Sterven dialecten echt uit, of valt het mee?
Publicatiedatum: 21 augustus 2018
Al jaren en jaren wordt er gevreesd voor het voortbestaan van de Nederlandse dialecten. Steeds minder mensen lijken ze te spreken, maar is dat wel echt zo?
Niet van generatie op generatie
‘Plat loop op laatste benen’, kopt De Gelderlander op 18 augustus 2018. In het artikel wordt gesproken over de achteruitgang in het aantal mensen die het Achterhoekse dialect spreken. Alleen ouderen lijken het nog te spreken en jongeren nemen het niet over. Op school en op de werkvloer is ABN immers gangbaar, dus waarom zou je dan ‘plat’ praten? Zodoende zit het echte Achterhoeks volgens Hans Keuper, zanger van de dialectband Boh Foi Toch, ‘in de blessuretijd’, zo tekent de krant op.
Ook in andere delen van van Nederland met een kenmerkend eigen dialect vreest men voor het voortbestaan hiervan. Zo is het écht Utrechtse dialect bijna verdwenen uit de stad en maken ze zich in West-Friesland, Overijssel, Groningen en Limburg ook ernstig zorgen over het voortbestaan van hun taal.
Het Achterhoeks
Deze zorgen zijn misschien niet geheel terecht, weet Dialectoloog Lex Schaars te vertellen. Volgens hem wordt er in 19e eeuw al gevreesd dat het Achterhoeks dialect zal verdwijnen. Inmiddels zijn we 2 eeuwen verder en bestaat het nog steeds, al is de vorm totaal anders. “Als iemand uit 1880 ons nu hoort praten, zou hij zeggen: dat is geen dialect. Iedere levende taal verandert, ook het Achterhoekse plat”, aldus Schaars in De Gelderlander. “Trouwens, in 1900 waren er veel minder Achterhoekers dan nu. Dus zou het best zo kunnen zijn dat er nu meer dialectsprekers zijn dan toen”, gaat hij verder.
Dialect leeft
Hoewel dialecten dus veranderen, lijkt het er niet op dat ze écht zullen verdwijnen. Bepaalde klanken en woorden zijn misschien niet meer in gebruik, maar bepaalde aspecten aan de taal blijven bestaan. “Veel regionale kenmerken (woorden, klanken en zegswijzen die typisch voor een bepaalde streek zijn) zijn nog steeds in gebruik, en lijken hecht verankerd”, zegt hoogleraar Diversiteit in taal en cultuur Jos Swanenberg op de taalwebsite taalcanon.nl. Zo zult u bijvoorbeeld niet snel iemand uit West-Nederland de zin ‘het raam losmaken’ horen gebruiken en heet een snackbar in bepaalde delen van Limburg een frituur.
(Bron: De Gelderlander, Taalcanon, ANP)
Geef een reactie
U moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
Gesproken taal leeft! Dat is onmiskenbaar waar. Maar dat dialecten (streektalen) verdwijnen, komt door de dominante invloed van de media en het onderwijs. Generatie op generatie worden kinderen gedwongen om één bepaald dialect (algemeen beschaaft Nederlands) te spreken. Spreek je geen ABN, heb je minder carrière kansen. Kinderen onder elkaar dwingen leeftijdgenootjes al om de taal van de clanleider te spreken. Een duidelijk voorbeeld is het fenomeen, dat autochtone Rotterdamse kinderen, een Marokaanse/Antiliaanse straattaal spreken. Een ander voorbeeld is het Joods spraakgebrek (de R inpakken in een W vooraf en achteraf), dat door de TV media wordt gestimuleerd. Dit spraakgebrek is ooit (in de dertigerjaren) in Amerika begonnen en in de zestigerjaren wordt dit spraakgebrek geimporteerd door de liedjes op de LP van “Kindewrwen voowrw Kindewrwen”. Dat het bezigen van dit spwrwaakgebwrwek krampen in de mondspieren veroorzaakt, wordt voor lief genomen. Wil je een carrière bij de televisie, dan ben je genoodzaakt, dit spraakgebrek aan te leren. Een duidelijk voorbeeld is Leonie van Moorsel (de ex wielrenner met anorexia) die al een paar jaar spraakles krijgt, om dit spraakgebrek aan te leren. Dat een groot deel van de bevolking kots neigingen krijgt van dit taal verkrachten, wordt
In Oosterwijcks reactie wordt Met Joods gebrek wellicht Goois gebrek bedoeld? Een ‘vautje’ van de spellingsrobot?
Het joods spraakgebrek is tevens het Goois spraakgebrek. Veel joden hebben een prominente positie bij de media, in de vorm van radio en TV en wonen in het Gooi of directe omgeving. Dus is het vanzelfsprekend dat daar het joods spraakgebrek het meest gebezigd wordt. Hoewel het zich verspreid heeft als een virus. Vooral kinderen zijn erg gevoelig om TV persoonlijkheden te imiteren en wordt het spraakgebrek inmiddels tot in alle uithoeken van het land gebezigd. Je hoort het spraakgebrek het meest op Universiteiten en hogere opleidingen, omdat kinderen uit het milieu van het spraakgebrek, daar te vinden zijn. Hoewel het hoogtepunt al weer voorbij is. Het valt me op dat veel kinderen en ook volwassenen, weer teruggekeerd zijn tot de realiteit en hun moerstaal weer oppikken.