Bananenplant: Musa

De bananenplanten die wij in onze Nederlandse huiskamers houden zijn meestal de Musa tropicana of Musa acuminata Dwarf Cavendish, oftewel dwergbananen. Ze zijn te koop als schattige kleine planten, maar ook als al flink uitgevallen kamerbomen.

Standplaats

De tropische banaan houdt van een warme en zonnige plek. Plaats ‘m toch niet direct na aankoop in de volle zon, want dan kan het blad verbranden. Laat ‘m even wennen aan zijn nieuwe plek. Al het nieuwe blad dat daarna wordt aangemaakt is dan al tegen de zon opgewassen. Ook al is de Musa een dwergbanaan, met een goede verzorging kan ‘ie toch al snel een meter of 2 groot worden. Aangezien de banaan ook in omvang flink kan worden moet uw huiskamer daar dus wel op berekend zijn, want anders heeft u op den duur geen loopruimte meer over.

Verpotten en water geven

Over het algemeen groeien Musa’s snel. Zorg dus voor een pot die groot genoeg is, zodat de plant een poosje voort kan en verpot tijdig, als de plant niet meer in verhouding staat tot de potgrootte. Een grotere pot stimuleert de groei en creëert een groter waterbuffer, omdat de grond meer vocht kan opnemen. Qua water is de banaan namelijk veeleisend, hij krijgt graag vaak en ook veel water, maar ook weer niet zoveel dat de wortels in het water blijven staan. In de winter is de waterbehoefte een stuk kleiner. De bananenplant wil weleens vocht afscheiden, dat dan op de vloer of tafel druppelt. Dit verschijnsel heet guttatie en is voor de plant niet schadelijk, maar het kan wel vervelende vlekken veroorzaken.

Sproeien

Eigenlijk houdt de banaan van een omgeving met een hoge luchtvochtigheid. U doet uw plant dus een groot plezier met een regelmatige sproeibeurt. ’s Winters is de luchtvochtigheid in onze huiskamers het laagst, dus vooral dan kan de plant het goed gebruiken. Neem daarbij ook de onderkant van de bladeren mee, om ongedierte te voorkomen. De bladeren zijn kwetsbaar en kunnen snel scheuren. Ook worden de onderste bladeren gedurende de tijd lelijk. Verwijder dat blad, om de plant mooi te houden. Dit doet u door het een paar centimeter van de stam weg te knippen. Het restant verdort en is er dan gemakkelijk af te trekken.

Bemesten

Deze goede groeier kan wel wat extra’s gebruiken, in de vorm van bemesting. Hiervoor kan gewone kamerplantenvoeding gebruikt worden of een voeding speciaal voor groene planten. Bekijk het betreffende product voor de juiste dosering. U zult merken dat de plant er extra hard door gaat groeien. In de winter is er maar weinig bemesting nodig.

Uitlopers

Als u 1 bananenplant koopt, heeft u er op den duur toch opeens een aantal meer. Vanuit de wortelstokken vormen zij namelijk uitlopers, die uiteindelijk ook weer uitgroeien tot volwaardige planten. In een voldoende ruime pot kunt u die laten zitten, maar u kunt ze ook afsteken en in een eigen pot oppotten of wegdoen, als u het liever bij 1 exemplaar laat.

Vruchten

Het leukste is het natuurlijk als u na verloop van tijd voor uw goede verzorging beloond wordt met bananen. Die mogelijkheid zit er inderdaad in, maar laat zeker een aantal jaren op zich wachten. Eerst zal er in dat geval een grote bloemknop aan de plant verschijnen en nadat de bloemen zijn uitgebloeid groeien er bananen aan de plant. 1 nadeel, de moederplant sterft daarna af, maar als u uitlopers heeft laten staan, groeien die uiteindelijk weer uit tot een nieuwe volwassen plant.

Winterharde Musa

Naast de tropische banaan zien we in Nederland ook steeds meer de winterharde Musa, de Musa basjoo. De consequentie van ons vorst-rijke klimaat is wel dat de plant ’s winters bovengronds afsterft. Onder de 2 graden sterft al het blad en in de meeste gevallen de stam ook af. In het voorjaar zullen vanuit het overblijfsel van de stam echter weer nieuwe bladeren groeien en in een paar maanden tijd is de banaan weer op een respectabele hoogte. Om de plant een handje te helpen kunt u ‘m tegen de vorst beschermen. Het herstel zal in het voorjaar dan minder lang duren.

Heeft u wel eens bananen aan uw plant gehad?