Het Nederlands is nog springlevend
Publicatiedatum: 8 mei 2017
De Nederlandse taal heeft niet te lijden onder de oprukkende globalisering en immigratie. Dat blijkt uit een nieuw rapport van de Universiteit Gent, het Meertens Instituut en de Taalunie.
Vernederlandst
Voor het onderzoek zijn 3003 Nederlanders, 3419 Vlamingen, 133 Friezen en 113 Brusselaars ondervraagd over hun taalgebruik. Het panel bestaat uit mannen en vrouwen uit verschillende leeftijdscategorieën en van verschillende afkomst. Uit de resultaten blijkt dat het Engels weliswaar terrein wint, maar dat dit niet ten koste gaat van het Nederlands. Dit omdat veel woorden worden ‘vernederlandst’. Zoals het woord saven, wat van het Engelse save komt en bewaren betekent.
Aan de panelleden is ook gevraagd wat zij vinden van het Nederlands. De meerderheid van deze mensen vindt het een mooie taal die zij graag aan de volgende generatie willen doorgeven.
Over de hele wereld
In totaal zijn er zo’n 24 miljoen mensen die dagelijks Nederlands spreken. De meerderheid woont in Nederland, de Antillen en België, maar ook in Afrika wordt de taal gesproken. Zo is het Afrikaans uit Zuid-Afrika afgeleid van onze taal. Deze variant wordt tevens in delen van Namibië gesproken. Ook in de Duitse grensstaten Nedersaksen en Noord-Rijnland-Westfalen wordt Nederlands gesproken. Kinderen leren de taal daar op school.
Voormalige overzeese gebieden
Suriname is al sinds 1975 geen onderdeel meer van Nederland, maar nog steeds spreekt bijna iedere Surinamer Nederlands. Voor 60 procent is het zelfs de moedertaal. In Indonesië, dat in 1949 onafhankelijk is geworden, ligt dit percentage veel lager. Daar spreken alleen oudere mensen nog de taal.
Vindt u het belangrijk dat het Nederlands blijft zoals het nu is?
(Bron: Trouw, ANP)
Geef een reactie
U moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
Het Nederlands, onze(!) tal moet gekoesterd worden. Het is een levende(!) taal, dus aan verandering onderhevig, maar laten we het vooral goed hanteren (in woord en geschrift) en het ook zo aan onze kinderen én aan de “nieuwe Nederlanders” doorgeven.