Deze kamerplanten zijn makkelijk te stekken en zo doet u dat
Publicatiedatum: 21 maart 2020
Veel kamerplanten lenen zich uitstekend om te stekken. Zo vermeerdert u eenvoudig uw meest populaire planten of kunt u er een ander een plezier mee doen. Ook kamerplanten die niet meer zo mooi zijn, of te groot geworden zijn geeft u een tweede leven, door ze op deze manier te verjongen. We zetten hieronder een reeks makkelijk te stekken planten op een rij.
Stekken op water of grond
Veel planten kunt u stekken door ze in (stek)grond te zetten. Heeft u geen beschikking over deze grond, dan zijn er ook verschillende planten eenvoudig te stekken op water. Daar heeft u weinig meer voor nodig dan een vaasje en een laagje water. Ververs het water wel regelmatig, om bacteriegroei tegen te gaan.
Aloë Vera
De Aloë Vera vormt zelf nieuwe, kleine plantjes. Deze uitlopers kunt u uit de pot nemen, enkele dagen laten drogen en dan in een eigen potje met cactusgrond zetten. Of potgrond met wat zand er doorheen gemengd.
Ananasplant
Nadat de Ananasplant is uitgebloeid sterft hij af. Meestal vormt de moederplant jonge plantjes aan de voet, die u kunt oppotten. Maar u kunt de plant ook op een andere manier vermeerderen. Hiervoor snijdt u het bovenste gedeelte van de vrucht, inclusief de toef bladeren erboven op, af en na enkele dagen indrogen plaatst u die in stekgrond of potgrond vermengd met wat zand. Aangezien de sierwaarde van de plant juist in de vrucht zit, kunt u hier het beste zo lang mogelijk mee wachten, maar wel voor het moment dat de plant begint met afsterven.
Bananenplant
Vanuit de wortelstokken vormen bananenplanten diverse nieuwe uitlopers. U kunt de miniplantjes afsteken en in een eigen pot met aarde zetten. Regelmatig water geven en dan groeien ze uiteindelijk ook weer uit tot volwaardige planten.
Basilicum
Een basilicumplantje uit de supermarkt heeft vaak maar een beperkte levensduur. Dit komt doordat er heel veel verschillende plantjes in de pot geplaatst worden. Die elk veel water en vooral voedingsstoffen nodig hebben. Wilt u langere tijd van uw basilicum genieten, knip de takjes die u gebruikt dan helemaal onderaan weg en zet die in water, zodat u de plant flink uitdunt. Of scheur de kluit in verschillende stukken en zet die elk in een eigen pot met voldoende potgrond. De planten krijgen nu de kans om verder uit te groeien.
Chinees lantaarnplantje: Ceropegia woodii
U kunt een stukje van een stengel van deze plant afknippen en dit in een klein laagje water zetten, zonder dat de blaadjes het water raken. Of het deel op een potje met stekgrond of een mengsel van zand en potgrond leggen. Houd de grond net licht vochtig, dan zal het stengeltje wortels vormen en daar vanuit gaan groeien. Zo kunt u een nieuwe plant opkweken, maar u kunt de stekken ook terug bij de originele plant zetten om die op die manier voller te maken. Een derde optie is 1 of meer knolletjes van de plant knippen, die op den duur vanzelf aan de stengels ontstaan. Leg deze op stekgrond of een mengsel van zand en potgrond en geef af en toe een heel klein beetje water.
Citroengeranium: Pelargonium graveolens
Na verloop van tijd worden citroengeraniums meestal wat minder mooi en kunt u ervoor kiezen om stekken te nemen, om zo een nieuwe plant te creëren. Knip daarvoor enkele stukjes, niet verhoute, stengels van de plant en zet die in een vaasje met water of in een potje met (stek)grond en geef regelmatig water.
Dolfijnenplant: Senecio peregrinus
Knip een stukje stengel van de dolfijnenplant af (alleen een blad is niet voldoende) en leg die plat op een potje met grond voor cactussen en succulenten. Zorg ervoor dat de stengel overal goed in contact is met de grond. Maak de grond licht vochtig en besproei daarna om de paar dagen licht. Over het algemeen ontwikkelen zich na 2 á 3 weken wortels en dan kunt u op de gewone manier water gaan geven.
Gatenplant: Monstera deliciosa
Omdat de gatenplant snel groeit, heeft hij ook regelmatig een grotere pot nodig, maar dit kan een uitdagend klusje worden als de plant flink uit de kluiten gegroeid is. Wordt de plant echt te groot, dan kunt u ervoor kiezen om stekken te nemen (een stuk stengel met liefst een luchtwortel) en zo met een nieuwe, kleine plant verder te gaan. Zet de stekken eerst op water en als er nieuwe wortels gegroeid zijn in potgrond.
Graslelie: Chlorophytum comosum
Bij de graslelie groeien de nieuwe plantjes aan de plant zelf. Na verloop van tijd vormt de plant uitlopers, waaraan eerst kleine, witte bloempjes en vervolgens jonge plantjes verschijnen. U kunt ze er eenvoudig vanaf knippen of snijden en van een eigen potje voorzien. Of ze eerst zo nodig in water verder laten wortelen. Van oorsprong is de graslelie een bodembedekker, die zich verspreidt door uit zijn stengels overal nieuwe plantjes neer te zetten.
Kaaps viooltje: Saintpaulia
Kaapse viooltjes kunt u heel eenvoudig vermeerderen door middel van bladstekken. Snijd hiervoor een gezond blad inclusief steel af en zet die in stekgrond. Plaats de stek op een warme plek en liefst in een kasje. Een plastic zakje of glazen pot eroverheen plaatsen is anders een goed alternatief. Na enkele weken verschijnen onderaan nieuwe blaadjes en dan kunt u het grote blad wegknippen.
Kindje op moeders schoot: Tolmiea menziesii
Op de bladeren van Tolmiea ontstaan aan de basis van het blad piepkleine nieuwe plantjes (kindjes). Als u een kindplantje wilt laten uitgroeien tot nieuwe plant kunt u wachten tot het plantje iets groter gegroeid is en het dan in een eigen potje zetten. Knip hiervoor het blad waarop het gegroeid is met een klein stukje steel af en plaats dat in een potje met stekgrond of wat potgrond. Zorg dat het plantje niet onder de aarde komt, maar de aarde wel raakt, zodat hij kan wortelen. Doe vervolgens een plastic zakje over het potje heen of plaats het plantje in een mini-kas. Voorzie hem van water door elke dag met de plantenspuit te sproeien. Na verloop van tijd vergaat het moederblad en zo gauw het plantje goed geworteld is kan hij naar zijn uiteindelijke plek verhuizen.
Moederplant: Saxifraga Stolonifera
Op den duur ontstaan er draadvormige uitlopers aan de Moederplant, waaraan zich jonge plantjes vormen. Als ze eigen wortels hebben gevormd kunt u ze van de plant knippen en in eigen potjes met aarde zetten en af en toe kleine beetjes water geven.
Paascactus: Rhipsalidopsis gaertneri
De paascactus is een sterk vertakte plant en gemakkelijk te stekken. Snijd in de lente een stuk van 2 leden af (kies hierbij geen verhoute delen) en laat enkele dagen drogen. Zet die vervolgens in stekgrond, in een ruimte met een temperatuur van minstens 20 graden en houd de grond licht vochtig.
Pannenkoekplant: Pilea peperomioides
Uit de moederplant van de Pannenkoekplant groeien regelmatig nieuwe stekjes. Als deze groot genoeg zijn kunt u ze voorzichtig met wat van de aarde eromheen uitgraven en het plantje eruit halen. Als er genoeg worteltjes aan zitten dan kunt u het babyplantje in stekgrond of potgrond met wat zand zetten. Als er geen wortels aan het stekje zitten dan kunt u het eerst in water laten wortelen. Waarna het plantje alsnog in grond gezet kan worden. Zo heeft u al gauw meerdere exemplaren van de pannenkoekplant.
Scindapsus – Epipremnum
De stengels van de Scindapsus kunnen een respectabele lengte bereiken. U kunt ze dan eenvoudig terugsnoeien tot de gewenste lengte. De snoeisels kunt u daarbij meteen stekken door ze op een laagje water te zetten. Zijn de stekken goed beworteld, dan kunt u ze in potgrond overplanten.
Stippenbegonia: Begonia maculata
Om de Stippenbegonia mooi uit te laten groeien is het goed om hem af en toe wat terug te snoeien. Hij zal dan vertakken en daardoor wat bossiger uitgroeien. De stengeldelen die u eraf geknipt hebt kunt u stekken, door ze in water te laten wortelen. Als de stek genoeg wortels heeft, kunt u hem oppotten in een pot met potgrond.
Vaderplant: Tradescantia
Na verloop van tijd zullen de stengels van de vaderplant minder mooi worden. De blaadjes verdrogen en het eerste gedeelte vanaf de kluit wordt kaal. Dan kunt u de plant dan eenvoudig verjongen door de lelijk geworden stengels net boven de kluit af te knippen, het lelijk geworden gedeelte te verwijderen en de stengels in water te laten wortelen of ze direct in de kluit terug te zetten. Ze wortelen namelijk zeer eenvoudig. Heeft u erg veel stengels, dan kunt u ze op deze manier ook tot een nieuwe plant stekken.
Vijgcactus: Opuntia
Als uw Opuntia groot genoeg is, dan kunt u voorzichtig 1 of enkele schijven uit de plant knippen, op het smalste gedeelte. Draag hier bij voorkeur handschoenen bij, want de nauwelijks zichtbare, kleine naaldjes op de plant zijn vaak venijnig. Laat de schijven enkele dagen drogen en plaats ze dan in een pot met cactusaarde. Voor de stevigheid kunt u enkele satéprikkers aan weerszijden van de schijf in de grond steken, om ze op hun plek te houden totdat ze geworteld zijn. Af en toe een klein beetje water geven.
Vlinderorchidee: Phalaenopsis
Bij de vlinderorchidee kunnen zich uit een slapend oog van de bloemstengel miniplantjes vormen. Dit wordt een keiki genoemd (Hawaiiaans voor kindje). Als er voldoende blaadjes en wortels aan het plantje ontwikkeld zijn, dan kunt u het eraf knippen en een eigen pot met orchideeënaarde geven.
Vrouwentongen (Sansevieria trifasciata)
Wordt uw plant door de jaren heen te groot, dan kunt u ervoor kiezen om hem uit de pot te nemen en op te delen door de kluit te scheuren of te snijden. De verschillende delen van de Vrouwentongen kunt u vervolgens in afzonderlijke potten zetten of enkele bij elkaar.
Zebraplant: Haworthia fasciata
De Zebraplant maakt ook zelf nieuwe plantjes aan. Als die jonge plantjes rondom de moederplant verschijnen, dan kunt u die in een eigen potje zetten. Snijd ze hiervoor voorzichtig los, liefst met eigen wortels en al, laat ze enkele dagen drogen en plaats ze dan in een potje voorzien van vetplanten/cactussengrond.
Lees ook: 11 populaire kamerplanten en hun verzorging.
Wat is er waar over luchtzuiverende kamerplanten?
Of bekijk het kamerplantenoverzicht voor de verzorging van vele tientallen planten.
Geef een reactie
U moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.
Ik heb al wat weken het lantaarnplantje op water staan. Ik heb wat stengels eraf geknipt en op water gezet en nu afwachten of er wortels aan komen.
Ook heb ik het pannekoekplantje al verschillende keren gestekt en dat gaat prima.
Aan Ineke,
Ik las dat u al verschillende keren een pannenkoekplantje gestekt hebt.
Kan u mij zeggen hoe u precies te werk gaat?
Bij mij lukt het niet. Bij mijn plantje zijn er jonge stekjes te zien boven aan tot halverwege.
Maar niet onderaan.
Met dank bij voorbaat.