Parachutespringen populair onder ouderen

Golfen, wandelen of fietsen: dat zijn sporten die normaliter veel worden beoefend door een ouder publiek. Maar wat blijkt? parachutespringen mag zich ook bij dit rijtje voegen. Uit een rondgang van het MAX-programma Hallo Nederland blijkt dat elke parachutistenvereniging in Nederland behoorlijk wat mensen van 50 jaar of ouder in het ledenbestand heeft.

Twee van hen zijn de 78-jarigen Igor en Tom. Beiden maken zij zo’n 70 tot 90 sprongen per jaar. Ze kennen geen angst voor het springen en voeren hun favoriete hobby het liefst 3 keer per week uit. In de reportage die u bovenaan het artikel kunt bekijken, vertellen zij hun verhaal.

Over parachutespringen

Iedereen die wil beginnen met parachutespringen, moet eerst een opleiding volgen. Deze bestaat uit het maken van 5 sprongen vanaf ruim 1 kilometer hoogte. Het gaat hier om sprongen waarbij de parachute direct open gaat na het verlaten van het vliegtuig.

Er is ook een opleiding voor mensen die liever een vrije val willen maken voordat de parachute open gaat. Om dit zelfstandig te mogen doen, moeten er 7 sprongen gemaakt worden vanaf 4 kilometer hoogte.

Bij beide opleidingen hoort ook een grondcursus, waarin praktische zaken worden toegelicht.

Militaire aangelegenheid

Oorspronkelijk is parachutespringen een militaire aangelegenheid. Voor alle Nederlandse militairen geldt nog steeds dat ze minimaal 5 sprongen gemaakt moeten hebben.
Daarnaast zijn er ook veel Nederlanders die, net als Tom en Igor, voor de lol aan parachutespringen doen. Zij kunnen dit doen bij een van de 11 parachutistenverenigingen. In totaal worden er zo’n 85.000 sprongen per jaar gemaakt in ons land.

(Bron: Hallo Nederland, websites verschillende parachutistenverenigingen)