planten

Als de temperaturen blijven stijgen verdwijnen veel planten uit Nederland

In vergelijking met 50 jaar geleden is Nederland gemiddeld een graad warmer geworden. Voor veel inheemse planten betekent dit dat zij hier minder goed kunnen aarden. Blijft de temperatuur verder stijgen, zoals de verwachting is, dan zal volgens Nature Today uiteindelijk 40 procent van de hier nu levende planten niet langer meer kunnen groeien.

Temperatuur stijgt verder

Nederland heeft anno 2018 een gemiddelde jaartemperatuur van 10 graden. Volgens de KNMI klimaatscenario’s stijgt dit in het jaar 2085 naar een temperatuur tussen de 11 en 14 graden. Nu al is Nederland eigenlijk te warm voor zo’n 100 plantensoorten. Bij nog 3 graden stijging geldt dat voor bijna 500 plantensoorten. Dat komt neer op 40 procent van alle soorten. Daar staat tegenover dat ons land dan weer wel geschikt wordt voor planten die juist van wat hogere temperaturen houden. In potentie gaat het om zo’n 1000 exoten.

Koudeminnende soorten

Sommige planten in Nederland zitten aan de zuidgrens van hun verspreidingsgebied. Wat nog geen probleem was toen de gemiddelde temperstuur hier nog 9 graden was. De huidige 10 graden maakt het al lastiger en een nog verdere stijging vrijwel onmogelijk. Koudeminnende soorten die kunnen verdwijnen zijn bijvoorbeeld de bosaardbei (Fragaria vesca), de kruisbladgentiaan (Gensiana cruciata) en het lineusklokje (Linnaea borealis).

Bosaardbei

Nieuwe planten

Een verdere stijging van de gemiddelde temperatuur van 10 naar 11 graden maakt de weg vrij voor nieuwe planten, die zich hier kunnen settelen. Bij 11 graden kunnen ongeveer 200 van de ruim 4800 Europese soorten die nu niet in Nederland voorkomen zich hier vestigen. Dit kan oplopen naar zo’n 1000 soorten als het gemiddeld 14 graden wordt in Nederland. ‘Verstekelingen’ die zich hier nu al redden, zoals het mosbloempje (Crassula tillea) en de gele hoornpapaver (Glauciumflavum), zijn met vakantiegangers meegekomen en hier aangeslagen. Of er daadwerkelijk zoveel meer soorten volgen heeft er ook mee te maken of de zaden Nederland ooit kunnen bereiken en of overige voorwaarden, zoals bodemsoort en grondwaterstand geschikt zijn. Voor natuurbeschermers zal het uiteindelijk waarschijnlijk een lastige overweging worden of zij zich moeten inzetten voor koudeminnende planten of juist de nieuwe, warmteminnende.

Opwarming gunstig voor bossen

Wereldwijd is door de opwarming ook een verschuiving te zien op het vlak van bossen. We hebben allemaal de beelden op ons netvlies van de vele voetbalvelden aan bossen die in Zuid-Amerika gekapt worden, maar op andere plekken op de wereld is juist een enorme toename van het aantal bossen te zien. Trouw meldt dat bijvoorbeeld Argentinië in 3 decennia een kwart van zijn bossen gekapt heeft en Paraguay meer dan een derde. Op satellieten is echter grootschalige herbebossing te zien op voormalige landbouwgebieden in Oost-Europa, de voormalige Sovjet-Unie en China.

Boomgrens verhoogt

Daarnaast zorgt de stijgende temperatuur op aarde ervoor dat de boomgrens hoger komt te liggen. Waardoor ook in bergachtige gebieden de bossen in omvang gegroeid zijn. De invloed van de warmere omstandigheden zijn daarnaast te zien in koude streken als Alaska en Siberië. Ook daar zijn de bossen gegroeid. De groep wetenschappers die de bevindingen in het vakblad Nature beschrijven geven aan dat 40 procent van de aanwas van de bossen door toedoen van klimaatverandering veroorzaakt wordt. De overige 60 procent door de mens, die zijn land anders is gaan gebruiken. Helaas niet alleen ten goede. Op satellieten is ook een enorme landdegradatie te zien door uitputting van de grond in het zuiden van de Verenigde Staten, Mongolië, China en grote delen van Australië.

(Bron: Nature Today, Trouw)

Geef een reactie