Garnalenplant: Beloperone guttata
Publicatiedatum: 29 september 2018
De garnalenplant (Beloperone guttata) heeft te maken met wisselende populariteit. Soms is hij veelvuldig in onze huiskamers te vinden en dan weer wat minder. Zijn bloeivorm, met hangende schutbladeren, heeft hem aan zijn naam garnalenplant geholpen.
Standplaats
In de natuur groeit hij uit tot een klein struikje, maar ook binnenshuis is hij redelijk gemakkelijk te verzorgen. De garnalenplant komt uit Mexico en houdt van veel licht en warmte. Hij staat dan ook graag op een zonnig plekje. Des te lichter hij staat, des te mooier zal hij bloeien.
Zomers kunt u hem ook buiten plaatsen, maar laat hem dan wel langzaam wennen aan het intensere licht. Haal hem tijdig voor het koud wordt weer naar binnen.
Koel en licht overwinteren bij een temperatuur tussen de 10 en 15 graden. Daarbij kan hij wat van zijn blad laten vallen.
Water geven
Aan uitdrogen heeft hij een hekel. Houd de grond in de lente en zomer daarom steeds licht vochtig, maar zorg dat de wortels daarbij niet in een laagje water komen te staan. Als hij in de winter koeler staat verbruikt hij minder water, dus pas het water geven daarop aan.
In de lente en zomer elke 3 weken plantenvoeding voor bloeiende planten geven tijdens het gieten.
Bloei
De eigenlijke bloempjes zijn klein en paarswit, maar de oranjerood gekleurde schutbladeren, die in de punt naar geel kleuren geven hem zijn sierwaarde. De bloei kan zomers enkele maanden aanhouden.
Snoeien
De garnalenplant wordt binnenshuis meestal niet groter dan ongeveer een meter, maar u kunt hem in het vroege voorjaar desgewenst steeds licht terug snoeien, om de plant mooi vol en compact te houden.
Verpotten
Voorzie de garnalenplant elke 2 á 3 jaar van een vers laagje potgrond en geef daarbij zo nodig een groter maatje pot.