Blauwvaren: Phlebodium
Publicatiedatum: 16 november 2019
Deze sterke varen, naast blauwvaren ook wel zinkvaren genoemd heeft prachtig grijsblauw kleurig blad. Bij het ouder worden van de plant worden de bladeren steeds meer ingesneden, in eerste instantie is het blad bijna niet geveerd. Een extra voordeel is dat de Phlebodium geen bladval vertoont, zoals bij bijvoorbeeld de krulvaren (Nephrolepis) wel het geval kan zijn.
Standplaats
Zet de blauwvaren op een lichte plek, uit de zon. Kamertemperatuur is prima voor deze warmteminnende plant, maar ’s winters mag hij wat koeler staan. Laat ook dan de temperatuur echter niet onder de 15 graden komen. (Vooral koude) tocht verdraagt deze plant niet goed. Zet hem ook niet te dicht in de buurt van de verwarming.
Water geven
Houd de kluit van deze plant steeds licht vochtig, maar zonder dat de plant in een laag water komt te staan. Tijdens de lente en zomer moet u daar over het algemeen 2 keer in de week voor gieten, in het najaar en de winter 1 keer per week, zeker als hij dan wat koeler staan. Geef niet in het hart van de plant water, maar rondom de plant of geen van onderaf water. Anders kan hij van het midden uit kaal worden. Hij heeft het liefst zacht water, op kamertemperatuur.
Is de luchtvochtigheid van het vertrek waar hij staat laag, sproei de plant dan regelmatig om hem vitaal te houden.
Tijdens de lente en zomer maandelijks plantenvoeding geven tijdens het gieten.
Verpotten
Een grotere pot is maar eens in de zoveel jaar nodig en afhankelijk van de groei, maar voorzie de blauwvaren in elk geval elke 2 jaar van een verse laag potgrond of grond voor varens. Houd de bovenste, behaarde (lucht)wortels hierbij vrij van aarde.
Snoeien
De blauwvaren hoeft niet gesnoeid te worden, maar eventueel lelijk geworden bladeren kunt u uit de plant knippen.
Niet giftig
De blauwvaren is niet giftig.
