Olifantsoor: Alocasia

De Alocasia (olifantsoor) komt oorspronkelijk uit tropisch Azië en behoort tot de familie Araceae, waaronder ook aronskelken vallen. Hij dankt zijn Nederlandse naam aan de vorm van zijn blad, dat aan het oor van een olifant doet denken. In de vrije natuur kunnen de bladeren van sommige soorten uitgroeien tot wel 1,5 m groot. In de woonkamer worden ze minder groot, maar moet u er wel rekening mee houden dat ze flink wat ruimte in diameter kunnen gaan innemen.

Standplaats

Gezien zijn tropische oorsprong houdt de Alocasia van veel vocht, warmte en licht, maar niet van hele dagen direct zonlicht op het blad. De beste plek voor deze plant is dan ook een paar meter van het raam vandaan. Hij zal zich daarbij naar het licht richten, dus om te voorkomen dat de plant scheef groeit, dient u hem regelmatig te draaien.

Water

Deze plant is niet de gemakkelijkste qua verzorging, dus het is wel een uitdaging om ‘m langere tijd goed te houden. Hij heeft redelijk veel water nodig en de kluit moet constant licht vochtig gehouden worden, maar zorg ervoor dat de kluit niet in het water blijft staan. Afhankelijk van de warmte, luchtvochtigheid en het licht op de standplaats zal dit neerkomen op zo’n 2 keer in de week water geven tijdens het groeiseizoen en 1 keer per week tijdens de winter. Let hierbij op dat het water niet te koud is. Laat het water in de gieter hiervoor op kamertemperatuur komen of zet de kraan wat warmer. Tijdens het groeiseizoen (lente-zomer) kan er elke 2 weken plantenvoeding voor groene planten gegeven worden.

Sproeien

Bij deze plant is het ook belangrijk om te sproeien. Minimaal eens per week, maar idealer is het nog om dat om de paar dagen te doen. De Alocasia is een hoge luchtvochtigheid gewend en sproeien voorkomt dat het blad lelijk wordt of spint toeslaat.

Alocasia calidora

Bladvormen

Er zijn Alocasia’s met verschillende bladkleuren en vormen. De Alocasia calidora heeft glad, groen blad, de Alocasia portadora heeft gekarteld, groen blad), de Alocasia polly heeft donkergroen blad met witte nerven en wordt daardoor ook wel skeletplant genoemd. En sinds enkele jaren is er een nieuwe Alocasia te koop, de zebrina. Deze soort heeft bijzondere stengels, met een zebraprint erop.

Alocasia zebrina

Snoeien

Als de plant te groot is geworden of als de onderste bladeren niet mooi meer zijn, dan kunnen er bladeren verwijderd worden. Doe dit door ze enkele centimeters van de stam af te knippen of te snijden met een scherp mes. Het restant zal verdrogen en is op den duur gemakkelijk te verwijderen. Mochten er bloemen verschijnen (wat vrij zeldzaam is), dan kunt u deze het beste uit de plant knippen. Zo blijft hij zijn energie in de plant zelf steken en niet in de bloemen, die geen grote sierwaarde hebben. Houd er wel rekening mee dat alle delen van de plant giftig zijn en het sap irriterend is voor de huid en slijmvliezen.

Guttatie

De Alocasia wil wel eens vocht afscheiden, dat dan op de vloer of tafel druppelt. Dit verschijnsel heet guttatie en is voor de plant niet schadelijk, maar het kan wel vervelende vlekken veroorzaken.