Het confiturenkeldertje op Paleis Het Loo

Jam staat tegenwoordig op zo goed als iedere ontbijttafel. Maar in de 17e eeuw behoorde jam, of confituren, tot een van de meest exclusieve producten. Koningin Mary was er dol op. Ze had zelfs haar eigen confiturenkeldertje.

Suiker was een luxeproduct

In de 17e eeuw zijn confituren alleen voor mensen uit de hoogste kringen weggelegd. Confituren verwijst in dit geval naar gekonfijte vruchten en vruchtengelei die werden geserveerd op de meest prachtige schalen. In die tijd zijn de sinaasappels bitter en alleen eetbaar door ze te zoeten. Urenlang worden ze gekookt in suikersiroop. Op deze manier is het ook meteen langer houdbaar. Suiker is in die tijd iets exclusiefs. Dit moet van plantages ver buiten Europa worden gehaald. Pas als suiker uit suikerbiet gewonnen wordt, is het niet langer een luxeproduct. Het zijn vooral de prinsessen en welgestelden die in die tijd de confituren maakte.

Jam

In de loop van de 18e eeuw kost het steeds minder moeite om aan suiker te komen. Hierdoor wordt het konfijten en conserveren van fruit in suikerstroop steeds gemakkelijker. Kookboeken uit die tijd staan bol van de recepten voor konfijten en conserveren. De jam zoals wij die nu kennen is niet te vergelijken met de versie van toen. Tegenwoordig is jam veel ‘natter’.

Confiturenkeldertje

Koningin Mary eet graag confituren. Op Paleis Het Loo heeft ze zelfs haar eigen confiturenkeldertje waar ze de jams en confituren maakte. Het keldertje ligt naast de schelpengrot vlakbij de uitgang naar de paleistuinen. Ze maakt in het keldertje overigens niet alleen jam, ze bereidt ook zuivelproducten en schikt boeketten in haar Delfts blauwe vazen.

(Bron: Paleis Het Loo)

Geef een reactie