Schildklierproblemen bij honden
Dierenarts Jenny Buijtels krijgt in de universiteitskliniek wekelijks honden te zien die geen of een verkeerde diagnose hebben gekregen. Zo kan er iets mis zijn met de schildklier van de hond, terwijl de symptomen iets heel anders doen vermoeden.
Trage werking
Bij honden die problemen hebben met hun schildklier is er meestal sprake van een trage werking. Door de trage werking ontstaat er een fijne zwelling in het onderhuidse bindweefsel, het stukje wat de huid met de spieren verbindt. Door de zwelling krijgt de hond een wat pafferig gezicht en lijkt het alsof hij droevig kijkt. Andere symptomen zijn een zwakke polsslag, sloom (zijn niet vooruit te branden), kreupel lopen en de kaalheid zonder jeuk. Honden willen vaker op een warme plaats liggen.
Wat vaak opvalt is dat de hond te dik is en niet in staat om af te vallen, wat u als eigenaar ook probeert. Dit in combinatie met het slome gedrag kan zelfs een jonge hond heel oud doen lijken. De oorzaak kan dus de schildklier zijn. Deze aandoening ontstaat meestal tussen het 3e en 6e levensjaar.
Diagnose moeilijk vast te stellen
De dierenarts zal als hij het idee heeft dat het om een traag werkende schildklier gaat, bloedonderzoek doen. Het is niet eenvoudig om vast te stellen, want de schildklierwaarde die in het bloed is te meten, wordt beïnvloed door andere stoffen. Krijgt een hond bijvoorbeeld pijnstillers, dan gaat de schildklierwaarde in zijn bloed naar beneden en dan wordt mogelijk foutief aangenomen dat de schildklier te traag werkt. Ook andere medicijnen, maar ook andere ziekten hebben snel invloed op het totale schildkliergehalte in het bloed, waardoor het lastig kan zijn om de goede diagnose te stellen.
Levenslang medicijnen bij schildklierproblemen
Wanneer de schildklier niet werkt, gaat deze ook nooit meer werken. Dat betekent levenslang medicijnen slikken en gemiddeld eens per 3-6 maanden een bloedonderzoek. De medicijnen zijn niet duur, maar als baasje moet u wel voor de rest van zijn leven tweemaal daags medicijnen geven. Gelukkig geeft de behandeling wel een forse levensverbetering voor de hond en heeft hij een normale levensverwachting gekregen.
Dit onderwerp is besproken in Tijd voor MAX op 28 november 2016.