Burenhulp in dorpen niet gegarandeerd
Publicatiedatum: 9 februari 2016
Een buurman die informeert of alles goed gaat, die de moeite neemt om een boodschapje mee te nemen of u vriendelijk groet in het voorbijgaan. Het zijn verschillende voorbeelden van manieren waarop mensen het leven van ouderen in hun omgeving wat kunnen veraangenamen en vergemakkelijken.
Nu steeds meer ouderen tot op hoge leeftijd zelfstandig thuis moeten blijven wonen, worden deze gebaren van vriendelijkheid en behulpzaamheid steeds belangrijker. Voor de hand ligt dat zo’n zorgzame samenleving in een dorp waar iedereen elkaar kent een grotere kans van slagen heeft. Maar zo simpel is het niet, blijkt uit het SCP-rapport Kleine Gebaren. Prettige omgangsvormen en sociale controle leiden namelijk niet per definitie tot hulp voor ouderen die daar het meest behoefte aan hebben.
Sociaal isolement
Dorpsbewoners ontvangen weliswaar meer burenhulp naarmate ze ouder worden dan stadsbewoners, maar van de 85-plussers zegt 4 op de 10 alsnog meer hulp nodig te hebben. Die simpele hulp van een buurman of buurvrouw komt nog niet altijd bij de meest kwetsbare ouderen terecht. “Hoogbejaarden met een laag inkomen krijgen minder hulp dan ouderen met een gemiddeld of hoog inkomen en geven vaak aan dat zij geen behoefte hebben aan hulp van anderen. Deze combinatie zou kunnen duiden op een sociaal isolement.”, aldus sociaal psycholoog Lotte Vermeij in het rapport.
Dorpshulp geen betrouwbaar vangnet
Prettige omgangsvormen binnen een dorp vormen niet de opmaat van hulpvaardigheid. Dorpsbewoners zijn net als de mensen uit de stad gesteld op hun privacy en rust. En juist het gegeven dat dorpsbewoners elkaar zo goed kennen, kan de sociale controle zelfs verminderen. Hulpbehoevenden durven geen aandacht voor persoonlijke problemen te vragen omdat ze bang zijn dat daarover wordt gekletst. Het is dus nog maar de vraag of kwetsbare ouderen op het platteland beter af zijn dan in de stad, concludeert sociaal psycholoog Vermeij: “Veel dorpen bieden een warme, vertrouwde omgeving aan ouderen. Maar als vangnet voor de meest kwetsbaren is het niet betrouwbaar genoeg.”