Elvis’ Encyclopedie: het verhaal achter That’s All Right
Publicatiedatum: 2 januari 2024
In de rubriek Elvis’ Encyclopedie duikt NPO Radio 5-programma Lunch Lekker met Daniel Dekker in de archieven van The King. Elvis-kenner Charley Moolhuizen vertelt achtergrondverhalen van bijzondere, soms onbekende, nummers en deelt opmerkelijke feiten over Elvis. Dit keer het verhaal achter: That’s All Right.
De allereerste
Het is niet exact duidelijk wanneer Elvis voor zijn allereerste opname naar de Memphis Recording Service rijdt. Sommige beweren 18 juli, anderen houden het op 22 augustus van 1953. Het is in ieder geval tijdens de zomer van dat jaar.
Als Elvis de studio aan de Union Avenue binnenloopt, wordt hij begroet door Marion Keisker, de secretaresse van SUN Records eigenaar Sam Phillips. Elvis wil graag tegen betaling 2 nummers zingen, die rechtstreeks op plaat worden gezet.
Tijdens die 1e opname van Elvis, hoort Marion iets speciaals. Voor haar een reden om náást het rechtstreeks maken van de plaat, ook een band te laten meelopen. Hierdoor kan ze delen van de 2 nummers My Happiness en That’s When Your Heartaches Begin aan Sam laten horen. Volgens hem heeft Elvis een goede stem, en misschien kunnen ze die ooit gebruiken.
Auditie
Na een 2e bezoek aan de studio, om opnieuw 2 nummers voor zichzelf te zingen, krijgt Elvis in juni 1954 een telefoontje van Sam. Het is een uitnodiging voor een 1e auditie. Voorafgaand aan de 2e auditie, brengt Sam hem in contact met gitarist Scotty Moore. Elvis zoekt hem thuis op, waar ze samen alle nummers doornemen die Elvis kent. Scotty belt na die ontmoeting Sam op, en zegt: “De jongen heeft iets, ik zou er gewoon voor gaan”.
De transformatie
Op maandag 5 juli 1954 neemt Scotty zijn vriend Bill Black mee, om tijdens de sessie met Elvis de contrabas voor zijn rekening te nemen. Nadat Elvis verschillende nummers heeft geprobeerd is Sam verre van tevreden, wat duidelijk van zijn gezicht is af te lezen. Het is totaal niet wat hij van de 19-jarige zanger wil horen. Elvis beseft dat het wel eens zijn laatste kans kan zijn, om bij het platenlabel van Sam een contract binnen te slepen.
That’s All Right
Uit frustratie dat het niet lukt, begint Elvis het nummer That’s All Right van Arthur Crudup te spelen. Sam, die in de controlekamer van de studio bezig is, steekt zijn hoofd uit de deuropening en roept “Wat zijn jullie aan het doen?”. Elvis antwoordt dat hij That’s All Right speelt, maar dan op zijn eigen manier. De reactie die Elvis van Sam terugkrijgt is “blijf vooral doen waar jullie nu mee bezig zijn!”. Het blijkt het alles beslissende moment voor Elvis z’n carrière te zijn. Ondertussen legt Sam een opnameband op de machine en zet de apparatuur aan. In minder dan 10 minuten wordt That’s All Right naar Sam’s volle tevredenheid opgenomen.
Transformatie van Elvis naar The King
Een paar dagen later neemt Sam een testsingle van het nummer mee naar een uitzending van de bekende Amerikaanse dj Dewey Phillips (geen familie van Sam). Hij kan zijn oren niet geloven en is razend enthousiast. Dewey draait That’s All Right die avond maar liefst 14 keer. De transformatie van Elvis naar The King is begonnen…
Nog een paar feiten:
- Arthur Crudup die That’s All Right in 1946 schreef, bracht het een jaar later zelf op single uit.
- Op 19 juli 1954 werd That’s All Right officieel uitgebracht als single. Het verscheen toen als een 45- en 78-toeren versie.
- De zogenoemde B-kant van de single is Blue Moon Of Kentucky, die werd een dag na That’s All Right opgenomen.
- Toen Elvis wist dat zijn plaat op de radio gedraaid zou worden, ging hij tegen zijn nervositeit naar de bioscoop.
- Van That’s All Right op het SUN-label werden 20.000 singles verkocht.
- Elvis’ opname van That’s All Right markeerde een keerpunt in de muziekgeschiedenis en betekende het begin van een muziekrevolutie.
Luister naar het programma Lunch Lekker met Daniel Dekker van 12.00 tot 14.00 uur op NPO Radio 5.
(Foto: Verschillende Amerikaanse releases van That’s All Right. Van linksboven naar rechtsonder: 1954, 1956, 1956, 1964, 1984, 2003, 2010 en 2023. © Charley Moolhuizen.)
