Coniferen snoeien, wanneer en hoe moet dat gebeuren?

Snoeien van coniferen gebeurt om de mooie vorm te behouden, te voorkomen dat de onderkant kaal wordt en om lucht en licht in de plant te krijgen. Drastische snoei is niet nodig en zelfs niet wenselijk. In dit artikel vertellen we wanneer het snoeien moet gebeuren en hoe u daarbij te werk gaat.

Wanneer coniferen snoeien?

Coniferen kunnen 1 á 2 keer per jaar gesnoeid worden. De 1e snoei vindt eind mei of begin juni plaats. Coniferenhagen zijn gewilde nestelplekken, dus controleer voor u begint of er geen broedende vogels in zitten. De 2e snoei volgt in augustus of september. Als er pas eind juni gesnoeid wordt, dan volstaat 1 snoeibeurt. Als u van strakke hagen houdt of het om een snelgroeiende conifeer gaat, dan kunt eventueel vaker snoeien. Dat geldt bijvoorbeeld voor de haagconifeer (Cupressocyparus leylandii). Deze kan voor het behoud van een mooie, strakke vorm elke 4 tot 6 weken gesnoeid worden. Snoei niet later dan september en ook niet te laat in september wanneer er vroege nachtvorst voorspeld is. Anders herstelt een conifeer zich niet goed voor de winter en kan er vorstschade optreden. Snoei de coniferen bij voorkeur op een bewolkte dag, zodat de zon de pril gesnoeide takken niet verbrandt. Snoeit u wel op een zonovergoten dag, wacht dan tot de avond valt en de temperatuur daalt.

Hoe moeten coniferen gesnoeid worden?

Zorg dat u schubconiferen nooit verder terug knipt dan waar er nog groen aan de takken zit en dus niet tot op het oude hout. Knipt u te diep, dan lopen de meeste coniferen daar bijna nooit meer op uit en blijft u zitten met een kale boom. Het is belangrijk dat coniferen van begin af aan regelmatig gesnoeid worden. Door ze  taps toelopend te knippen krijgen ze een kegelvorm en krijgen de onderzijden ook voldoende licht. Het mooiste effect krijgt u als u met een scherp mes, snoeischaar of een (elektrische) heggenschaar de toppen van de twijgen verwijdert. Maak hierbij scherende bewegingen. Op die manier zullen ze zich vertakken en krijgt u volle en strak gevormde coniferen. Probeer elk jaar tot hetzelfde punt terug te snoeien. Zo worden ze niet elk jaar breder. Geef na het snoeien water en mest, zodat de planten zich optimaal kunnen herstellen.

Vormt een conifeer veel jonge scheuten, zoals vaak voor komt bij een den (Pinus) dan is het mogelijk de groei wat te remmen. Dit doet u door deze scheuten weg te breken. Er zullen dan meer zijscheutjes gevormd worden en de den gaat minder de hoogte in.

Vormsnoei

Sommige conifeersoorten lenen zich uitstekend voor vormsnoei. Door te kiezen voor een soort met fijne naalden krijgt u het mooiste resultaat. Dat zijn bijvoorbeeld de Juniperus, Cupressus, Taxus of Thuja. Snoei ze hiervoor 2 keer per jaar in de vorm van uw keuze.

Uitzonderingen

In tegenstelling tot schubconiferen verdragen de meeste naaldconiferen, zoals sparren en dennen snoei slecht. Bij deze soorten is het beter om u te beperken tot het verwijderen van dood, kruisend en ziek hout of een dubbele top. Snoei ook in dit geval niet tot op het oude hout, want de meeste dennen en sparren lopen dan niet meer uit. Hierop vormt de Taxus dan weer een uitzondering. Deze kan wel tot op het kale hout terug gesnoeid worden en binnen 3 jaar groeit hij weer volledig dicht.

Snoeigereedschap reinigen

Maak na het snoeien de bladen van uw snoeigereedschap goed schoon. Coniferensnoeisel laat plakkerig hars achter, wat de bladen sneller bot maakt. Schoonmaken verwijdert dit en voorkomt tevens het verspreiden van eventuele ziektes naar andere planten in uw tuin.

(Bron: De Tuinen van Appeltern, Coniferen-bestellen.nl, Intratuin, VT Wonen, Directplant. Foto’s Shutterstock)