Treurvijg: Ficus benjamina
Publicatiedatum: 15 januari 2017
De Ficus benjamina, in het Nederlands treurvijg genoemd is er in verschillende variëteiten, met een wisselende bladkleur en grootte. Mits u hem stabiele omstandigheden biedt, kan deze plant tientallen jaren mee.
Wurgboom
De plant behoort tot de familie van de Moraceae (vijgachtigen) en van oorsprong komt deze Ficus uit de tropische wouden van Zuidoost Azië en Australië. Waar zij vaak wat hoger in al bestaande bomen ontkiemen en die bomen vervolgens gebruiken om snel naar het licht op te klimmen. Tegelijk vormen zij luchtwortels, die zich in de bodem verankeren, waardoor zij optimaal gebruik maken van de moeilijke groeiomstandigheden in de relatief donkere leefomgeving. De gastheer wordt uiteindelijk het leven onmogelijk gemaakt doordat de Ficus al het licht, water en voeding inpikt en ze worden daarom ook wel als ‘wurgboom’ gezien.
Standplaats
In onze huiskamers kunnen we de Ficus niet dezelfde tropische omstandigheden bieden als in zijn oorspronkelijke leefgebied, dus ondanks dat hij uiteindelijk kan uitgroeien tot een flinke struik, zal het bij ons niet zo’n vaart lopen dat hij tot een woudreus uitgroeit. Hij is best flexibel qua omstandigheden, maar eigenlijk is het belangrijkste in de verzorging van de Ficus dat u hem stabiliteit biedt. Jaar in, jaar uit dezelfde plek werkt dus het beste. Van nature groeit hij naar het licht toe en hij gedijt het best op een lichte plek, zonder direct zonlicht. Groeit hij teveel naar één kant, draai hem dan niet in één keer om, maar met hele kleine beetjes. Anders loopt u het risico op bladval. Verder heeft de Ficus een temperatuur van tenminste 15 graden nodig, maar u plaatst hem liefst niet te dicht in de buurt van de verwarming, vanwege de droge lucht. Tocht wordt slecht verdragen en moet dus zoveel mogelijk vermeden worden.
Water
De Ficus houdt tijdens het groeiseizoen (lente-zomer) van ruim water, liefst op kamertemperatuur. Zorg dat er geen water in de pot blijft staan, maar houd de kluit wel steeds licht vochtig. Geef eens in de 2 weken plantenvoeding voor groene kamerplanten. In de herfst en winter heeft hij minder water en geen voedsel nodig.
Ondanks dat de Ficus vochtige omstandigheden gewend is, wordt droge lucht redelijk goed verdragen, mits dat dus niet veroorzaakt wordt door de verwarming. Het is wel raadzaam de plant regelmatig te sproeien, dat voorkomt tegelijk ook stof en houdt het blad mooi glanzend. Tijdens de zomer kunt u hem ook eventueel even buiten zetten tijdens een regenbui.
Verpotten en snoeien
Als uw plant te groot wordt of niet mooi uitgroeit, dan kunt u hem eventueel snoeien. Daarbij komt een wit, kleverig melksap vrij, dat giftig is (voor mens en huisdier) en dat allergische reacties kan veroorzaken bij contact met de huid. Draag bij voorkeur dus handschoenen en zet de plant in bad of op kranten, zodat het sap niet op de grond terecht komt. De plant heeft er zelf nauwelijks last van en alleen bij heel grote snijvlakken is het aan te bevelen een wondpasta te gebruiken. Heeft u flink gesnoeid, zorg dan ook dat u de kluit wat kleiner maakt.
De Ficus heeft geen al te grote pot nodig, maar het is wel goed om zo ongeveer om het jaar te verpotten met een goede potgrond, zodat de plant weer in nieuwe, voedselrijke grond staat.
Bladval
Meer dan bij andere planten kan bladval bij de Ficus een probleem zijn. Dit wordt doorgaans veroorzaakt door het veranderen van de standplaats of het draaien van de plant, door te veel of juist te weinig water te geven, een te koude standplaats of door tocht. Meestal overleeft hij dit wel, als u de omstandigheden aanpast of hem in geval van een nieuwe plek de tijd geeft aan de nieuwe standplaats te wennen.