het leiden tot longaandoeningen, hartfalen en uiteindelijk tot de dood. In een vergevorderd stadium kan een hond zomaar instorten na een lichte inspanning.
Symptomen bij een kat
Bij een kat kan er bij een ernstige infectie sprake zijn van hoesten, benauwd worden, slecht eten en vermageren. In het ergste geval kan een kat aan een infectie overlijden.
Welke behandeling is er tegen de longworm?
Heeft uw dier een slak opgegeten of vermoedt u dat hij of zij is besmet? Dan kan een onderzoek van de ontlasting zekerheid bieden. Afhankelijk van het type worm kan het overigens wel 3 tot 18 weken duren voordat de besmetting voor het eerst kan worden aangetoond. Voor de Franse hartworm is ook bloedonderzoek mogelijk.
Voor de behandeling worden medicijnen voorgeschreven. Dit kan in de vorm van een pillenkuur zijn of als druppels in de nek. Zo’n 7 tot 10 dagen na de behandeling kan door het controleren van de ontlasting worden bekeken of de parasieten succesvol bestreden zijn. Soms is het nodig de behandeling meerdere keren te herhalen. Het is afhankelijk van het stadium van de besmetting of het dier (volledig) zal herstellen.
Is besmetting van longworm te voorkomen?
Het is bijna niet te voorkomen dat honden of katten besmette dieren binnen krijgen, van gras eten of op een andere manier in contact komen met (het slijm van) slakken. Daarom is het belangrijk om uw dier regelmatig te ontwormen. Dierenziekenhuis Eindhoven adviseert om dat minimaal 4 keer per jaar te doen. Als uw hond of kat in een gebied komt waar de longworm veel voorkomt, dan kan dat zelfs beter maandelijks gebeuren. Uw dierenarts kan u adviseren hoe vaak het voor uw dier nodig is.
Andere longwormen
Naast de Franse hartworm kan een hond ook nog besmet raken met de Oslerus osleri-worm. Deze worm wordt via de ontlasting van besmette honden verspreid en hierbij vormen zich wormknobbels in de grotere luchtwegen. Daarnaast bestaan er nog enkele andere longwormen bij de hond en de kat die minder vaak voorkomen.
(Bron: Dierenapotheker.nl, Libelle, Hondenbescherming, Dierenziekehuis Eindhoven, Medisch Centrum voor dieren. Foto: Shutterstock)