Hoe en wanneer aardappelen kweken en voorkiemen?
Publicatiedatum: 10 maart 2024
Voor aardappelen kweken is maar weinig ruimte en moeite nodig. Het kan in de volle grond, in de moestuin, maar ook in een emmer of zak. Op het balkon is dus ook prima mogelijk. We vertellen wanneer en hoe u dat kunt doen.
Welke aardappelen kunnen gebruikt worden?
Aardappelen kweken met knollen uit de supermarkt is mogelijk. Zoals u wellicht weleens heeft gezien wanneer ze lang liggen, kunnen ze vanzelf uitlopen. In een eerder artikel vertellen we meer over deze en andere groenten die u kunt laten hergroeien. Maar pootgoed dat speciaal gekweekt is voor de oogst geeft betere resultaten. Daarbij bent u er dan ook van verzekerd dat ze vrij zijn van ziekten.
Aardappelen voorkiemen of niet?
Door het voorkiemen van vroege of middenvroege aardappelen, kunt u eerder oogsten. Zet ze daarvoor in de periode van eind januari tot maart binnen op een lichte plek. De uitlopers worden het sterkst bij een temperatuur tussen de 10°C en 15°C, dus kies een onverwarmde plek. Een eierdoos is er bijvoorbeeld zeer geschikt voor. Plaats de aardappels met de ‘ogen’ naar boven. Het is niet schadelijk als de knollen wat verschrompelen, u hoeft in de tussentijd geen water te geven. Wanneer de scheuten ongeveer 1,5 tot 3 centimeter groot zijn, kunt u de aardappelen poten.
Heeft u ze niet voorgekiemd, dan is dat ook geen probleem. Deze stap is niet noodzakelijk. Ook zijn er mensen die stellen dat de aardappelplanten sterkere scheuten vormen wanneer ze gewoon direct in de grond gepoot worden.
Vroege of late aardappelen kweken?
Er zijn meerdere soorten aardappelen, die afhankelijk van de planttijd (controleer daarvoor de beschrijving bij uw pootaardappelen) al vroeg in het jaar oogstklaar zijn, tot enkele maanden later. Sommige vroege soorten kunnen al vanaf februari buiten gepoot worden en in juni geoogst. Ze hebben zo’n 10 weken nodig voor hun ontwikkeling. Middenvroege soorten worden in april of mei gepoot en hebben zo’n 16 tot 18 weken nodig om tot ontwikkeling te komen. Late soorten kunnen tussen april en eind mei gepoot worden. Ze moeten met 20 weken het langst groeien voor ze geoogst kunnen worden. Deze soort wordt vooral geteeld om te bewaren voor de winter.
Hoe aardappelen kweken?
U kunt de pootaardappelen in de volle grond planten, maar ook in een ruime en diepe emmer, bak of zak. Aardappelen houden van een losse grond. Maak de grond daarom luchtig, door die licht door te spitten, maar verstoor de bodem zo min mogelijk. Vroege aardappelen kunt u 30 centimeter uit elkaar planten. Latere rassen moeten op 40 centimeter afstand van elkaar komen. Stop ze zo’n 5 à 10 centimeter onder de grond.
Poot u ze in een bak of zak, vul die dan voor een derde met potgrond en leg de aardappelen 20 à 30 centimeter uit elkaar. Over het algemeen is er ruimte voor 1-5 aardappelen. Leg de aardappels op de grond en bedek ze met een klein laagje aarde. Geef een klein beetje water en blijf dit regelmatig herhalen. Wanneer de voeding in de potgrond is uitgewerkt (dit vindt u terug op de verpakking), is het nodig om mest te geven.
Is er vorst voorspeld? Bedek de planten dan met bijvoorbeeld een vliesdoek of zet ze zo mogelijk op een beschutte plek.
Aardappelen aanaarden
Een belangrijk element bij de aardappelteelt is het aanaarden. De 1e keer doet u dit ongeveer een maand na het planten, wanneer de stengels zo’n 10 tot 15 centimeter groot zijn. Bedek ze volledig onder een nieuwe laag aarde. Dit moet u vervolgens nog zo’n 2 keer herhalen. Doet u dit niet, dan worden de knollen onder invloed van licht groen van kleur en daarmee giftig.
Aardappelen oogsten en bewaren
Wanneer de bloemen beginnen met openen kunnen vroege aardappelen geoogst worden. Bij middenvroege rassen oogst u wanneer de bloemen verwelken en het blad geel wordt. Late aardappelen oogst u wanneer het loof afgestorven is. Ze zijn direct eetbaar, maar u kunt ze ook langere tijd koel en donker bewaren, op een goed geventileerde plek. De koelkast is niet geschikt, aangezien dit ten koste gaat van de kwaliteit. Door de kou wordt zetmeel omgezet in suiker en door het vocht in de koelkast kunnen ze gaan rotten.
Aardappelziekte voorkomen
Verbouw aardappelen nooit elk jaar op dezelfde plek. Zo voorkomt u de aardappelziekte (Phytophthora infestans). Plant daarnaast geen aardappelen en tomaten naast elkaar. Ze zijn namelijk vatbaar voor dezelfde schimmels en ziekten. Over het algemeen zijn vroege rassen minder bevattelijk voor aardappelziekte, aangezien deze ziekte meestal pas later in het jaar opduikt en deze soort dan al geoogst is.
Op de overzichtspagina van Tuin & Balkon vindt u nog veel meer tips en adviezen voor tuin- en balkonplezier. Van adviezen over de verzorging van tuinplanten tot praktische tips over snoeien en tuinaanleg.
(Bron: Archief, Moestuinweetjes, Makkelijke Moestuin, De tuin of tafel, Gardeners World Magazine, Tuinadvies, Landleven, Voedingscentrum. Foto’s: Shutterstock)
