de pluim

Het weer: Piet Paulusma is geen fan van ‘de pluim’

Ik heb eerder aangegeven hoe ik tot een weersverwachting kom. Mijn datasysteem maakt gebruik van de weerdata van de Duitse weerdienst. Ik vergelijk de weerkaarten van de Duitse weerdienst regelmatig met die van de andere modellen, zoals het Europese weermodel Ecwmf. Van het KNMI komen de radarbeelden voor ons land. Deze radarbeelden zijn belangrijk voor het weer op de korte termijn.

Radarbeelden

Gaat het regenen, wanneer komen de buien over en dat soort vragen worden door de radarbeelden over het algemeen beantwoord. Radarbeelden zorgen voor de visualisering van het actuele weer en geven vaak ook een verwachting tot 2 (of nog meer) in het vooruit. Die verwachting van de radarbeelden hoeft niet altijd uit te komen. In het tijdsbestek van opname radarbeeld tot 2 uren erna kan er nog van alles veranderen. De radarbeelden zijn onmisbaar bij mijn actuele weersverwachtingen voor bijvoorbeeld NPO Radio 5 en die van Omrop Fryslân.

De pluim

Radarbeelden zijn op allerlei weersites te vinden. Dus ook op mijn site staan de radarbeelden en die worden per 5 minuten weergegeven. En dan de 15-daagse berekeningen van de inmiddels beroemde pluim. Deze visualiseert de verwachting. De pluim geeft een kansberekening. Als het weer er aanleiding toe geeft, zoals bij komende zomerweerperioden, warmte en hitte of bij de komst van het winterweer, wordt de pluim maximaal gepromoot. “Het wordt winter, kijk de pluim zegt het.” Ik ben wat dat betreft niet zo van de pluimen. Ik heb vaak gezegd dat als de pluim de weersverwachting bepaalt, dan kan iedereen weerman of weervrouw worden. Ik maak als weerman een weersverwachting. Met hulp van allerlei modeluitkomsten, zoals prognoses van de weerkaarten, de data uit de weermodellen, het actuele weer en mijn weerkamerervaring. Ik ben verantwoordelijk voor de weersverwachting. Als de weersverwachting niet uitkomt, kan ik de pluim of de modellen niet de schuld geven.

Bron: MAX Magazine – Editie nr. 13 2021

Geef een reactie