De das is terug
De das is het grootste landroofdier dat we in Nederland hebben. Jarenlang was hij vrijwel uitgestorven door overbejaging. Maar de das is terug! Boswachter André Donker van Natuurmonumenten vertelt in Tijd voor MAX over de gewoontes van de das en waar we hem kunnen vinden.
Nachtdier
De das is een nachtdier. In de schemering verlaat hij zijn burcht. Hij start de dag met het verkennen van zijn omgeving en het verzorgen van zijn vacht. Daarna wordt de familie opgezocht en gaat hij of alleen of in groepen op zoek naar voedsel. De das zoekt zijn voedsel in een straal van 4 kilometer van de burcht.
Leven in groepen
Gemiddeld leeft de das in groepen van 3 tot 6 dieren. In Nederland ligt dat tussen de 3 en 4. Als de omstandigheden gunstig zijn kunnen er wel 20 dassen bij elkaar wonen. Een familiegroep bewoont gezamenlijk een burcht met territorium waar andere dassen uit verdreven worden. Het centrum en de grenzen van het territorium worden gemarkeerd met mest. De das houdt geen winterslaap. Tijdens koudere periodes is hij veel minder actief en blijft soms dagenlang in de burcht. Dassen maken hun burcht ook regelmatig schoon dan gaat al het oude nestmateriaal eruit en brengen ze schoon en fris materiaal binnen.
De das lust alles
Dassen zijn alleseters. Ze zijn relatief slechte jagers en eten daarom direct wat er voor hen komt. Door hun luidruchtige manier van voedsel zoeken, ontsnapt alles wat alert is. Ze eten daarom voornamelijk regenwormen die ze ’s nachts in weilanden en open gebieden naar boven komen. Verder eten ze bosvruchten, gevallen fruit, noten, eikels, knollen, maïs, koren, paddenstoelen, knaagdieren, slakken, kevers en hommel- en wespenbroed. In bermen, akkerranden en slootkanten wroet de das vaak naar kevers en insectenlarven. Een das eet 400-600 gram per dag. Het kost hem vak uren voordat hij genoeg voedsel heeft gevonden.
De Veluwe
De meeste dassen komen voor op de Veluwe, maar ook in oostelijk Noord-Brabant en Zuid-Limburg. Rond 1900 leefden er naar schatting 12.000 dassen in Nederland. Dat aantal was in 1960 gedaald tot ongeveer 1200, voornamelijk door de jacht. Sinds het beschermingplan voor de das groeit de Nederlandse populatie weer. Er zijn nu naar schatting 5.000 tot 6.000 dassen in ons land. Momenteel is de grootste bedreiging de sterfte door verkeer of verdrinking in beschoeide kanalen. Dassentunnels helpen de kans op overleving te vergroten. “Dassen nemen vaak dezelfde route. We kunnen daardoor heel makkelijk de plaats bepalen voor zo’n tunnel en zorgen dat de dassen deze route ook nemen. Met crowdfunding halen we geld op voor de bouw van dit soort tunnels”, aldus André Donker.