Kaarsen mooi laten opbranden? Dat doet u zo

Een brandende kaars is sfeervol, maar kan ook enigszins frustrerend zijn. Bijvoorbeeld als er een gat in de kaars ontstaat, waardoor deze niet gelijkmatig opbrandt. Zonde, maar gelukkig is er genoeg aan te doen. 

Positioneer de kaars goed

Om gaten in kaarsen te voorkomen is het belangrijk om de kaars op een geschikte plek neer te zetten. Dat wil zeggen: niet op de tocht en niet te dicht bij andere brandende kaarsen. Het nadeel van tocht is dat het vlammetje daardoor telkens naar 1 kant wordt geblazen en die kant dus ook sterker wordt verhit. Woont u in een tochtig huis? Draai de kaars dan af en toe.

Kaarsen die te dicht bij elkaar staan kunnen elkaar ook ‘schade’ toebrengen. Dat komt omdat ze elkaar verwarmen en zodoende ontstaan er gaten in de was. Zet ze dus altijd op voldoende afstand van elkaar voordat u ze aansteekt.

Probeer kaarsen niet te dicht tegen elkaar aan te zetten. De afstand zoals op deze foto te zien is, is te klein.

Houd het lontje kort

Heeft u weleens ‘last’ van walmende kaarsen in huis? Dat komt waarschijnlijk door een te lang lont. Hoe korter de lont, hoe minder kans op walmen. En op gaten. Krimpt de hoeveelheid was van de kaars sneller dan het lont? dan kunt u het lontje bijknippen. Een halve centimeter is de ideale lengte om walmen én gaten te voorkomen.

Blaas de kaars niet te snel uit

Brandt u een kaars voor het eerst? Laat deze dan een tijdje branden, zeker totdat de bovenste waslaag helemaal vloeibaar is. Door dit te doen voorkomt u oneffenheden in het kaarsvet en dus potentiële tunnels of gaten.

Aluminiumfolie kan helpen

U kunt ook aluminiumfolie om de kaars in kwestie heen wikkelen. Door dit extra jasje kan de kaars sneller en gelijkmatiger smelten en heeft de kaars bijvoorbeeld een stuk minder last van tocht of andere brandende exemplaren. Pas hier wel mee op, want kaarsen in aluminiumfolie kunnen erg heet worden.

Toch een gat?

Als er wel een gat of tunnel in de kaars ontstaat kunt u dit mogelijk verhelpen door de randen van de kaars voorzichtig weg te snijden. Zo is het oppervlakte weer gelijk en kan de kaars de weg naar beneden weer vervolgen.

Let op het binnenklimaat

Deze laatste tip heeft niets met gaten in kaarsen te maken, maar alles met  het binnenklimaat van uw huis. Brandende kaarsen brengen roetdeeltjes voort en deze roetdeeltjes belanden in de lucht, waardoor u deze deeltjes inademt. Heel gezond is dit niet, maar het kan ook niet direct heel veel kwaad. Pas als u regelmatig veel kaarsen brandt en uw huis niet goed geventileerd wordt kan het problemen opleveren.

(Bron: Roomed, Libelle)